Op 11 november zal het precies
100 jaar geleden zijn dat de Eerste Wereldoorlog eindigde. Deze werd vooral in
Europa gevoerd. De aanduiding 'wereldoorlog' slaat enerzijds op de vele Engelse
en Franse troepen die vanuit de koloniën naar Europa werden gehaald (waardoor
soldaten uit de 5 continenten vertegenwoordigd waren) , anderzijds op de gevechten
die werkelijk in de koloniën plaatsvonden.
In ontelbare boeken worden diverse redenen aangehaald die de aanleiding
waren voor deze Wereldoorlog. Het is een
feit dat de aanslag op
28 juni 1914 in
Sarajevo,
hoofdstad van
Bosnië-Herzegovina, op de
aartshertog van
Oostenrijk-Hongarije en zijn vrouw een kettingreactie van oorlogsverklaringen
met zich mee heeft gebracht door de destijds bestaande militaire verdragen
tussen de Europese grootmachten. De oorlog ging tussen de Centrale Mogendheden,
onder leiding van Duitsland, en de Triple Entente die bestond uit Frankrijk,
het Verenigd Koninkrijk en het Russische Rijk. België, Nederland en Luxemburg stelden
zich neutraal op. Die neutraliteit zou België al snel moeten opgeven. Het was
de bedoeling van de Duitsers om op 40 dagen tijd Parijs te bezetten, om dan
daarna zich volledig te kunnen focussen op het Russische leger. Om dit doel te
bereiken wilden de Duitsers dwars door België trekken om zo sneller in
Noord-Frankrijk te geraken. Toen België weigerde om de Duitse troepen doorgang
te verlenen vielen ze op 4 augustus 1914 zonder oorlogsverklaring België
binnen. Maar de doortocht van België duurde langer dan verwacht. Het verzet van
het Belgische leger irriteerde de Duitsers en uit pure frustratie namen zij
wraak op de Belgische bevolking . Wat volgde was een trieste lijst van
executies, moorden, platgebrande huizen en plunderingen. In Visé werden 38 inwoners
geëxecuteerd. De verwoesting van Leuven (waaronder de middeleeuwse Lakenhal met
de beroemde bibliotheek) met meer dan 250 doden haalde de internationale pers.
In Dinant lieten Saksische regimenten 674 dode burgers en veel zwaargewonden
na. In Aarschot vielen 170 doden.
De angst bracht een grote vluchtelingenstroom
op gang. In 1914 telde België meer dan 7,6 miljoen inwoners en was daarmee het
dichtst bevolkte land ter wereld: meer dan 250 mensen per vierkante kilometer.
Het neutrale Nederland, een land dat toen der tijd maar zes miljoen inwoners
had, werd de eerste weken van oktober 1914 overrompeld: een miljoen Belgen trok
de grens over. Nog eens een half miljoen Belgen vluchtte naar Frankrijk of
Groot-Brittannië. In totaal wordt het aantal Belgische vluchtelingen naar
Groot-Brittannië op 250.000 geschat.Onder hen de achtjarige Yvonne Clays
(toekomstige vrouw van president Rafael Calderon en Eerste Dame van Costa Rica)
die samen met haar stiefmoeder en zwangere stiefzuster naar de rand van Londen
trok.
Toen de Duitse legermacht begin
september 1914 de vallei van de rivier de Marne naderde, stuitte zij op Franse en Engelse troepen en
werden verslagen. Op 11 september trokken de Duitsers zich terug. Ze begonnen
zich in te graven : de loopgravenoorlog was begonnen. Dit zorgde voor een
patstelling die jaren zou duren.
Ook België kende zijn loopgraven.
De bekendste bevond zich langs de rivier de Ijzer in Diksmuide, was meer dan
een kilometer lang en lag op amper 50 meter van de Duitse bunkers. De stelling,
waar Belgische troepen vier jaar lang stand hielden tegen de vijand, kreeg al vlug de bijnaam Dodengang door het
grote aantal slachtoffers. Recent onderzoek toonde aan dat er in de
Dodengang zo’n 250 Belgen om het leven kwamen. Eén ervan was Florimond Clays,
broer van Yvonne, die op 13 mei 1916 zwaar gewond raakte en een dag later
overleed.
