martes, 22 de septiembre de 2020

Dr. Carlos Sáenz Herrera (110 jaar geleden geboren) en zijn link met België - Dr. Carlos Sáenz Herrera (nacido hace 110 años) y su conexión con Bélgica

Dr. Carlos Sáenz Herrera (110 jaar geleden geboren) en zijn link met België

Dokter Carlos Sáenz Herrera was de grondlegger van de pediatrie of kindergeneeskunde in Costa Rica. Hij lag ook aan de basis van de oprichting van het Nationale Kinderziekenhuis dat vandaag zijn naam draagt.  

Dokter/El doctor Carlos Sáenz Herrera (Foto:La Nación)

Het gezin Sáenz Herrera, dat 7 kinderen telde, woonde in 1910 in Cartago, hoofdstad van de gelijknamige provincie.  Dat jaar werd Costa Rica geteisterd door enkele zware aardbevingen. De eerste vond plaats op 13 april en het epicentrum lag ten oosten van San José. Met een kracht van 5,9 sneuvelden er ook heel wat gebouwen in Cartago. Op 4 mei vond er een nog krachtigere aardbeving plaats (6,4) en deze keer lag het epicentrum in Cartago. De stad werd volledig verwoest en betreurde 700 doden.

Het Paleis van het Midden-Amerikaanse Hof van Justitie in Cartago na de aardbeving / El Palacio de la Corte de Justicia Centroamericano en Cartago después del terremoto  (foto:Páginas Illustradas, 01/06/1910).

Ten gevolge hiervan besloot de 5 maanden zwangere moeder van het gezin Sáenz Herrera, met name Úrsula Celina Herrera y Paut, om alleen naar België te reizen en daar in Brussel te gaan wonen bij haar geadopteerde dochter met de bedoeling haar laatste maanden van de zwangerschap in alle rust te kunnen doorbrengen. Op 1 september 1910 werd  Carlos Agustín geboren maar drie maanden later al overleed zijn moeder op 42-jarige leeftijd. Of het overlijden in relatie stond met de geboorte is niet bekend. Feit is dat vader José Carlos Sáenz Esquivel,  advocaat en politicus, in 1911 naar België trok om Carlos op te pikken. In augustus van datzelfde jaar waren vader en zoon opnieuw in Costa Rica.

Don José Carlos Sáenz Esquivel (foto:Familysearch,Yalily)

Zijn jeugdjaren bracht Carlos door bij familie, in de omgeving van het “Estación al Pacífico” (San José). Vermits zijn grootouders allemaal reeds gestorven waren en ook zijn vader overleed toen hij 8 jaar was, werd hij voornamelijk opgevoed door zijn tantes en een nicht. Basisonderwijs genoot hij in de “Juan Rafael Mora Porras” school en voortgezet onderwijs in het Lyceum van Costa Rica, beiden gevestigd in de hoofdstad.

In 1928 besloot Carlos om geneeskunde te studeren en hij trok hiervoor naar de Vrije Universiteit van Brussel (VUB) in zijn geboorteland België. Na 2 jaar kandidatuur en 3 jaar doctoraat studeerde hij in oktober 1933 af als dokter in de geneeskunde met grote onderscheiding. Gedurende al die tijd woonde hij in de Woonwijkstraat nummer 10 te Elsene. Zijn huis was gelegen op ongeveer 2,5 kilometer van de Franklin Roosevelt laan waar zich de campus Solbos van de VUB bevond. Waarschijnlijk is hij er daar dagelijks met de bus naartoe gegaan of misschien zelfs te voet.

 Vrije Universiteit Brussel / Universidad Libre de Bruselas 

Op de VUB kon Carlos deel uitmaken van een groep van meer dan 30 Costa Ricanen die daar studeerden en voetbal speelden. Want voetbal was één van zijn 3 passies. Hij was zijn hele leven een “saprisista” (een fan van club El Deportivo Saprissa).

Na de voltooiing van zijn medische studies in 1933 in België verhuisde Carlos voor 2 jaar naar de Elzas in Frankrijk om zich te specialiseren in kindergeneeskunde aan de Universiteit van Straatsburg. In 1935 keerde hij per boot terug naar Costa Rica. Tijdens de reis zorgde hij voor de kinderen van de joodse gezinnen die emigreerden vanwege de vervolgingen in Europa. Deze band werd in stand gehouden tijdens de uitoefening van zijn beroep in Costa Rica, waar hij zeer geliefd was bij de joodse kolonie, die hem ook hielp bij zijn project van het Nationaal Kinderziekenhuis dat uiteindelijk zou ingehuldigd worden op 24 mei 1964.

