(la
versión en espagnol está debajo de la versión en néerlandes)
Op 24 maart is
het ‘Wereld Tuberculose Dag” omdat op deze dag, 142 jaar geleden, de Duitse
wetenschapper Robert Koch de bacterie ontdekte die tuberculose veroorzaakte. De
dodelijke infectieziekte TBC wordt in de volksmond ook tering genoemd en wordt
van mens tot mens overgedragen via luchtdruppels. De ziekte is snel te
herkennen, onder andere aan de erg bleke huid van de patiënt, vandaar haar
bijnaam “de witte dood”. Andere symptomen zijn het ophoesten van slijm en
bloed, koorts, zweten en gewichtsverlies.
Tot de late
negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw behoorde tuberculose tot
één van de voornaamste doodsoorzaken in Europa. Enkele Costa Ricanen, die in de
eerste helft van de twintigste eeuw in het oude continent kwamen studeren,
werden eveneens door deze vreselijke ziekte getroffen.
José Francisco
Rodrigo Mata Alfaro werd geboren in Cartago op 12 mei 1909 in het gezin van
Guillermo Mata Oreamuno, een advocaat, en van Maria Alfaro Vargas.
Rodrigo Mata Alfaro (foto : La Prensa Libre)
Rodrigo was een
jongeman met uitzonderlijke kwaliteiten. Hij was één van de beste studenten op
het lyceum van Costa Rica en werd door de leraars beschouwd als een
modelstudent. Zodoende besloot het constitutionele congres van Costa Rica aan
hem een buitengewone studiebeurs toe te kennen om burgerlijk ingenieur (specialiteit
bruggen, wegen en elektriciteit) te gaan studeren aan een Europese
universiteit. Er werd een bedrag toegezegd van zestig dollar per maand plus
honderd dollar per jaar voor het collegegeld. Uitgerekend naar vandaag zouden
dit bedragen vertegenwoordigen van ongeveer EUR 300 (CRC 167.000) en EUR 500
(CRC 278.000) .
Op 24 juni 1927
trok de jonge Rodrigo naar Europa om zijn universitaire studies aan te vatten aan
de Rijksuniversiteit Gent maar zijn droom zou weldra veranderen in een
nachtmerrie toen hij werd besmet met de TBC bacterie die zijn lichaam snel zou ondermijnen.
Zijn ouders in
Costa Rica kregen het nieuws te horen van de ernst van de situatie en haastten
zich om in te schepen naar België naar hun zieke zoon. In die tijd duurde
dergelijke reis nog meer dan 15 dagen en zodoende kwam de familie te laat en ontving
ze het noodlottige nieuws midden op de Atlantische Oceaan.
Rodrigo overleed
in de Rode Kruis kliniek te Elsene (Brussel), op 9 maart 1929 (95 jaar geleden)
omringd door een veertigtal Costa Ricanen, studenten aan de Vrije Universiteit
Brussel die hem allemaal als hun broer beschouwden. Het was dezelfde Costa
Ricaanse kolonie die het lichaam van Rodrigo later zou vergezellen van Brussel
naar Antwerpen voor de uiteindelijke repatriëring naar Costa Rica met het schip “Simon Bolivar” van
de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij.
Kliniek van het Rode Kruis/ Clínica de la Cruz Roja
(foto : collectie/recopilación Banco Dexia Bank)
Op 27 mei 1929
vond in de “Iglesia Metropolitana” in San José een religieuze dienst plaats in
aanwezigheid van duizenden mensen, niet alleen tijdens de begrafenis mis maar
eveneens in de optocht naar de algemene begraafplaats.
De directeur van
het Lyceum van Costa Rica en een voormalige klasgenoot spraken een prachtige
begrafenisrede uit, evenals Guillermo Aguilar Machado, afgestudeerd aan het
Muziek Conservatorium te Brussel, die de Costa Ricaanse kolonie in België
vertegenwoordigde.
Een andere
beursstudent van het Lyceum van Costa Rica was Jaime de los Angeles Castro
Montero. Hij werd geboren op 6 mei 1901 in San José, als derde van in totaal 5
kinderen, in het gezin van Manuel Dolores Castro Umaña, een vakman, en van
Everilda Montero Rojas. De familie was woonachtig in de wijk “Paso de la Vaca” (district
“La Merced”, kanton San José). Jaime vertrok in 1923 naar Europa om aan de
Universiteit van Parijs (Sorbonne) zijn studies aan te vatten.
In 1929 werd
Jaime besmet met de TBC bacterie en belandde hij, na een verblijf in het
“Hospital Laennec” te Parijs, in het sanatorium Grancher in Cambo-les-Bains in
het Franse Baskenland. Uiteindelijk zou de ziekte hem fataal worden en overleed
hij in Parijs op 17 april 1930, twee maanden voordat hij in normale
omstandigheden zou afgestudeerd zijn als dokter.
Sanatorium/Sanatorio Grancher
in/en Cambo-les-Bains (foto : website/sitio web https://www.delcampe.net)
Een derde
slachtoffer van tuberculose onder de Costa Ricaanse studenten in Europa was
José Maria Antonio Gonzalez Zamora. Hij werd geboren in Santo Domingo
(provincie Heredia) op 13 december 1909 in het gezin van Eloy Gonzalez
Barquero, een landbouwer, en van Delfina Zamora Rodriguez.