De deelname van de Verenigde Staten aan de Eerste
Wereldoorlog in 1917 werd een belangrijk keerpunt. Het moreel van de geallieerden ging hierdoor
flink omhoog terwijl de Duitse soldaten steeds minder vertrouwen in een
overwinning kregen. Na de Verenigde Staten volgden de meeste Midden- en
Zuid-Amerikaanse landen. Zo ook Costa Rica dat op 25 mei 1918 de oorlog
verklaarde aan Duitsland. Deze maatregel was vooral bedoeld als een poging van
de autoritaire president Frederico Tinoco Granados om in de gunst van Washington te komen dat niet van
plan was om zijn regime te erkennen. Niettegenstaande Costa Rica geen troepen
naar het front stuurde, waren er toch enkele Costa Ricanen die de oorlog van
dichtbij meegemaakt hebben. Enkele vrijwilligers streden in het Franse
Vreemdelingenlegioen. Anderen dienden Frankrijk als oorlogsarts, zoals Solón
Núñez Frutos, Ricardo Moreno Cañas en José Basileo Acuña, genaamd "de
dichter die ten oorlog trok". De laatste twee ontvingen later de Nationale
Orde van het Legioen van Eer (Ordre national de la Légion d'honneur) de
hoogste en belangrijkste Franse nationale onderscheiding. Tobias Bolaños Palma,
de eerste Costa Ricaanse luchtvaartpiloot en instructeur, streed in het Franse
leger als gevechtspiloot en keerde in 1917 naar Costa Rica terug met zijn borst
vol medailles maar helaas verloor hij een been in de strijd.
In
augustus 1918 werd voor de Duitse legerleiding duidelijk dat een overwinning
niet meer haalbaar was. Op 3 oktober werd een verzoek tot wapenstilstand bij de
Amerikanen ingediend. Op 11 november werd deze in een treinwagon in het bos van
Compiègne gesloten. Vanaf 11:00 uur die ochtend werd er niet meer gevochten.
Het echte einde van de Eerste Wereldoorlog kwam op 28 juni 1919 (exact 5 jaar
na de aanslag in Sarajevo) met de ondertekening van de Vrede van Versailles.
Vanwege
de boycot van het regime door Washington mocht Costa Rica niet deelnemen aan
deze vredesconferentie en sloot het geen vredesverdrag en beëindigde de
oorlogstoestand bij decreet van 4 februari 1920.
* * * * * *
El 11 de noviembre, serán exactamente 100 años desde que
terminó la Primera Guerra Mundial. Esto se llevó a cabo principalmente en
Europa. La designación "guerra mundial" se refiere, por un lado, a
las numerosas tropas inglesas y francesas que fueron traídas a Europa desde las
colonias (a través de las cuales estaban representados los soldados de los 5
continentes), y por otro lado, las batallas que realmente tuvieron lugar en las
colonias. Innumerables razones se citan en innumerables libros que dieron lugar
a esta Guerra Mundial. Es un hecho que el ataque del 28 de junio de 1914 en
Sarajevo, capital de Bosnia-Herzegovina, trajó con el archiduque de
Austria-Hungría y su esposa una reacción en cadena de declaraciones de guerra
por los tratados militares existentes entre las superpotencias europeas. La
guerra transcurrió entre los Poderes Centrales, liderados por Alemania, y la
Triple Entente que consistió en Francia, el Reino Unido y el Imperio ruso.
Bélgica, los Países Bajos y Luxemburgo fueron neutrales. A esa neutralidad
pronto debería renunciar Bélgica. Los alemanes tenían la intención de ocupar
París en 40 días, solo así poder concentrarse completamente en el ejército
ruso. Para lograr este objetivo, los alemanes querían viajar a través de
Bélgica para llegar al norte de Francia más rápidamente. Cuando Bélgica negó la
entrada a las tropas alemanas, éstas invadieron Bélgica el 4 de agosto de 1914
sin una declaración de guerra. Pero el paso a través de Bélgica tardó más de lo
esperado. La resistencia del ejército belga irritó a los alemanes y, por pura
frustración, se vengaron de la población belga. Lo que siguió fue una triste
lista de ejecuciones, asesinatos, casas quemadas y saqueos. Treinta y ocho habitantes
fueron ejecutados en Visé. La destrucción de Lovaina (incluida la Lakenhal
medieval con la famosa biblioteca) con más de 250 muertes, la prensa
internacional. En Dinant, los regimientos sajones dejaron 674 civiles muertos y
muchos heridos graves. Ciento setenta personas murieron en Aarschot. El miedo
provocó una gran afluencia de refugiados. En 1914, Bélgica tenía más de 7,6
millones de habitantes, lo que la convierte en el país más densamente poblado
del mundo: más de 250 habitantes por kilómetro cuadrado. Los Países Bajos
neutrales, un país que solo tenía seis millones de habitantes en ese momento,
se vieron abrumados las primeras semanas de octubre de 1914: un millón de
belgas cruzaron la frontera. Otro medio millón de belgas huyeron a Francia o
Gran Bretaña. En total, el número de refugiados belgas a Gran Bretaña se estima
en 250 000. Entre ellos, Yvonne Clays (futura esposa del presidente Rafael
Calderón y primera dama de Costa Rica), de ocho años de edad, quien, junto con
su madrastra y su hermanastra embarazada, se fueron a las afueras de Londres.