Nationaal Kinderziekenhuis / Hospital Nacional de Niños   

Na zijn terugkeer in het land begon hij zijn carrière als arts. Hij had een grote privépraktijk en combineerde dat met het huisbezoek en het ziekenhuis San Juan de Dios, waar hij in 1944 hoofd werd van de pediatrie afdeling. Hij woonde in een groot huis in de buurt van het “Estación al Pacífico” en verhuisde later naar de wijk Aranjuez, beiden gelegen in San José.

Naast kindergeneeskunde en voetbal waren koeien zijn derde passie. Hij kocht de boerderij van Jaúles vlakbij Patio de Agua in Coronado waar hij zijn melkveestapel begon. Hij studeerde dierlijke genetica en was een pionier op het gebied van kunstmatige inseminatie. Door zijn kennis en contacten met de zuivelfabriek kon hij gezondheidsproblemen bij kinderen identificeren die gepaard gingen met het onjuist omgaan met melk. Hij noemde pasteurisatie een fundamenteel element van de volksgezondheid. Hij verkocht de boerderij van Jaúles en kocht boerderij Bretaña in Las Nubes de Coronado waar hij zijn melkveestapel verder ontwikkelde en daarmee verschillende belangrijke prijzen won op nationale en internationale vee beurzen.

In 1937 huwde Carlos met María Virginia Pacheco Gutiérrez en dit huwelijk bracht 4 kinderen voort. Eén van hen is de in 1943 geboren Alberto Sáenz Pacheco, eveneens een vooraanstaande arts. In 1958 huwde hij met Ángela Carbonell Massenet, met wie hij 1 zoon en 2 dochters had.

Naast arts was hij ook nog minister van Volksgezondheid, vice-president van de Republiek, professor en decaan van de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Costa Rica, voorzitter van het College van Artsen en Chirurgen en van het Costa Ricaanse Sociale Zekerheidsfonds (CCSS).  

Op 23 februari 1963 onderscheidde de Belgische regering dokter Carlos Sáenz Herrera als Grootofficier in de Orde van de Kroon.

Hij stierf op 7 november 1980 op 70-jarige leeftijd en nog datzelfde jaar werd hij door de Wetgevende Vergadering in Costa Rica uitgeroepen tot “Benemérito de la Patria” (verdienstelijk voor het vaderland).

Op 4 maart 1994 werd een buste onthuld van Carlos door zijn vrouw in de voortuin van Paseo Colón, een belangrijke straat in San José, om hulde te brengen aan de man die benadrukte dat kinderen belangrijk zijn en dat het zorgen voor hun gezondheid essentieel is voor de toekomst van een land. 

Dokter Carlos Sáenz Herrera ligt begraven op het Cementerio General van Costa Rica / El doctor Carlos Sáenz Herrera descansa en el Cementerio General de Costa Rica


Dr. Carlos Sáenz Herrera (nacido hace 110 años) y su conexión con Bélgica


El doctor Carlos Sáenz Herrera fue el fundador de la pediatría en Costa Rica. También sembró las bases para la fundación del Hospital Nacional de Niños que hoy lleva su nombre.

Hospital Nacional de Niños / Nationaal Kinderziekenhuis

En 1910 la familia Sáenz Herrera, que tuvo 7 hijos, vivió en Cartago, capital de la provincia del mismo nombre. Ese año, Costa Rica fue golpeada por varios terremotos severos. El primero tuvo su epicentro al este de San José con una fuerza de 5.9 de magnitud, muchos edificios también fueron destruidos en Cartago. El 4 de mayo se produjo un terremoto aún más fuerte (6,4) y esta vez el epicentro fue en Cartago. La ciudad fue completamente destruida y se lamentaron 700 fallecidas.

La Iglesia de Nuestra Señora de los Angeles en Cartago después del terremoto / Staat van De kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Engelen in Cartago na de aardbeving (foto:Páginas Illustradas, 01/06/1910).

Como resultado doña Úrsula Celina Herrera y Paut, la madre embarazada de 5 meses de la familia Sáenz Herrera, decidió viajar sola a Bélgica y residir en Bruselas con su hija adoptiva con la intención de pasar en paz y tranquilidad sus últimos meses de embarazo. Don Carlos Agustín, nació el 1 de setiembre de 1910, pero tres meses después su madre fallece a los 42 años. No se sabe si la muerte estuvo relacionada con el nacimiento. El caso es que su padre, don José Carlos Sáenz Esquivel, abogado y político, viajó a Bélgica en 1911 a traer a Carlos. En agosto del mismo año, padre e hijo estaban nuevamente en Costa Rica.

