miércoles, 20 de enero de 2021

Costa Ricaanse studenten in het Sint-Janshuis / Estudiantes costarricenses en la “Casa de San Juan”

Costa Ricaanse studenten in het Sint-Janshuis

Tijdens de jaren 1920 en 1930 kwamen heel wat Costa Ricanen naar België om te studeren op één van de vier gekende universiteiten.  Zij maakten daarbij gebruik van een systeem van studiebeurzen van de regering van Costa Rica dat eruit bestond het verblijf op verschillende universiteiten te financieren van jongeren met een diploma van de middelbare school. De meesten studeerden voor dokter en dit voornamelijk aan de Vrije Universiteit van Brussel (VUB). 

Hoeveel Costa Ricaanse studenten er in deze periode precies naar België kwamen, is moeilijk te bepalen. Volgens professor Victor Valembois waren er in deze periode ongeveer 80 Costa Ricaanse studenten verdeeld over de vier universiteiten waarvan ongeveer de helft afstudeerde. Deze cijfers zijn zeker realistisch vermits, volgens het Archief van de VUB, er in de periode 1926 tot eind de jaren 1930 ongeveer 33 Costa Ricanen een diploma behaalden aan deze Universiteit. 

Een tweede generatie van Costa Ricaanse studenten kwam naar België tijdens de jaren 1960 en 1970. Heel wat minder dan de eerste generatie (professor Valembois spreekt van twee dozijn). Deze keer kreeg filosofie de voorkeur en werd er voornamelijk gestudeerd aan de Katholieke Universiteit van Leuven (KUL). Er is één persoon die een brug vormde tussen beide generaties studenten en dat was de 15 jaar geleden overleden Belgische professor Lucien Morren.


Professor Morren/El profesor Morren (foto uit/de “Le courrier du musée et de ses amis”, bulletin trimestriel du Musée de Louvain-la-Neuve, 01/12/2006)

Volgens geboorte akte nummer 96 werd Lucien Charles Georges André geboren op 20 mei 1906 in Ekeren (provincie Antwerpen). Zijn vader André Morren (een koopman) en zijn moeder Yvonne van Acker (afkomstig van Gent, provincie Oost-Vlaanderen) waren zeer katholiek.   In de jaren 1926 tot en met 1928 behaalde Lucien aan de Universiteit te Gent zijn ingenieursdiploma in burgerlijke constructies, met de grootste onderscheiding. Als dokter in de handelswetenschappen behaalde hij daarna nog een tweede ingenieursdiploma aan de Vrije Universiteit te Brussel in elektromechanica. Zijn universiteitsstudies vielen dus samen met de eerste generatie van Costa Ricaanse studenten.

Na het grootste deel van zijn professionele carrière gewerkt te hebben als landmeetkundige bij een Belgisch elektriciteitsbedrijf, doceerde Lucien Morren van 1945 tot zijn pensioen in 1976 de cursussen Elektrische Metingen, Verlichting en Fotometrie aan de Katholieke Universiteit te Leuven (KUL).  

Lucien Morren was getrouwd met Hélène Speth (geboren op 10 april 1913 te Kapellen, provincie Antwerpen) wiens ouders behoorden tot de hoge Antwerpse adel en beiden protestant waren. Sinds 1936 woonde het echtpaar Morren, om professionele redenen, in Brussel in een appartement met 3 gastenkamers. Daar liet het dan meestal buitenlandse studenten verblijven.  Dit bracht het koppel op het idee van de oprichting van een studentenhuis waar ze buitenlandse studenten konden verwelkomen en jongeren uit verschillende religies bij elkaar konden brengen.

In Heverlee (provincie Vlaams-Brabant), op een drietal kilometer van het stadscentrum van Leuven, bevond zich het 16de-eeuwse Kasteel van Arenberg, dat sinds 1916 eigendom was van de KUL. Het kasteel en het 29 hectaren grote kasteelpark werden in de loop der jaren door de Leuvense Universiteit uitgebouwd tot vier campussen. In dit park, achter het kasteel, tussen de bomen en aan de oevers van de rivier de Dijle, werd in 1954 begonnen met de bouw van het studentenhuis naar het ontwerp van architect Roger Bastin.


