lunes, 21 de abril de 2014

Zoo Antwerpen opent vlindertuin / Zoológico de Amberes abre jardín de mariposas con mariposas de Costa Rica


Vier jaar na de sluiting van de laatste Vlaamse vlindertuin in Knokke-Zoute opent de Antwerpse Zoo een wintertuin vol vlinders. Wekelijks arriveren er 500 poppen van 50 soorten uit Costa Rica. Ze komen na vijf à zeven dagen uit en vliegen rond in de tuin - een architecturaal pareltje met vijvertjes, palmen en een waterval onder een grote koepel in staal en glas. Omdat het in België normaal te koud is, moet de Zoo de temperatuur in de wintertuin opdrijven tot 28 graden en zorgen voor een luchtvochtigheid tussen 70 % en 90 %.  De blauwe morpho's, de bamboepage of de Griekse schoenmaker, het zijn slechts enkele van de 50 exotische vlindersoorten die voortaan de Wintertuin van de Zoo bevolken. De vlinders worden verzorgd door vijf tuiniers. Dit is niet zo gek omdat men in de Zoo de vlinders ook zelf gaat kweken en dan is heel wat plantenkennis vereist. De wintertuin is nu al geopend maar de Zoo verwacht dat tegen Pasen de meeste soorten te zien zullen zijn. Op een zonnige voormiddag of in de vroege namiddag zijn de vlinders het actiefst. 
Artikel uit de krant Gazet van Antwerpen van 28/03/2014

Zoológico de Amberes abre mariposario con mariposas de Costa Rica
Cuatro años después del cierre del último jardín de mariposas en flandes el zoológico  de Amberes abre en invierno un jardín lleno de mariposas. Semanalmente llegan allí 500 mariposas de 50 especies de Costa Rica. Vienen después de cinco a siete días, y vuelan por el jardín - una joya arquitectónica con estanques, palmeras y una cascada bajo una gran cúpula de acero y cristal. Debido a que es normalmente es demasiado frío en Bélgica, el zoológico debió aumentar la temperatura en el invierno a 28 grados y proporcionar una humedad entre el 70% y el 90%.  El página de bambú, el morpho azul o el zapatero griego, son sólo algunas de las 50 especies exóticas de mariposas que ahora pueblan el jardín de invierno de este zoológico. Las mariposas serán atendidas por cinco jardineros. Esto no es sorprendente, ya que las mariposas van creciendo en el propio zoológico y luego se requiere de cierto conocimiento de las plantas. El jardín de mariposas ya está abierto, y el zoológico espera con la Pascua que se puedan ver la mayor cantidad de especies. En una mañana soleada o temprano en la tarde, las mariposas están más activas.