Don Carlos pasó sus años de infancia en la casa de la familia, en los alrededores de la “Estación al Pacífico” (San José). Como todos sus abuelos estaban fallecidos y su padre también falleció cuando él tenía 8 años, pasó al cuidado principalmente de sus tías y de una prima. Recibió educación primaria en la Escuela “Juan Rafael Mora Porras” y educación secundaria en el Liceo de Costa Rica, ambos ubicados en la capital.

En 1928 don Carlos decidió estudiar medicina y fue a la Universidad Libre de Bruselas (ULB) en su Bélgica natal. Tras 2 años de estudio y 3 años de doctorado, se graduó en octubre de 1933 como doctor en medicina con gran distinción. Durante todo ese tiempo vivió en el número 10 de la calle “Rue de la Cité” en Ixelles. Su casa estaba a unos 2,5 kilómetros de la avenida Franklin Roosevelt donde se ubicaba el campus Solbos de la ULB. Probablemente iba allí todos los días en autobús o incluso a pie.

En la ULB don Carlos pudo haber formado parte de un grupo de más de 30 costarricenses que estudiaron y jugaron fútbol allí. El fútbol fue una de sus tres pasiones. Fue un “saprisista” toda su vida.

El doctor/dokter Carlos Sáenz Herrera (Foto:La Nación)

Después de completar sus estudios de medicina en Bélgica en 1933, don Carlos se trasladó a la Alsacia en Francia durante 2 años a especializarse en pediatría en la Universidad de Estrasburgo. En 1935 regresó a Costa Rica en barco. Durante la travesía se ocupó de los hijos de las familias judías que emigraban a causa de las persecuciones en Europa. Este lazo se mantuvo durante el ejercicio de su profesión en Costa Rica, donde fue muy querido por la colonia judía, que además lo ayudó en su proyecto del Hospital Nacional de Niños que eventualmente sería inaugurado el 24 de mayo de 1964.

Doña María Isabel Fallas, primera paciente del Hospital Nacional de Niños / María Isabel Fallas, eerste patiënte van het Nationaal Kinderziekenhuis (foto:Caja Costarricense de Seguro Social)

A su regreso al país, empezó su trayectoria como médico. Tenía un amplio consultorio privado y lo compaginaba con la visita domiciliaria y el hospital San Juan de Dios, donde asumió como jefe del departamento de pediatría en 1944. Vivió en una casona cerca de la “Estación al Pacífico” y luego se mudó al Barrio Aranjuez, ambos ubicados en San José.

Además de la pediatría y el fútbol, ​​las vacas fueron su tercera pasión. Compró la finca de Jaúles cerca de Patio de Agua en Coronado donde inició su hato lechero. Estudió genética animal y fue pionero de la inseminación artificial. Su conocimiento y contactos con la lechería le permitió identificar problemas de salud infantil asociados al manejo inadecuado de la leche. El decía que la pasteurización era un elemento fundamental para la salud pública.  Luego vendió la finca Jaúles y compró su finca Bretaña en Las Nubes de Coronado donde desarrolló aún más su hato lechero y ganó varios premios importantes en exposiciones ganaderas nacionales e internacionales.

En 1937 don Carlos se casó con doña María Virginia Pacheco Gutiérrez con quien tuvo 4 hijos. Uno de ellos es don Alberto Sáenz Pacheco, nacido en 1943, quien también fue un destacado médico. En 1958 don Carlos se casó con doña Ángela Carbonell Massenet, con quien procreó 1 hijo y 2 hijas.

Además de médico, también fue ministro de Salud, vicepresidente de la República, profesor y decano de la Facultad de Medicina de la Universidad de Costa Rica, presidente del Colegio de Médicos y Cirujanos y de la Caja Costarricense del Seguro Social (CCSS).

El 23 de febrero de 1963, el gobierno belga condecoró con la Orden de la Corona en el grado de Gran Oficial al doctor Carlos Sáenz Herrera.

Fallece el 7 de noviembre de 1980 a la edad de 70 años y ese mismo año fue proclamado por la Asamblea Legislativa de Costa Rica como “Benemérito de la Patria”.

El 4 de marzo de 1994, su esposa develó un busto de don Carlos en el jardin frontal al Paseo Colón para rendir homenaje al hombre que enfatizó que los niños son importantes y que cuidar su salud es fundamental para el futuro de un país. 