Het kasteel Arenberg / El Castillo de Arenberg (Postkaart van de website / Postal del sitio web www.delcampe.net)

Op 30 september 1956 werd het huis voor het eerst bewoond. De mooie witte villa  bestond, buiten een bescheiden appartement voor mijnheer en mevrouw Morren, uit een grote living van 14 meter op 6, twaalf individuele kamers en twee dubbele kamers waarvan de helft werd voorbehouden aan buitenlandse studenten. Er was ook een kapel aanwezig. Het huis werd vernoemd naar de Heilige Johannes de Doper.


Het Sint-Janshuis / La “Casa de San Juan” (foto:Liedewij Elsen)

Het Sint-Janshuis was interdisciplinair, interconfessioneel en internationaal. Interdisciplinair omdat studenten van alle studierichtingen werden toegelaten, interconfessioneel omdat studenten van alle religies welkom waren en internationaal wat voor zichzelf spreekt. De gesproken taal in het Sint-Janshuis (officieel adres : Celestijnenlaan 101 , Heverlee) was het Engels.


                     Het Sint-Janshuis / La “Casa de San Juan” (foto:Liedewij Elsen)

Gedurende 20 jaar vormde het huis de verblijfplaats van zo’n 200 studenten, waaronder ook enkele Costa Ricanen van de hierboven vermelde tweede generatie. Volgens professor Valembois hebben de volgende vier studenten daar verbleven :

- Jaime González Dobles (geboren te San José op 2 maart 1938) studeerde begin de jaren 1960 filosofie en sociale wetenschappen aan de KUL en was gedurende ongeveer 25 jaar professor aan de Universiteit van Costa Rica.

- Maria de los Angeles (Marielos)  Giralt Bermúdez (geboren te San José op 5 oktober 1941) is licentiaat Filosofie en behaalde haar doctoraat in de KUL in de periode 1969-1974. Zij werkte bijna 30 jaar voor de Universiteit van Costa Rica en was lid van de Mensenrechtencommissie.

- Carlos Arnoldo Socorro Mora Rodríguez (geboren te Palmares, Alajuela op 30 april 1937) behaalde een doctoraat in de wijsbegeerte aan de KUL in de periode 1960-1964 en had een uitgebreide onderwijscarrière van meer dan 40 jaar aan de belangrijkste Costa Ricaanse universiteiten. Hij was ook minister van Cultuur, Jeugd en Sport in de periode 1990-1994 en werd door de Belgische regering onderscheiden met de Orde van Leopold II.

- Javier Solís Herrera (geboren te Escazu, San José op 8 december 1937) studeerde aan de KUL van 1958 tot 1960 en werd in 1963 in Rome tot priester gewijd (in aanwezigheid van mijnheer en mevrouw Morren). Hij was ook ambassadeur voor Costa Rica in Nicaragua en Spanje.

Andere Costa Ricaanse studenten van de tweede generatie die in contact kwamen met het Sint-Janshuis (door aldaar een middagmaal te nuttigen of een of andere activiteit of evenement bij te wonen) maar er niet verbleven waren :

- Yolanda Ingianna Mairieri (geboren te San José op 10 februari 1944) behaalde haar doctoraat Filosofie aan de KUL in de periode 1969-1974. Zij was ook ambassadrice voor Costa Rica in Guatemala.

- Olivet Bogantes Hidalgo (geboren te Grecia, Alajuela op 1 mei 1939) behaalde haar doctoraat Filosofie aan de KUL in de periode 1965-1969

- Antonio Marlasca López (geboren te Santander, Spanje op 7 april 1940 en tot Costa Ricaan genaturaliseerd in 1978) behaalde zijn doctoraat Filosofie aan de KUL in de periode 1966-1968

- Pedro Solís Sanchez (geboren te San Carlos, Alajuela op 29 juni 1944) studeerde aan de KUL van 1969 tot 1974.

In 1968 splitste de KUL in een Nederlandstalige en een Franstalige universiteit. De Nederlandstalige universiteit bleef in Leuven gehuisvest en de Franstalige verhuisde naar een nieuw opgerichte stad in de provincie Waals-Brabant : Louvain-la-Neuve. De Heer en Mevrouw Morren verhuisden mee en zetten daar hun oecumenisch werk verder. Professor Lucien Morren, neef van schilder George Morren, overleed aldaar op 25 januari 2006 op 99-jarige leeftijd. Met hem verdween een onvermoeibare ijveraar voor interreligieuze en interculturele dialoog. Hij studeerde in dezelfde periode van de eerste generatie Costa Ricaanse studenten en gaf onderdak en steun aan de tweede generatie. 