El artículo fue tomado del periódico "Gazet van Antwerpen" del 28/03/2014

sábado, 19 de abril de 2014

DE EERSTE BELGEN IN COSTA RICA

Zoals zoveel Spaanse soldaten, die in de XVII-de eeuw gedetacheerd waren in Vlaanderen, trouwde  Juan Lopez de la Flor met een jonge Belgische, Maria Vatecant. De bruiloft vond plaats te Doornik, de geboortestad van de bruid. Zij was de dochter van Gabriël Vatekant en Marguerite Leblond.  Uit het huwelijk werden in Doornik vier kinderen geboren : Maria Elena, Juan Anselmo, Pedro José en Carlos. Toen de familie naar Costa Rica verhuisde bleven de twee oudste kinderen in België achter en dientengevolge arriveerde Juan Lopez de la Flor in Cartago vergezeld van zijn echtgenote en de twee jongste kinderen. Op deze wijze waren in 1665 Margarita de Watecant, Pedro José en Carlos Lopez de la Flor de eerste Belgen die zich in Costa Rica vestigden. In 1666 schonk Margarita  het leven aan een meisje, Teresa.
Juan Lopez de la Flor is beroemd in de geschiedenis van Costa Rica want in 1666 trok hij ten strijde tegen een grote invasie zeerovers met als resultaat het op de vlucht slaan van de indringers.  Het hoofd van de piraten was Eduard Mansvelt, de eerste Nederlander waarover is bericht dat hij in Costa Rica is geweest.  Juan Lopez de la Flor was de gouverneur van Costa Rica tussen 1665 en 1674.
Dona Margarita zoals zij in Costa Rica werd genoemd, stierf in 1670 in Cartago en werd begraven in de meest eenvoudige parochiekerk van de stad waar nu de ruines van de parochie zijn. Juan Lopez de la Flor legde zijn ambt neer in 1674 en ging naar Panama waar hij in 1694 overleed. 
En wat gebeurde er met de kinderen ?
De ene zoon Pedro Jose huwde in Cartago in 1673 met Ambrosia de Echavarria Navarro y Retes en stierf rond 1675. Uit dit huwelijk waren kinderen en hierdoor hebben talrijke Costa Ricanen, hoewel zij het soms niet weten Belgische voorvaderen.
De andere zoon Carlos was een priester.  En dochter Teresa stierf tijdens haar kinderjaren.
Uit : Costa Rica en België, 150 jaar van Victor Valembois

PRIMEROS BELGAS EN COSTA RICA

Como muchos otros soldados españoles destacados en Flandes en el siglo XVII, don Juan Lopéz de la Flor se casó con una joven belga, Margarita Vatecant. La boda se celebró en Tournai, ciudad natal de la novia. Doña Margarita, como se le llamó en Costa Rica, era hija de Gabriel Vatecant y Marguerite Leblond. Del matrimonio Lopéz de la Flor-Vatecant nacieron cuatro hijos en Tournai : Maria Elena, Juan Anselmo, Pedro José y Carlos. Cuanda lo familia se trasladó a Costa Rica, los dos hijos mayores permanecieron en Bélgica y en consecuencia, don Juan Lopéz de la Flor llegó a Cartago acompañado por su esposa y los dos menores. Fue así como, en 1665, Margarita Vatecant , Pedro José y Carlos Lopez de la Florf se conviertieron en los primeros hijos de Bélgica que se establecieron en el territorio de Costa Rica. En 1666, doña Margarita dio a luz en Cartago a una niña, Teresa.
Juan Lopéz de la Flor es célebre en la historia de Costa Rica porque en 1666 le tocó enfrentar una invasión pirata que terminó con la subita retirada de los invasores.
El jefe de los piratas era Eduard Mansvelt, el primer holandés del que se tiene noticia que haya estado en Costa Rica. Juan López de la Flor fue el gobernador de Costa Rica entre 1665 y 1674.
La primera belga de la historia de Costa Rica, doña Margarita, murió en Cartago en 1670 y fue sepultada en la modestísima iglesia parroquial de Cartago, de las cual hoy solamente se conservan las ruinas. Juan Lopéz de la Flor concluyó su período en 1674 y se trasladó a Panamá donde murió en 1694.
¿Y qué pasó con los niños?
Pedro José, se casó en Cartago en 1673 con Ambrosia de Echavarría Navarro y Retes, y falleció alrededor de 1675. Del matrimonio hubo descendencia, y por ello hoy numerosos costarricenses tienen lejanos antepasados belgas, aunque algunos no lo saben. El otro hijo Carlos, fue sacerdote.  Y su hija Teresa, nacida en Cartago en 1666 y falleció durante su infancia.

Información tomada de:  Costa Rica y Bélgica, 150 años de Victor Valembois


Foto tomada del Tropical Travel, de Juan Carlos Vargas EUCR para LN



domingo, 13 de abril de 2014

Chocolate hecho en Bélgica con cacao de Costa Rica / Chocolade gemaakt in België met cacao uit Costa Rica

Chocolate hecho en Bélgica con cacao de Costa Rica

La empresa belga Belcolade es una de las principales productoras de chocolate en el mercado mundial, todos los productos Belcolade se elaboran en su planta ubicada en Erembodegem, cerca de Bruselas. Su producto de chocolate amargo, contiene 64 por ciento cacao de Costa Rica.