El doctor Carlos Sáenz Herrera está enterrado en el Cementerio General de Costa Rica / Dokter Carlos Sáenz Herrera ligt begraven op het Cementerio General van Costa Rica

Bronnen/Fuentes:

https://www.scielo.sa.cr – Biografía Dr. Carlos Sáenz Herrera, Oscar Porras Madrigal

Universidad de Costa Rica

Develización del busto en Homenaje al Dr. Carlos Sáenz Herrera, Dr. Edgar Mohs Villalta

Caja Costarricense de Seguro Social, https://www.ccss.sa.cr

No debemos olvidar la memoria, Claudia Barrionuevo – La República

Archives ULB, Pascale Delbarre

Costa Rica y Bélgica, 150 años – Costa Rica en België, 150 jaar, Victor Valembois


viernes, 11 de septiembre de 2020

Terreur van vliegende bommen en de Slag om de Ardennen / El terror de las bombas voladoras y la batalla de las Ardenas


België en Costa Rica tijdens Wereldoorlog 2 deel 22

Terreur van vliegende bommen

Tussen juni 1944 en maart 1945 lanceerde Duitsland duizenden vergeldingswapens op Engeland en België als wraak voor de geallieerde bombardementen op Duitse steden. Na de herovering van Frankrijk werden de Duitse lanceerplaatsen ontmanteld en werd vanaf 13 oktober 1944  voornamelijk Antwerpen het doelwit van de Duitse vliegende bommen als laatste wanhoopspoging om de haven te treffen.
De V1 was een onbemand vliegtuig vol explosieven dat zo geprogrammeerd werd dat hij na een bepaald aantal kilometers stilviel. Hij bracht een typisch snorrend geluid voort. Zolang je hem kon horen, hoefde je hem niet te vrezen.
Vergeltungswafen 1 (Vergeldingswapen 1/Arma de represalia 1) (foto:Het Journaal van de Eeuw TV1)

De V2, een 14 meter hoge raket geladen met 1 ton springstof, was veel gevaarlijker en dodelijker. Deze kwam zonder enige waarschuwing uit de lucht gevallen. Als je hem hoorde, was je waarschijnlijk al dood.
Vergeltungswafen 2 (Vergeldingswapen 2/Arma de represalia 2) (foto:Het Journaal van de Eeuw TV1)

Om zoveel mogelijk vliegende bommen te kunnen onderscheppen,  werd door de Britten en de Amerikanen een verdedigingsgordel onder de codenaam Antwerp-X opgericht. Dankzij de nodige ervaring opgedaan in Londen konden veel V1-bommen neergehaald worden (in totaal 2183). De voor die tijd onvoorstelbare snelheid (de maximumsnelheid bedroeg driemaal de snelheid van het geluid) en vlieghoogte (tot meer dan 80 kilometer) maakte de V2 zo goed als onkwetsbaar voor de luchtafweer. 


Op 16 december, de eerste dag van het Ardennenoffensief, vernield een V2 Cinema Rex op de De Keyserlei te Antwerpen. Balans : 567 doden van wie 271 burgers / El 16 de diciembre, el primer día de la Ofensiva de las Ardenas, un V2 destruyó el Cinema Rex ubicado en la calle "De Keyserlei" en Amberes. Resultado : 567 muertos, de los cuales 271 civiles. (Fotos:Paramount + FelixArchief Antwerpen)

De ontwerper van deze raketten, Wernher von Braun, slaagde erin om zichzelf en zijn eenheid na de oorlog over te geven aan de Amerikanen. Hij zou later de NASA helpen bij het ontwerpen van de Saturnus V-raket die de Amerikanen naar de maan heeft gebracht.

Van de naar schatting 9000 V-wapens die op België (voornamelijk Brussel, Luik en Antwerpen) werden afgevuurd, waren er 775 die in totaal ongeveer 8000 dodelijke slachtoffers maakten.  Bij de productie van deze wapens in het ondergrondse concentratiekamp Dora lieten nog eens honderden Belgische dwangarbeiders het leven.

Mijn familieherinneringen

Mijn moeder woonde, samen met haar ouders, zusters en broer tijdens de Tweede Wereldoorlog voornamelijk op de Krijgsbaan te Wijnegem. Op het einde van deze baan hadden mijn nonkel en enkele andere kinderen uit de buurt een verlaten camion ontdekt waarin ze een vreemd apparaat  aantroffen. Ze dachten dat het een radio was, en begonnen er mee te spelen. Het was echter een fosforbom. Die begon te branden en door de wind verspreidden de vlammen  zich razendsnel. De kinderen liepen snel naar huis, zo ook mijn nonkel die in brand stond. Mijn moeder heeft hem toen onder de waterpomp gehouden en mijn nonkel daarna naar het ziekenhuis gebracht. Hij had meer dan 40 brandplekken en die zouden zijn ganse leven zichtbaar blijven.
Op 10 februari 1945 wilden de kinderen opnieuw naar die camion gaan. Ze kwamen bij mijn moeder thuis aanbellen  om te vragen of mijn nonkel wou meegaan.   Hij was echter nog niet klaar en zou later achterna komen. Om 9u30 viel een V1-bom recht op de camion en 5 kinderen kwamen om het leven. Mijn nonkel was aan de dood ontsnapt. 
Deze V1 is een schenking van de Amerikaanse generaal Armstrong aan de stad Antwerpen / Este V1 es un regalo del general estadounidense Armstrong a la ciudad de Amberes.