De Heer en Mevrouw Morren uiterst links en uiterst rechts op de foto / El Sr. y la Sra. Morren en el extremo izquierdo y derecho en la foto (Foto:Marie-Claire Van Dyck)

Estudiantes costarricenses en la “Casa de San Juan”

Durante las décadas de 1920 y 1930, muchos costarricenses llegaron a Bélgica para estudiar en una de las cuatro universidades más conocidas. Para ello, se valieron de un sistema de becas establecido por el Gobierno de Costa Rica, que consistía en financiar la residencia de jóvenes con diploma de bachillerato en diferentes universidades. La mayoría de ellos estudió para ser médico, principalmente en la Universidad Libre de Bruselas (ULB).

Es difícil determinar exactamente cuántos estudiantes costarricenses vinieron a Bélgica durante este período. Según el profesor Víctor Valembois, durante este período hubo alrededor de 80 estudiantes costarricenses repartidos en las cuatro universidades, de los cuales aproximadamente la mitad se graduó. Estas cifras son ciertamente realistas ya que, según el Archivo de la ULB, aproximadamente 33 costarricenses se graduaron de esta Universidad desde 1926 hasta finales de 1930.

Una segunda generación de estudiantes costarricenses llegó a Bélgica durante las décadas de 1960 y 1970. Mucho menos que la primera generación (el profesor Valembois habla de dos docenas). Esta vez, prefirieron la filosofía y estudiaron principalmente en la Universidad Católica de Lovaina (UCL). Hay una persona que formó un puente entre las dos generaciones de estudiantes y éste fue el profesor belga Lucien Morren, que falleció hace 15 años.


El profesor/Professor Lucien Morren (foto:Marie-Claire Van Dyck)

Según el acta de nacimiento número 96, Lucien Charles Georges André nació el 20 de mayo de 1906 en Ekeren (provincia de Amberes). Su padre André Morren (comerciante) y su madre Yvonne van Acker (de Gante, provincia de Flandes Oriental) eran muy católicos. En los años 1926 a 1928 Lucien obtuvo el título de ingeniero en construcciones civiles de la Universidad de Gante, con la mayor distinción. Ya como doctor en ciencias comerciales, obtuvo su segundo título como ingeniero en la Universidad Libre de Bruselas en electromecánica. Sus estudios universitarios coincidieron así con la primera generación de estudiantes costarricenses.

Después de haber trabajado la mayor parte de su carrera profesional como topógrafo para una empresa de electricidad belga, Lucien Morren impartió cursos de Mediciones Eléctricas, Iluminación y Fotometría en la Universidad Católica de Lovaina (UCL) desde 1945 hasta su retiro en 1976.

Lucien Morren estuvo casado con Hélène Speth (nacida el 10 de abril de 1913 en Kapellen, provincia de Amberes) cuyos padres pertenecieron a la alta nobleza de Amberes y ambos eran protestantes. Desde 1936, el matrimonio Morren vivía, por motivos profesionales, en Bruselas en un apartamento de tres habitaciones. Por lo general, se permitía que los estudiantes extranjeros se quedarán allí. Esta situación hizo que la pareja tuviese la idea de establecer una casa de estudiantes donde pudieran recibir a estudiantes extranjeros y así, reunir a jóvenes de diferentes religiones.

En Heverlee (provincia de Brabante Flamenco), a unos tres kilómetros del centro de la ciudad de Lovaina, se encontraba el Castillo Arenberg del siglo XVI, que había sido propiedad del UCL desde 1916. El castillo y su gran parque de 29 hectáreas se convirtieron a lo largo de los años junto a cuatro campus en Universidad de Lovaina. En este parque, detrás del castillo, entre los árboles ya orillas del río Dijle, se inició la construcción de la casa de estudiantes en 1954 según el diseño del arquitecto Roger Bastin. 