Chocolade gemaakt in België met cacao uit Costa Rica
Het Belgische bedrijf Belcolade is een van de belangrijkste producenten van chocolade in de wereldmarkt, alle producten van Belcolade worden vervaardigt in de fabriek in Erembodegem, dicht bij Brussel. Het product donkere chocolade bestaat 64 procent uit cacao van Costa Rica.
Foto: http://enforma.salud180.com/nutricion-y-ejercicio/5-propiedades-del-chocolate

Luis Guillermo Solís nieuwe president van Costa Rica / Luis Guillermo Solís nuevo Presidente de Costa Rica

Luis Guillermo Solís  nieuwe president van Costa Rica
Luis Guillermo Solis van de centrumlinkse PAC heeft de tweede en beslissende ronde van de presidentsverkiezingen in Costa Rica gewonnen met 77,87 procent van de stemmen. Solis was de enige echte kandidaat, nadat regeringskandidaat Johnny Araya weken geleden wegens barslechte cijfers in de opiniepeilingen uit de actieve race was gestapt. Presidente Laura Chinchilla mocht zich na haar ambtsperiode van vier jaar niet meer kandidaat stellen. De in België en Luxemburg residerende Costa Ricanen konden op zondag 6 april 2014 hun stem uitbrengen in hun ambassade in de Louisalaan te Brussel. In stembureau 6458 hadden in totaal 27 vrouwen en 26 mannen zich hiervoor ingeschreven. Volgens de statistieken van de FOD Economie leefden er op 1/1/2010 103 Costa Ricanen in België.
Luis Guillermo Solís nuevo Presidente de Costa Rica
Luis Guillermo Solís del partido Acción Ciudadano ganó en  la segunda y decisiva vuelta de las elecciones presidenciales en Costa Rica con un 77,87% de los votos. Que los resultados preliminares después de contar el 91,7 por ciento de los votos. Solís fue el único candidato real, después de candidato del gobierno Johnny Araya desisitiera de hacer propaganda debido a las cifras espantosas en las encuestas semanas atrás La presidenta Laura Chinchilla no se valoro como candidato después de su mandato de cuatro años. Residentes costarricenses en Bélgica y Luxemburgo, pudieron votar el pasado Domingo, 06 de abril 2014 ;en su embajada en la Avenue Louise, en Bruselas. En la junta electoral número 6458  se inscribieron un total de 27 mujeres y 26 hombres. Según las estadísticas de la FOD ( oficina de gobierno federal) departamento de Economía hasta 1/1/2010 habían un total de 103 costarricenses viviendo en Bélgica.
Foto tomada del facebook del señor Luis Guillermo Solís.

De metalen kerk van Grecia/ La Iglesia de metal de Grecia (Iglesia Nuestra Señora de las Mercedes) hecho con metal belga