De Slag om de Ardennen

Op 16 december 1944 probeerde Hitler zijn succes uit 1940 te herhalen door met een onverwachte en snelle aanval via de Ardennen en Luik door te stoten naar de haven van Antwerpen. In het begin waren de Amerikanen totaal verrast door deze aanval onder codenaam “Wacht am Rhein” en werden ze overrompeld. Toch kon de Duitse opmars op verschillende plaatsen afgeremd worden zodat er  tijd werd gewonnen om de nodige versterkingen te laten aanrukken.  Door het gunstig weer kon ook de geallieerde luchtmacht een tegenaanval inzetten. Half januari 1945 zaten de Duitsers zonder brandstof en op 25 januari was de strijd voorbij. Meer dan 17.200  Duitsers en 19.200 Geallieerden (waarvan het merendeel Amerikanen) kwamen om het leven.
Amerikaanse troepen in een met sneeuw gevulde loopgraaf. Het was de strengste winter sinds jaren met temperaturen tot 20 graden onder nul en 40 centimeter sneeuw / Tropas estadounidenses en una trinchera nevada. Fue el invierno más duro en años con temperaturas de hasta 20 grados bajo cero y 40 centímetros de nieve  (Foto: John Florea, The LIFE Picture Collection/Getty Images)

Cruciaal in het Ardennenoffensief was de verdediging van Bastenaken. Deze stad was een belangrijk strategisch verkeersknooppunt en mocht daarom niet in Duitse handen vallen. Om dit doel te bereiken werd de 101ste Luchtlandingsdivisie (de “Screaming Eagles”) onder leiding van Generaal Douglas Mc Auliffe ingezet. Omdat het slechte weer geen valschermsprongen toeliet, trok de divisie tijdens de nacht van 18 op 19 december 1944 via de weg van Reims (Frankrijk) naar de Ardennen.
 Eén van hen was de Costa Ricaan Carlos Eduardo Bronn Aguilar, zoon van Truman Adolph Bronn (° 1899) en Ofelia Desideria Aguilar (° 1903) en woonachtig in San Isidro del General. Samen met “Combat Command B” van de “10th Armored Division” hield de 101ste Luchtlandingsdivisie stand tot generaal Patton met zijn derde leger de omsingeling van Bastenaken door de Duitsers kon doorbreken. Door hun heldhaftig verzet kregen de “Screaming Eagles” van de Duitsers de bijnaam “Bastogne Bastards”. Carlos was er erg trots op. Samen met zijn collega’s kreeg hij voor buitengewone heldenmoed de meest unieke presidentiële vermelding in de militaire geschiedenis van de Verenigde Staten, want nog nooit eerder had een hele divisie zo’n voorname eer verdiend.
Leden van de 101ste Airborne Division verlaten Bastogne op 29/12/1944 / Los miembros de la 101a Airborne División salieron de Bastoña el 29 de diciembre de 1944 (Foto: U.S. National Archives)

In het derde leger van generaal Patton (in het 137e Infanterie Regiment  van de 35e Infanterie Divisie) bevond zich nog een andere Costa Ricaan, de toen 24-jarige José Manuel Casas G. Op 4 januari 1945 werd hij tijdens gevechten in Bastenaken gewond.  Na zijn herstel nam hij nog deel aan acties met het Negende Leger. José ontving verscheidene onderscheidingen.
Ook Belgische soldaten waren aanwezig in de Slag om de Ardennen.  Tijdens een raid bij het dorpje Bure kwamen op 31 december 1944 drie militairen tegelijk om het leven nadat hun jeep onder vuur was genomen : luitenant Paul Renkin, korporaal Emile Lorphèvre en soldaat Claude de Villermont. Bij de RAF (Royal Air Force) sneuvelden 3 Belgische piloten : Maurice Renard en Jaak Vanderperren op 25 december 1944 en Robert Huens op 23 januari 1945.
Luitenant Paul Renkin / el teniente Paul Renkin (Foto:website/sitio web www.brigade-piron.be

Soldaat / soldado Claude de Villermont (Foto:website/sitio web Résistance Couvin)