También hay un molino de agua en el castillo de Arenberg, que la UCL equipó con aulas desde 1958 en adelante / Aan het kasteel Arenberg is ook een watermolen gelegen, dat de KUL vanaf 1958 met leslokalen inrichtte. (Postal del sitio web / Postkaart van de website www.delcampe.net)   

El Castillo de Arenberg en el río Dijle / Het kasteel Arenberg aan de rivier Dijle (Postal del sitio web / Postkaart van de website www.delcampe.net)   

La casa fue ocupada por primera vez el 30 de setiembre de 1956. Aparte de un modesto apartamento para el Sr. y la Sra. Morren, la hermosa villa blanca constaba de un gran salón de 14 metros por 6, doce habitaciones individuales y dos habitaciones dobles, la mitad de las cuales estaba reservada para estudiantes extranjeros. También había una capilla. 


En la “Casa de San Juan” hay una hermosa capilla cuadrada, iluminada por una abertura central redonda / In het Sint-Janshuis bevindt zich een prachtige vierkante kapel, verlicht door een ronde centrale opening (foto:Liedewij Elsen)

La casa lleva el nombre de San Juan Bautista y fue interdisciplinaria, interconfesional e internacional. Interdisciplinaria porque se admitieron estudiantes de todas las disciplinas, interconfesional porque los estudiantes de todas las religiones fueron bienvenidos y obviamente internacional. El idioma que se hablaba en la “Casa de San Juan” (dirección oficial: Celestijnenlaan 101, Heverlee) fue inglés.

La “Casa de San Juan” / Het Sint-Janshuis (foto:Liedewij Elsen)

Durante 20 años, la casa fue el hogar de unos 200 estudiantes, incluídos algunos costarricenses de la segunda generación antes mencionada. Según el profesor Valembois, los siguientes cuatro estudiantes permanecieron en la mencionada casa:  

- Jaime González Dobles (nacido en San José el 2 de marzo de 1938) estudió filosofía y ciencias sociales en UCL a principios de la década de 1960 y fue profesor de la Universidad de Costa Rica durante unos 25 años.

- María de los Ángeles (Marielos) Giralt Bermúdez (nacida en San José el 5 de octubre de 1941) fue licenciada en Filosofía y se doctoró en la UCL en el período 1969-1974. Trabajó para la Universidad de Costa Rica durante casi 30 años y fue miembro de la Comisión de Derechos Humanos.

- Carlos Arnoldo Socorro Mora Rodríguez (nacido en Palmares, Alajuela el 30 de abril de 1937) se doctoró en Filosofía por la UCL de 1960 a 1964 y tuvo una dilatada carrera docente de más de 40 años en las principales universidades costarricenses. También fue ministro de Cultura, Juventud y Deportes de 1990 a 1994 y el gobierno belga le concedió la Orden de Leopoldo II.

- Javier Solís Herrera (nacido en Escazú, San José el 8 de diciembre de 1937) estudió en el UCL de 1958 a 1960 y fue ordenado sacerdote en Roma en 1963 (en presencia del Sr. y la Sra. Morren). También fue embajador de Costa Rica en Nicaragua y España.

Otros estudiantes costarricenses de segunda generación que entraron en contacto con la “Casa de San Juan” (porque comían allí al mediodía o asistían a un evento) pero no se quedaron allí fueron:

- Yolanda Ingianna Mairieri (nacida en San José el 10 de febrero de 1944) obtuvo su doctorado en Filosofía en el UCL en el período 1969-1974. También fue embajadora de Costa Rica en Guatemala.

- Olivet Bogantes Hidalgo (nacida en Grecia, Alajuela el 1 de mayo de 1939) obtuvo su doctorado en Filosofía en el UCL en el período 1965-1969.

- Antonio Marlasca López (nacido en Santander, España el 7 de abril de 1940 y naturalizado costarricense en 1978) obtuvo su doctorado en Filosofía en el UCL en el período 1966-1968

- Pedro Solís Sánchez (nacido en San Carlos, Alajuela el 29 de junio de 1944) estudió en el UCL de 1969 a 1974.