Cuando el ejército alemán se acercó al valle del río Marne a
principios de septiembre de 1914, se encontró con tropas francesas e inglesas y
fue derrotada. Los alemanes se retiraron el 11 de septiembre. Comenzaron a
cavar: la guerra de trincheras había comenzado. Esto causó un estancamiento que
duraría por años.
Bélgica también tenía sus trincheras. La más conocido fue a
lo largo del río IJzer en Diksmuide, tenía más de un kilómetro de largo y estaba
a solo 50 metros de los bunkers alemanes. La tesis, de que las tropas belgas
resistieron al enemigo durante cuatro años, ganó rápidamente el apodo “la
Trinchera de la Muerte” por el gran número de víctimas. Investigaciones
recientes mostraron que unos 250 belgas fueron asesinados en la Trinchera de la
Muerte. Uno de ellos fue Florimond Clays, hermano de Yvonne, quien resultó
gravemente herido el 13 de mayo de 1916 y murió un día después..
La participación de los Estados Unidos en la Primera Guerra
Mundial en 1917 se convirtió en un importante punto de inflexión. La moral de
los aliados subió considerablemente a medida que los soldados alemanes ganaban
cada vez menos confianza en una victoria. Después de los Estados Unidos, la
mayoría de los países de América Central y del Sur siguieron. Del mismo modo,
Costa Rica declaró la guerra a Alemania el 25 de mayo de 1918. Esta medida fue
pensada principalmente como un intento del presidente autoritario Frederico
Tinoco Granados por favorecer a Washington que no estaba a punto de reconocer a
su régimen. A pesar de que Costa Rica no envió tropas al frente, algunos costarricenses experimentaron la
guerra de cerca. Algunos voluntarios compitieron en la Legión extranjera
francesa. Otros sirvieron a Francia como médico de guerra, como Solón Núñez
Frutos, Ricardo Moreno Cañas y José Basileo Acuña, llamados "el poeta que
fue a la guerra".
Los dos últimos recibieron más tarde el Premio Nacional
francés más alto y más importante de la Orden Nacional de la Legión de Honor.
Tobías Bolaños Palma, el primer piloto e instructor de la aerolínea
costarricense, luchó como piloto de combate en el ejército francés y regresó a
Costa Rica en 1917 con su pecho lleno de medallas pero lamentablemente perdió
una pierna en combate.
En agosto de 1918 quedó claro para el comando del ejército
alemán que una victoria ya no era factible. Una solicitud de tregua fue
presentada a los estadounidenses el 3 de octubre. El 11 de noviembre, se cerró
en un vagón de tren en el bosque de Compiègne. Desde las 11:00 de la mañana de
esa mañana no hubo más combates. El verdadero final de la Primera Guerra
Mundial llegó el 28 de junio de 1919 (exactamente 5 años después del ataque en
Sarajevo) con la firma de la Paz de Versalles. Debido al boicot del régimen por
Washington, a Costa Rica no se le permitió participar en esta conferencia de
paz y no entró en un tratado de paz y terminó el estado de guerra por decreto
del 4 de febrero de 1920.
Bronnen/ Fuentes:
Foto’s/Fotos :
1 : Een massa volk op de Antwerpse kaaien
aan het Steenplein in 1914 voor de vlucht naar Engeland / Una masa de
personas en los muelles de Amberes en el Steenplein en 1914 para el vuelo a
Inglaterra (foto: https://hetarchief.be)
2 : Belgische soldaten in de Dodengang
(foto : Koninklijk Leger Museum) - Soldados belgas en la Trinchera de la Muerte
(foto: Museo del Ejército Real)
3 : Ricardo Moreno Cañas sirvió como
auxiliar médico en Francia. Él es el segundo en primer fila, de derecha a
izquierda. | FOTO: MUSEO NACIONAL PARA LA NACION / Ricardo Moreno Cañas was
medisch assistent in Frankrijk. Hij staat tweede op de eerste rij, van
rechts naar links. | FOTO: NATIONAAL MUSEUM VOOR LA NACION
4+7 : In het Nationaal Archief kunnen
documenten, medailles, foto's, documentaire reproducties en een boek bewonderd
worden over Tobías Bolaños geschonken door zijn kleinzoon / Se pueden admirar
documentos, medallas, fotografías, reproducciones documentales y un libro en el
Archivo Nacional sobre Tobías Bolaños, donado por su nieto. Foto: Albert
Marín.
5 : Koning Albert I en zijn militaire
raadgever, majoor Emile Galet, in de Dodengang in Diksmuide (foto : Koninklijk
Leger Museum ) / El rey Alberto I y su asesor militar, el comandante Emile
Galet, en el Paseo de la Muerte en Diksmuide (foto: Museo del Ejército Real)
6 :
José Basileo Acuña Zeledón aparece en el uniforme de oficial francés durante la
Primera Guerra Mundial / José Basileo Acuña Zeledón in het uniform van de
Franse officier tijdens de Eerste Wereldoorlog Foto : La Nación