Ook kwamen heel wat burgers om het leven die gekneld zaten tussen twee vuren. Enerzijds was er de terreur van de 1st SS Panzer Division van Waffen-SS commandant Joachim Peiper die naast 86 Amerikaanse krijgsgevangenen ook 164 onschuldige burgers liet executeren. En anderzijds waren er in de kerstperiode de geallieerde luchtbombardementen boven  Malmedy, Sankt Vith, La Roche en Ardenne en Houffalize die voor heel wat burgerslachtoffers zorgden. 
In totaal werden tijdens de Slag om de Ardennen in België tussen de 2.000 en 2.500 burgers gedood en in het Groothertogdom Luxemburg ongeveer 500.  
Amerikaanse troepen met Belgische kinderen/Tropas estadounidenses con niños belgas (Foto: George Silk, The LIFE Picture Collection/Getty Images)


Houffalize, verwoest door de bombardementen, betreurde 197 doden/Houffalize, devastado por el bombardeo, con 197 fallecidos (foto : CRIBA, collectie Jean-Jacques Lechat)

Bélgica y Costa Rica durante la Segunda Guerra Mundial 22 parte

Terror a las bombas voladoras

Entre junio de 1944 y marzo de 1945, Alemania lanzó miles de armas de represalía contra Inglaterra y Bélgica en venganza por el bombardeo aliado de ciudades alemanas. Después de la reconquista de Francia, los sitios de lanzamiento alemanes fueron desmantelados y desde el 13 de octubre de 1944, principalmente Amberes se convirtió en el objetivo de las bombas voladoras alemanas como un último intento desesperado de alcanzar el puerto. El V1 era un vehículo aéreo no tripulado lleno de explosivos que estaba programado para detenerse después de una cierta cantidad de kilómetros. Éste producía un típico zumbido y si lo escuchabas, no había que temerle.
Vergeltungswafen 1 (Vergeldingswapen 1/Arma de represalia 1) (foto:Het Journaal van de Eeuw TV1)

El V2, fue un cohete de 14 metros de altura cargado con 1 tonelada de explosivos, era mucho más peligroso y mortal. Cayó del cielo sin previo aviso. Si lo escuchabas, probablemente ya estabas muerto.
El 23 de noviembre de 1944, la iglesia de Saint Lambert  en Muizen (cerca de Malinas) fue destruida en gran parte por una bomba V1, así como varios otros edificios y el castillo de Delft donde vivieron los cuñados de la primera dama doña Yvonne Clays Spoelders. Seis personas fallecieron y 38 resultaron heridas / Op 23 november 1944 werd de Sint-Lambertuskerk  te Muizen (bij Mechelen) grotendeels verwoest door een V1-bom evenals enkele andere gebouwen en het kasteel van Delft waar schoonbroer en schoonzus van First Lady Yvonne Clays Spoelders woonden. Er vielen 6 doden en 38 gewonden (foto:Walter Schaltin) 

Para poder interceptar tantas bombas voladoras como fuera posible, los británicos y los estadounidenses establecieron un cinturón de defensa con el nombre de Antwerp-X. Gracias a la necesaria experiencia adquirida en Londres, se pudieron derribar muchas bombas V1 (2183 en total). Una velocidad inimaginable en ese momento (la velocidad máxima era tres veces la velocidad del sonido) y la altitud de vuelo (hasta más de 80 kilómetros) hizo que el V2 fuera virtualmente invulnerable a la defensa antiaérea.
La defensa antiaérea/de luchtafweer (foto:Het Journaal van de Eeuw, TV1)

El diseñador de estos misiles, Wernher von Braun, logró entregarse a sí mismo y a su unidad a los estadounidenses después de la guerra. Más tarde ayudaría a la NASA a diseñar el cohete Saturno V que llevó a los estadounidenses a la luna.
De las aproximadamente 9.000 armas V disparadas contra Bélgica (principalmente Bruselas, Lieja y Amberes), 775 causaron un total de aproximadamente 8.000 muertes. Cientos de trabajadores forzosos belgas perdieron la vida durante la producción de estas armas en el campo de concentración subterráneo Dora.

Mis recuerdos familiares

Mi madre vivió, junto con sus padres, hermanas y hermano, principalmente en la calle Krijgsbaan en Wijnegem (Amberes) durante la Segunda Guerra Mundial. Al final de este calle, mi tío y algunos otros niños del vecindario habían descubierto un camión abandonado en el que encontraron un dispositivo extraño. Pensaron que era una radio y empezaron a jugar con ella. Sin embargo, fue una bomba de fósforo. Comenzó a arder y el viento extendió las llamas a la velocidad del rayo. Los niños corrieron a casa rápidamente, incluido mi tío que estaba en llamas. Luego, mi madre lo mantuvo debajo de la bomba de agua y luego llevó a mi tío al hospital. Tenía más de 40 quemaduras que permanecieron visibles durante toda su vida.
El 10 de febrero de 1945, los niños quisieron volver a subir a ese camión. Llegaron a la puerta de mi madre para preguntar si mi tío quería acompañarlos. Sin embargo, aún no había terminado de alistarse y les dijó que iría después. A las 9:30 am, una bomba V1 cayó sobre el camión y murieron 5 niños. Mi tío había escapado de la muerte.