En 1968, la UCL se dividió en una que hablaba neerlandés y otra que hablaba francés. La universidad que hablaba neerlandés permaneció en Lovaina y la que habla francés se trasladó a una ciudad recién fundada en la provincia de Brabante Valón: Lovaina la Nueva. El Sr. y la Sra. Morren se mudaron con ellos y continuaron su trabajo ecuménico allí. El profesor Lucien Morren, sobrino del pintor George Morren, murió en Lovaina la Nueva el 25 de enero del 2006 a la edad de 99 años. Con él desapareció un incansable fanático del diálogo interreligioso e intercultural. Estudió durante el mismo período de la primera generación de estudiantes costarricenses y brindó refugio y apoyo a la segunda generación, y por eso, siempre será recordado.


La Sra. Morren murió el 1 de diciembre de 2001 en Lovaina la Nueva a la edad de 88 años / Mevrouw Morren overleed op 1 december 2001 te Louvain-la-Neuve op 88-jarige leeftijd  (foto:Marie-Claire Van Dyck)


Bronnen/Fuentes:

La Maison Saint Jean y otra generación de estudios costarricenses en Bélgica, Victor Valembois

La Maison Saint-Jean, Etienne Mayence

Homenaje al Profesor Morren, Salvador García, Amistad Europea Universitaria

Hommage au Professeur Lucien Morren, André Haquin, Revue Théologique de Louvain, 27/03/1996

Universidad de Costa Rica

Instituto de Investigaciones Filosóficas http://inif.ucr.ac.cr

Transformación cultural, economía y evangelio, Jesús Espeja, Jorge Arturo Chaves, Amando Robles

Instituto de filosofía y ciencias de la complejidad http://www.ificc.cl

Costa Rica en België, 150 jaar, Victor Valembois

Archives de l’Université Libre de Bruxelles

La carrière scientifique du Professeur Lucien Morren, Christian Eugène

Le courrier du musée et de ses amis, bulletin trimestriel du Musée de Louvain-la-Neuve, 01/12/2006

https://inventaris.onroerenderfgoed.be

Geneanet, Charles van Regemorter

martes, 5 de enero de 2021

Epifanía y el rezo del niño / Driekoningen en het Gebed van het Kind

 

Epifanía y el rezo del niño

Cada año, el 6 de enero, la comunidad cristiana celebra la Epifanía. Se conmemora el día en que los tres sabios o reyes magos del este vieron una estrella ascendente que los condujo hasta Jesús, el recién nacido  rey de los judíos. Como tenían tres regalos (oro, incienso y mirra, los más valiosos de la época) se asumió que eran tres, y los magos pronto se convirtieron en reyes para la historia. Cada uno de ellos representaba uno de los tres continentes conocidos en ese momento y también tenían diferentes edades (20, 40 y 60 años). Querían mostrar que el hijo de Dios estaba allí para todas las culturas y edades.


 La Adoración de los Reyes / Aanbidding der koningen, Giotto

En el día de la Epifanía es tradición en Bélgica que los niños toquen el timbre y reciban dulces o dinero a cambio de cantar una canción de Epifanía. En muchas parroquias, las ganancias del "canto de las estrellas" se donan a la caridad. El "canto de la estrella" debe su nombre a que los niños, vestidos de Gaspar, Melchor y Baltasar, llevan consigo una estrella que gira suavemente y simboliza la estrella que nos da dirección a cada uno de nosotros.


 Adoración de los Reyes Magos / Aanbidding van de Koningen Magiërs, El Greco

Para muchas familias, la Epifanía es el momento de poner el árbol de Navidad en la puerta.

En Costa Rica se conoce la tradición de “El rezo del niño”, que fue introducida en el país por los misioneros franciscanos. Las personas (familia y vecinos) llegan a la casa de una familia anfitriona para visitar el portal y rezar un rosario en honor al niño Jesús y así agradecer a Dios por el año anterior pero también por el año venidero. Este rezo suele ir acompañado por “villancicos” (canciones religiosas populares en tiempo de Navidad). Al finalizar el rezo, se ofrece a los invitados comida que va desde un arroz con pollo acompañado de frijoles molidos y papas tostadas hasta bizcocho, pan casero, galletas, queques y por supuesto no faltar el tamal. La comida se acompaña con el típico rompope o bien café o aguadulce.


