lunes, 30 de mayo de 2022

Historia de don Lionel Hagenaers / Het verhaal van Lionel Hagenaers

 

Historia de don Lionel Hagenaers

El próximo mes se cumplirán 90 años desde que Lionel Hagenaers falleció a los 68 años en su habitación del Hotel Alamac en Broadway, Nueva York. Fue banquero y empresario, cónsul de Portugal en Nueva York, presidente de la Cámara de Comercio de Bélgica en Estados Unidos y cónsul general de Costa Rica en Amberes y cónsul de Costa Rica en Londres.

Joannes Carolus Lionel Hagenaers nació el 18 de noviembre de 1863 en Amberes, el sexto de un total de siete hijos. Su madre era Maria Joanna Beylemans y su padre, Guilielmus, quien fui corredor de seguros. La familia vivió en el número 26 de la calle “Sint-Paulusstraat”.

Poco se sabe de la infancia de don Lionel. A principios del siglo XX estuvo en Costa Rica y supuestamente  organizó un comercio de banano en Nueva York desde Puerto Limón. Más tarde, junto con Minor C. Keith, habría sido uno de los fundadores de la United Fruit Company y después  de 1904, uno de los socios y financistas de la misma Minor C. Keith para la construcción de un ferrocarril al Océano Atlántico, el llamado “Ferrocarril Al Norte”.

Según Yves de la Goublaye de Ménorval (de Geneanet), don Lionel habría sido el padrino del hijo menor de Minor C. Keith, a saber, Rafael William Keith Alvarado. Se graduó a principios de 1930 de ingeniero en la Universidad de Cornell en Estados Unidos y fue el fundador de la Escuela Técnica Nacional en el barrio Amón en San José, escuela donde se graduarían muchos jóvenes en las ramas de electricidad, dibujo y matemáticas.

A fines de 1911, Lionel también fue uno de los financistas de las fábricas de San José de Suaita, en Santander, Colombia, un descabellado proyecto agroindustrial de los hermanos Caballero Barrera. Lionel Hagenaers había reunido a un grupo de capitalistas europeos para construir la instalación planificada de una fábrica de hilado y tejido. Para ello, uno de ellos (Lucas) viajó con Lionel desde Nueva York a Amberes con el fin de fundar en esta ciudad la Sociedad Industrial Franco-Belga en mayo de 1912. No fue una historia de éxito porque tras una serie de problemas entre los accionistas y todo tipo de errores técnicos, la empresa acabaría quebrando en 1948.

Durante la Primera Guerra Mundial, don Lionel, como presidente del "Fondo de Ayuda Belga" en Nueva York, fue un verdadero apoyo para sus compatriotas y pudo enviar varios barcos con sacos de harina y otros alimentos, así como ropa al puerto de Rotterdam con destino a Bélgica.

Su esposa, Marie R. Boell, con quien se había casado en 1891, falleció en Brooklyn en 1917. No tuvo hijos y nunca se volvería a casar.

Como empresario y banquero, don Lionel cruzaba regularmente de Nueva York a Amberes y, por lo tanto, era un usuario habitual de la “Red Star Line”. También planeó visitar a su familia en Amberes en junio de 1932. El día trece de ese mes por la noche, don Lionel se sintió mal y se retiró a su habitación en el Hotel Alamac de Nueva York donde falleció esa misma noche. El médico del hotel afirmó que la causa de la muerte fue una indigestión aguda.

 

Lionel Hagenaers (foto:Library of Congress Prints and Photographs Division Washington, D.C.)


Het verhaal van Lionel Hagenaers

Volgende maand zal het 90 jaar geleden zijn dat Lionel Hagenaers op 68-jarige leeftijd overleed in zijn kamer in Hotel Alamac in Broadway, New York. Hij was een bankier en zakenman, consul van Portugal te New York, voorzitter van de Belgische Kamer van Koophandel in de Verenigde Staten en consul generaal van Costa Rica in Antwerpen en consul van Costa Rica in Londen.  