De metalen kerk van Grecia.
Toen we begin dit jaar de kerk van Grecia (gelegen in de provincie Alajuela) bezochten, vertelde de gids ons dat de kerk indertijd per vergissing naar Puntarenas in Costa Rica was verzonden in plaats van naar Punta Arenas in Chili. Dit is echter een fabeltje evenals het verhaal dat de kerk per vergissing naar Grecia in Costa Rica zou verzonden zijn terwijl het eigenlijk bedoeld was als een gift voor een stad in Griekenland (wat Grecia is in het Spaans).
De metalen kerk was wel degelijk bestemd voor Grecia in Costa Rica. Het was het resultaat van de gezamenlijke inspanningen van de inwoners van Grecia, de Katholieke Kerk, de Costa Ricaanse overheid en Alejo E. Jimenez-Bonnefil, een succesvol koffieproducent en exporteur uit de omgeving die belast was met het vinden van een bedrijf dat de kerk kon bouwen en van de import van de metalen structuur.
Waarom de kerk in metaal moest gemaakt worden, vonden we terug op de website van de Parroquia Nuestra Senora de las Mercedes de Grecia (O.L. Vrouw Parochie van Mercedes van Grecia).
Rond 1840 had Grecia een kleine kapel gemaakt uit klei (modder en stro) met een strodak. Toen de stad alsmaar groter begon te worden, had men ook de behoefte aan een nieuwe en grotere kerk. In 1844 begon men aan de bouw van een nieuwe kerk en deze was voltooid eind 1847.
De nieuwe structuur werd gebouwd op de huidige plaats van de rode metalen kerk en was vervaardigd uit hout.  Enkele jaren later werd een toren toegevoegd aan de houten structuur.
De houten kerk werd zwaar beschadigd door een brand dus in 1872 werd een man uit Guatemala (Estrada) belast met de herstelling, uitbreiding en omzetting van de kerk naar een gemetselde structuur. Het idee was dat een structuur van metselwerk bestand zou zijn tegen een brand.
In 1888 was de constructie bijna klaar en het ijzeren dak was geïnstalleerd toen een aardbeving de torens en een deel van de kerk verwoestte.
Toen besloot men om nieuwe technologie te gebruiken door het bouwen van een metalen kerk die bestand zou zijn tegen aardbevingen.
In 1891 werd een contract getekend met de Belgische firma Dresse Aux Ateliers de la Societe de Couvillet die gespecialiseerd was in metalen structuren.
In oktober 1892 kwamen de eerste metalen stukken aan in de haven van Limon in twee cargo schepen.
Eens uitgeladen werd het materiaal getransporteerd per spoor naar Alajuela.
In Alajuela werd het materiaal dan geladen in ossenkarren en – wagens die dan het laatste traject van 21 kilometer naar Grecia dienden af te leggen. De wagens hadden minimum 3-4 tot soms  14 ossenspannen nodig om het zware materiaal over het ruige terrein tussen Alajuela en Grecia te krijgen. Elke trip nam ongeveer een week in beslag.
Het materiaal werd voor 2 jaar bewaard in wat nu het Centrale Park van Grecia is terwijl de inwoners financieel konden recupereren en uitkijken naar een aannemer of ingenieur die de kerk kon assembleren. Met de technische en financiële bijstand van President Rafael Iglesias Castro en de Heer Lucas Fernandez werd de kerk volledig voltooid in december 1897.
8 hijstoestellen waren nodig om de zware metalen platen op hun plaats te krijgen.
In 1911 werden de deuren en raamkozijnen (die niet met de rest van het materiaal uit België werden verzonden) besteld bij Clement Casa Costructtore in Ferro Prada, Milaan, Italië. Handgeschilderde en geblazen glasramen werden ook verworven in Italië en dragen bij tot de schoonheid van deze fantastische structuur.
De kerk werd rood geschilderd om het feit dat het een metalen structuur heeft te benadrukken.
La iglesia de metal en Grecia.
Comenzamos este año visitando la iglesia de Grecia (ubicada en la provincia de Alajuela), el guía nos indicó que la iglesia originalmente era para un  lugar llamado Punta Arenas, en Chile y erróneamente llegó a Puntarenas en Costa Rica. Sin embargo, esto es un mito como lo es el que la iglesia fuese enviada por error, cuando en realidad fue una idea concebida para la ciudad en Grecia.
La iglesia fue el resultado de los esfuerzos conjuntos del pueblo de Grecia, la Iglesia Católica, el gobierno de Costa Rica y el señor Alejo E. Jiménez-Bonnefil, un productor de café exitoso y exportador de la zona, que tuvo la tarea de encontrar una empresa que construyera una iglesia de metal e  importara la estructura metálica.
¿Por qué la iglesia tenía que ser hecha en el metal? Debido a que en 1840, Grecia contaba con un oratorio recubierto todo de paja y cuando la ciudad comenzó a hacerse cada vez más grande, se vio en la necesidad de una iglesia más grande.
( Información tomada de la página web de la Parroquia Nuestra Señora de las Mercedes de Grecia).
En 1944 se empezó a trabajar en la construcción de una nueva iglesia, y se completó a finales de 1847. La nueva estructura fue construida en el sitio actual de la iglesia del metal rojo fue hecha de madera. Unos años más tarde se le construyó la torre.
La iglesia de madera fue severamente dañada por un incendio en 1872, por lo que un hombre de Guatemala ( de apellido Estrada) se encargó de la reparación, ampliación y transformación de la iglesia a una estructura de mampostería. La idea era que una estructura de mampostería la protegería del fuego.
En 1888 la construcción estaba casi acabada y el techo de hierro se instaló cuando un terremoto golpeó las torres y destruyó parte de la iglesia.
Fue cuando decidieron construir una iglesia de metal que fuera resistente a los terremotos con nueva tecnología. En 1891 se firmó un contrato con la empresa belga Dresse Aux Ateliers de la Societe de Couvillet especializado en estructuras metálicas.
En octubre de 1892 la primera piezas de metal llegaron en el puerto de Limón en dos buques de carga.Una vez descargado, el material fue transportado por ferrocarril a Alajuela. Después el material fue transportado en carretas , el material era pesado sobre todo para lo accidentado de cada viaje, que duraba una semana en completarse. El material se almacenó durante dos años en lo que es hoy el Parque Central de Grecia, en el tanto los griegos se recuperaban financieramente de los gastos; éstos buscaron un contratista o ingeniero para montar la iglesia. Con la asistencia técnica y financiera del presidente Rafael Iglesias Castro y el Sr. Lucas Fernández, la iglesia fue terminada en diciembre de 1897.
Información tomada de:
http://bandbgrecia.com/blog/author/46-james-campbell