La batalla de las Ardenas

El 16 de diciembre de 1944, Hitler intentó repetir su éxito de 1940 atravesando las Ardenas y Lieja hasta el puerto de Amberes con un ataque rápido e inesperado. Al principio, los estadounidenses quedaron completamente sorprendidos por este ataque con nombre en código "Wacht am Rhein" y fueron tomados por sorpresa. Sin embargo, el avance alemán pudo ralentizarse en varios lugares y con eso ganar tiempo para traer los refuerzos necesarios. El clima favorable también permitió a la Fuerza Aérea Aliada lanzar un contraataque. A mediados de enero de 1945, los alemanes se quedaron sin combustible y la batalla terminó el 25 de enero. Más de 17.200 alemanes y 19.200 aliados (en su mayoría estadounidenses) perdieron la vida.

La estatua del general  McAuliffe y un tanque Sherman estadounidense en el centro de Bastoña/Het standbeeld van generaal McAuliffe en een Amerikaanse Sherman tank in het centrum van Bastenaken

Un tanque Panther alemán en el centro de Houffalize /Een Duitse Panther tank in het centrum van Houffalize


El general George Patton condecora al general Anthony McAuliffe. Este general se hizo famoso por la respuesta que dio en Bastoña a la petición de los alemanes de rendirse: “NUTS” (= Vete al infierno) / Generaal George Patton decoreert generaal Anthony McAuliffe. Deze generaal is beroemd geworden met zijn antwoord dat hij gaf in Bastogne op de vraag van de Duitsers om zich over te geven : “NUTS” (= Loop naar de hel) (Foto:US Army)

Fue crucial en la ofensiva de las Ardenas la defensa de Bastoña. Esta ciudad fue un importante cruce de tráfico estratégico y, por lo tanto, no se le permitió caer en manos alemanas. Para lograr este objetivo, se desplegó la 101ª Airborne Division (las “Águilas Gritonas”) liderada por el general Douglas McAuliffe. Debido a que el mal tiempo no permitía los saltos en paracaídas, la división se trasladó durante la noche del 18 al 19 de diciembre de 1944 por la carretera de Reims (Francia) a las Ardenas.

Uno de ellos fue el costarricense Carlos Eduardo Bronn Aguilar, hijo de don Truman Adolph Bronn y doña Ofelia Desideria Aguilar y residente en San Isidro del General. Junto con el “Combat Command B” de la “10th Armored Division”, la 101ª Airborne Division resistió hasta que el General Patton con su tercer ejército pudo romper el cerco de Bastoña por los alemanes. Debido a su heroica resistencia, los alemanes apodaron a las “Águilas Gritonas” como “Bastardos de Bastoña”. Don Carlos estaba muy orgulloso de ello. Junto con sus colegas, recibió la mención presidencial más singular en la historia militar de los Estados Unidos por su extraordinario heroísmo,  nunca antes una división entera había ganado este honor tan distinguido.

En el Tercer Ejército del General Patton (en el 137 Regimiento de Infantería de la 35 División de Infantería) se encontraba otro costarricense, José Manuel Casas G., 24 años a ese momento. El 4 de enero de 1945 fue herido en un combate en Bastoña. Tras su recuperación participó en acciones con el Noveno Ejército.  Don José recibió varios honores.

Los soldados belgas también estuvieron presentes en la Batalla de las Ardenas. Durante una redada cerca del pueblo de Bure el 31 de diciembre de 1944, tres soldados murieron al mismo tiempo después de que su jeep fuera atacado: el teniente Paul Renkin, el cabo Emile Lorphèvre y el soldado Claude de Villermont. Tres pilotos belgas murieron en la RAF (Royal Air Force): Maurice Renard y Jaak Vanderperren el 25 de diciembre de 1944 y Robert Huens el 23 de enero de 1945.
También murieron muchos civiles que quedaron atrapados entre dos incendios. Por un lado, estaba el terror de la 1.a División Panzer SS del comandante de las Waffen-SS Joachim Peiper quien, además de 86 prisioneros de guerra estadounidenses, también ejecutó a 164 civiles inocentes. Y por otro lado, durante el período navideño se produjeron los ataques aéreos aliados sobre Malmedy, Sankt Vith, La Roche en Ardenne y Houffalize, que causaron muchas bajas civiles.