En el pasado, el rezo del niño tenía lugar el 2 de febrero (la fiesta la Virgen de la Candelaria), la conmemoración del día en que Jesús es dedicado a Dios en el Templo y el sacrificio de purificación que María tuvo que realizar 40 días después del nacimiento de Jesús según la ley judía.

Hoy, el rezo del niño se celebra entre Navidad y la fiesta la Virgen de la Candelaria el 2 de febrero.

 

De aanbidding van de Koningen  / La Adoración de los Magos, Rogier Van der Weyden

Driekoningen en het Gebed van het Kind

Elk jaar op 6 januari viert de christelijke gemeenschap Driekoningen. Het herdenkt de dag waarop de drie wijzen of magiërs uit het oosten een opgaande ster zagen die hen tot bij Jezus, de pasgeboren koning der Joden, leidde. Omdat ze drie geschenken bij zich hadden (goud, wierook en mirre, het meest waardevolle uit die tijd) veronderstelde men dat ze met drie waren en via de volksoverlevering werden van de magiërs al snel koningen gemaakt.   Zij vertegenwoordigden elk één van de drie toen bekende continenten en zij hadden ook elk een verschillende leeftijd  (20, 40 en 60 jaar). Daarmee wilde men aantonen dat Gods zoon er was voor alle culturen en leeftijden.   


De aanbidding der Koningen / La Adoración de los Reyes , Sandro Botticelli

Op de dag van Driekoningen is het in België de traditie dat kinderen bij de mensen aanbellen en in ruil voor het zingen van een driekoningenlied snoep of geld krijgen. In vele parochies wordt de opbrengst van het “ster zingen” aan een goed doel weggeschonken. Het “ster zingen” dankt zijn naam aan het feit dat de kinderen, verkleed als Caspar, Melchior en Balthasar, een al dan niet vlot ronddraaiende ster met zich meedragen die symbool staat voor de ster die elk van ons richting geeft.


Aanbidding van de Koningen / Adoración de los Reyes, Diego Velázquez

Bij vele gezinnen is Driekoningen het moment om de kerstboom aan de deur te zetten.

In Costa Rica kent men de traditie van “El rezo del niño” (het Gebed van het Kind) die in het land werd geïntroduceerd door de franciscaanse missionarissen. Mensen (familie en buren) komen thuis bij een gastgezin om de kerststal te bezoeken en een rozenkrans te bidden ter ere van het kindje Jezus, om God te danken voor het voorbije jaar maar ook voor het jaar dat nog moet komen.  Dit gebed gaat meestal gepaard met “villancicos” (populaire muziek en liederen in de kersttijd). Aan het einde van het gebed krijgen de gasten eten aangeboden dat varieert van rijst met kip, vergezeld van gemalen bonen en geroosterde aardappelen tot biscuitgebak, zelfgebakken brood, koekjes, cake en natuurlijk mag de “tamale” (1) niet ontbreken. De maaltijd gaat gepaard met de typische  “rompope” (2) of koffie of “aguadulce” (3). 


Vroeger vond het Gebed van het Kind plaats op 2 februari (Maria-Lichtmis),  de herdenking van de dag waarop Jezus in de Tempel wordt opgedragen aan God en het zuiveringsoffer dat Maria 40 dagen na de geboorte van Jezus volgens de joodse wet moest brengen.

Tegenwoordig wordt het Gebed van het Kind gevierd tussen Kerstmis en 2 februari Maria-Lichtmis.

(1) Een tamale is een in een bananenblad gestoomde maïsdeegrol gevuld met vlees, groenten, kaas, fruit of rijst.

(2) Rompope is een wat dunnere, meer vloeibare variant van de drank “advocaat”.

(3) Aguadulce is een warme drank gemaakt door water te koken of melk te verwarmen en suikerriet siroop of gemalen bruine suiker toe te voegen. 


Aanbidding der Wijzen / Adoración de los Magos, Peter-Paul Rubens

Bronnen/Fuentes :

Rezos del niño, Zaida María Vargas Sánchez

Rezo del Niño: celebrar la tradición con cero desperdicio, Michelle Soto

Instituciones del MCJ celebran tradicional rezo del Niño, Ministerio de cultura juventud

Openbaring van de Heer, Driekoningen, Jean-Marie Houben

Driekoningen: 10 vragen & antwoorden, Kerknet