viernes, 4 de abril de 2014

“Metallic School” / Escuela Buenaventura Corrales, también conocida como "Escuela Metálica" hecho con metal belga

Dichtbij het Francisco Morazan Park in San Jose, tussen Avenues 3 en 7, bevindt zich de
“Metallic School”, een historisch gebouw en het embleem van de vorige eeuw, dat niet alleen staat voor de architectonische schoonheid en goede smaak in oude gebouwen, maar ook voor de vooruitgang en educatieve revolutie in ons land na de onafhankelijkheid.

Het werk werd uitbesteed aan de architect Charles Thirion van het bedrijf Forges d'Aiseau, gevestigd in België, die verantwoordelijk was voor het ontwerp en de ontwikkeling van het structurele deel, dat gebeurde tussen 1890 en 1892. Dit gebouw kostte ongeveer 340.000 francs in deze eeuw en werd gekenmerkt voor het hebben van twee niveaus. Het werd gemaakt van metaal waaraan het gebouw ook zijn naam dankt. Het wordt nog steeds gebruikt als lagere school. 

Muy cerca del Parque Francisco Morazán en San José, entre las avenidas 3 y 7, se ubica la Escuela Metálica, un edificio histórico y emblemático del siglo pasado, que representa no solo la belleza arquitectónica y el buen gusto en las edificaciones de antaño, sino también el progeso y revolución educativa presentada en nuestro país en los albores después de la independencia.

La obra fue contratada al Arq. Charles Thirion de la Empresa Forges d´ Aiseau ubicada en Bélgica, la que tuvo a su cargo el diseño y la elaboración de la parte estructural, lo cual sucedió entre 1890 y 1892.  Este edificio tuvo un costo aproximado de 340.000 francos en aquella época y se destacaba por tener dos niveles. 

Fotografía tomada de http://es.wikipedia.org/wiki/Carmen_(Costa_Rica)