 La Roche en Ardenne fue destruida en un 90 % y dejó 117 fallecidos/La Roche-en-Ardenne was voor 90 % verwoest en telde 117 doden (foto:Kriegsblatt Nr. 3-Kriegserlebnisse, Provincie Luik) 

 Sankt-Vith fue destruido en un 98 % y 250 personas fallecieron/Sankt-Vith werd voor 98 % verwoest en betreurde 250 doden (foto:Kriegsblatt Nr. 3-Kriegserlebnisse, Provincie Luik)

En total, entre 2.000 y 2.500 civiles murieron en Bélgica durante la Batalla de las Ardenas y unos 500 en el Gran Ducado de Luxemburgo.

Bronnen/Fuentes:
België in de Tweede Wereldoorlog, Frank DecatLuc De Vos
Homenaje a los combatientes costarricenses en la Segunda Guerra Mundial
De Belgen in Engeland 40/45 : de Belgische strijdkrachten in Groot-Brittannië tijdens WOII, Frank Decat
Bastogne : De grootste slag om de Ardennen,  Peter Schrijvers
Bombardementen in België tijdens WOII + Elke dag angst, Pieter Serrien

Foto’s van de Costa Ricanen komen uit/Fotos de los ticos tomado del libro : Homenaje a los combatientes costarricenses en la Segunda Guerra Mundial.

lunes, 7 de septiembre de 2020

La Liga Belga de Fútbol comenzó con 2 costarricenses - Belgische Voetbalcompetitie van start gegaan met 2 Costa Ricanen


La Liga Belga de Fútbol comenzó con 2 costarricenses
Manfred Ugalde llegó a Bélgica en la segunda semana de agosto, vía Madrid, para unirse a su equipo de fútbol en Lommel. El costarricense no pudo salir antes del país debido al trámite para obtener una visa de trabajo en Bélgica, pues solo así los costarricenses pueden ingresar actualmente a los Estados miembros de la Unión Europea. El 17 de agosto, jugó para su nuevo equipo por primera vez, aunque solo unos minutos, en un amistoso contra Sint-Truiden. Una semana después, durante el primer partido de la liga de la 1ª División B, Ugalde pudo entrar a los 69 minutos y recibió su primera tarjeta amarilla en el minuto 94. El 30 de agosto, jugó contra el equipo de promesas del Club Brujas, ingresó a la cancha en el minuto 63 y anotó el gol para el empate en el minuto 85.
(Foto:sitio web/website Lommel SK)

Alexis Gamboa ha vuelto a su club Waasland-Beveren desde el 25 de agosto. El zaguero costarricense no pudo salir antes de su tierra natal debido al COVID-19. Después de una prueba de Covid negativa, comenzó a entrenar nuevamente, pero aún no ha jugado para su equipo. Gamboa es el único costarricense en la competición de fútbol de la 1ª División A de Bélgica.
(Foto:sitio web/website Waasland Beveren)

Belgische Voetbalcompetitie van start gegaan met 2 Costa Ricanen
Manfred Ugalde kwam in de tweede week van augustus, via Madrid, naar België om zich bij zijn voetbalteam in Lommel te voegen. De Costa Ricaan had het land niet eerder kunnen verlaten vanwege de procedure die hij moest doorlopen om een werkvisum in België te krijgen, want alleen op deze manier kunnen Costa Ricanen momenteel de lidstaten van de Europese Unie binnenkomen. Op 17 augustus speelde hij voor het eerst voor zijn nieuwe ploeg, weliswaar slechts enkele minuten, in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Sint-Truiden. Een week later, tijdens de eerste competitie- wedstrijd van de 1e klasse B, mocht Ugalde na 69 minuten invallen en incasseerde hij  in minuut 94 zijn allereerste gele kaart. Op 30 augustus werd hij na 63 minuten in de wedstrijd tegen de beloften ploeg van Club Brugge gebracht en scoorde hij in de 85ste minuut de gelijkmaker.   
Ian Hautekiet & Manfred Ugalde (foto:Dick Demey)

Alexis Gamboa is sinds 25 augustus terug bij zijn club Waasland-Beveren. De Costa Ricaanse verdediger geraakte, door COVID-19, niet eerder weg uit zijn thuisland. Na een negatieve coronatest kon hij opnieuw de trainingen aanvatten maar momenteel is hij nog niet in actie gekomen. Gamboa is de enigste Costa Ricaan in de Belgische 1e klasse A voetbalcompetitie.

Bronnen/Fuentes:
ESPN Deportes
CRHoy
website / sitio web Waasland Beveren