Joannes Carolus Lionel Hagenaers werd geboren op 18 november 1863 te Antwerpen, als zesde van in totaal zeven kinderen. Zijn moeder was Maria Joanna Beylemans en zijn vader, Guilielmus, was een verzekeringsmakelaar. Het gezin woonde in de Sint-Paulusstraat nummer 26.

Van de jeugdjaren van Lionel is weinig bekend. In het begin van de twintigste eeuw bevond hij zich in Costa Rica en zou vanuit Puerto Limón een bananenhandel op New York georganiseerd hebben. Hij zou ook later, samen met Minor C. Keith, één van de oprichters geweest zijn van de United Fruit Company en na 1904 één van de partners en financiers van diezelfde Minor C.Keith voor de bouw van een spoorweg naar de Atlantische Oceaan, de zogenaamde “Ferrocarril Al Norte”. 

Volgens Yves de la Goublaye de Ménorval (van Geneanet) zou Lionel de dooppeter geweest zijn van de jongste zoon van Minor C. Keith, met name Rafael William Keith Alvardo. Die zou begin de jaren 1930 afstuderen als ingenieur aan de Universiteit van Cornell in de Verenigde Staten en de oprichter geweest zijn van de Nationale Technische School in de wijk Amón in San José, een school waar heel wat jongeren zouden afstuderen in de takken elektriciteit, tekenen en wiskunde.

Eind 1911 was Lionel eveneens een van de financiers van de fabrieken van San José de Suaita, Santander, Colombia, een waanzinnig agro-industrieel project van de gebroeders Caballero Barrera. Lionel Hagenaers had  een groep Europese kapitalisten verzameld om de geplande installatie van een spin- en weeffabriek te bouwen. Met dit doel trok één van hen (Lucas) met Lionel van New York naar Antwerpen om in mei 1912 in deze stad de Industriële Maatschappij Franco-Belge op te richten. Het werd geen succesverhaal want na een reeks rechtszaken tussen de aandeelhouders en allerlei technische fouten zou het bedrijf uiteindelijk in 1948 in faling gaan.  

Tijdens de eerste wereldoorlog was Lionel, als voorzitter van de “Belgian Relief Fund” in New York een echte steun voor zijn landgenoten en kon hij verscheidene schepen met zakken bloem en  andere levensmiddelen, evenals kledij naar de haven van Rotterdam sturen met bestemming België.

In 1917 overleed in Brooklyn zijn vrouw, Marie R. Boell, waarmee hij in 1891 gehuwd was. Hij had geen kinderen en zou ook nooit meer hertrouwen.

Als zakenman en bankier maakte Lionel regelmatig de oversteek van New York naar Antwerpen en was hij, zodoende, een regelmatige gebruiker van de “Red Star Line”. Zo was hij ook van plan om in juni 1932 op familiebezoek te gaan in Antwerpen. Op de dertiende van deze maand voelde Lionel zich ’s avonds onwel en trok hij zich terug in zijn kamer in Hotel Alamac in New York waar hij diezelfde nacht nog overleed. Als reden van overlijden gaf de dokter van het hotel een acute indigestie op.

 

Bronnen/Fuentes :

Krantenartikels uit/Articulos de los periodicos : The New York Times, Gazet van Antwerpen, L’Indépendance Belge, L’Echo Belge

New York Naturalization Records, 1882-1944

Rijksarchief België/Archivo nacional de Bélgica

El Quetzal, nrs 262-276, The Society, 1990

Vlaanderen en Latijns-Amerika/Flandes y Latinoamérica, Eddy Stols & Rudi Bleys

Los Belgas – Semana – 17/05/2022

La epopeya de la Fábrica de Hilados y Tejidos de San José de Suaita, Pierre Raymond

La burguesía revolucionaria de San Jos de Suaita, Radio Macondo, Alberto Pinzón Sánchez

La herencia de “Rafles” al TEC, Fernando Montero Bolaños