In december 1927
vertrok hij naar Europa om zijn studies medicijnen aan te vatten. Het is niet
geweten aan welke Universiteit hij deze studies begon want zowel in de
Katholieke Universiteit Leuven als in de Vrije Universiteit Brussel zijn er
geen inschrijvingsfiches op zijn naam terug te vinden. Hoogst waarschijnlijk
waren er concrete plannen om deze aan de VUB aan te vatten. Wat wel vaststaat
is dat José, na een verblijf in het sanatorium “Ter Nood” in Overijse
(provincie Vlaams Brabant), overleed op 19 juli 1929 in het Sint-Elisabeth
Ziekenhuis te Ukkel (Brussel) ten gevolge van tuberculose. Hij werd eveneens
gerepatrieerd naar Costa Rica en werd begraven in Barva (provincie Heredia).
Sanatorium/Sanatorio Ter Nood
in/en Overijse (foto : website/sitio web https://www.delcampe.net)
Tuberculose is
zeker nog geen verleden tijd en blijft, na COVID-19, de meest voorkomende
infectieziekte wereldwijd waar deze ziekte, volgens een rapport van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), in 2022 bij 10,6 miljoen mensen werd
vastgesteld. De Costa Ricaanse gezondheidsautoriteiten meldden in 2022 in
totaal 375 gevallen van tuberculose. In België raken, volgens “Damiaanactie”,
elk jaar tussen de 800 en 1000 mensen
besmet. Voortdurende waakzaamheid blijft aldus vereist.
Liceo
de Costa Rica/Lyceum van Costa Rica (foto : Manuel Gómez Miralles, álbum Costa
Rica América Central 1922, créditos FORCOS CR)
El 24 de marzo es el Día
Mundial de la Tuberculosis porque ese día, hace 142 años, el científico alemán
Robert Koch descubrió la bacteria que causaba la tuberculosis. La mortal
enfermedad infecciosa también llamada popularmente tisis que se transmitía de
persona a persona a través de gotitas respiratorias. La enfermedad se reconoce
rápidamente por la piel muy pálida del paciente y de ahí su apodo “la muerte
blanca”. Otros síntomas incluyen: tos con moco y sangre, fiebre, sudoración y
pérdida de peso.
Hasta finales del siglo XIX
y principios del XX, la tuberculosis fue una de las principales causas de
muerte en Europa. Algunos costarricenses, que llegaron a estudiar al viejo
continente en la primera mitad del siglo XX, también fueron golpeados por esta
terrible enfermedad.
José Francisco Rodrigo Mata
Alfaro nació en Cartago el 12 de mayo de 1909, hijo de don Guillermo Mata
Oreamuno, abogado, y doña María Alfaro Vargas.
Rodrigo era un joven con
cualidades excepcionales. Fue uno de los mejores alumnos del Liceo de Costa
Rica y fue considerado un alumno modelo por sus profesores. Fue así que el
Congreso Constitucional de Costa Rica decidió otorgarle una beca extraordinaria
para estudiar ingeniería civil con especialización en puentes, caminos y
electricidad, en una universidad europea. Se le ofreció una cantidad de sesenta
dólares al mes más cien dólares al año para la matrícula, calculados hoy,
representarían aproximadamente 300 euros (167.000 CRC) y 500 euros (278.000
CRC).
El 24 de junio de 1927, el
joven Rodrigo viajó a Europa para comenzar sus estudios universitarios en la
Universidad de Gante, pero su sueño pronto se convertiría en una pesadilla
cuando se infectó con la bacteria de la tuberculosis que rápidamente minaría su
organismo.
Sus padres en Costa Rica
supieron la noticia de la gravedad de la situación y se apresuraron a embarcar
rumbo a Bélgica para ver a su hijo enfermo. En aquel momento, el viaje duraba
más de 15 días, por lo que la familia llegó demasiado tarde y recibió la
fatídica noticia en medio del océano atlántico.
Rodrigo falleció en la
clínica de la Cruz Roja de Ixelles (Bruselas), el 9 de marzo de 1929 (hace 95
años) rodeado de unos cuarenta costarricenses, estudiantes de la Universidad
Libre de Bruselas, que lo consideraban su hermano. Fue la misma colonia
costarricense quienes luego acompañarían el cuerpo de Rodrigo desde Bruselas a
Amberes, para su eventual repatriación a Costa Rica en el barco “Simón Bolívar”,
de la Compañía Real Holandesa de Vapores.
El
barco/het schip “Simon Bolivar” (foto :
collectie/recopilación R.G. (Rob) Martens)
El 27 de mayo de 1929 se
llevó a cabo un servicio religioso en la “Iglesia Metropolitana” de San José,
ante la presencia de miles de personas, quienes lo acompañaron no solo en la
misa sino también en el cementerio general.
El director del Liceo de
Costa Rica y un excompañero pronunció un hermoso discurso, al igual que
Guillermo Aguilar Machado, egresado del Conservatorio de Música de Bruselas,
quien representó a la colonia costarricense en Bélgica.
Otro estudiante becado del
Liceo de Costa Rica fue Jaime de los Ángeles Castro Montero. Nació el 6 de mayo
de 1901 en San José, fue el tercero de 5 hijos, de la familia de don Manuel
Dolores Castro Umaña, artesano, y doña Everilda Montero Rojas. La familia vivió
en el barrio “Paso de la Vaca” (distrito de La Merced, cantón San José). Jaime viajó
a Europa en 1923 para iniciar sus estudios en la Universidad de París (La
Sorbona).
Universidad de París/Universiteit
van Parijs (foto : website/sitio web https://www.delcampe.net)
En 1929, Jaime contrajo la
bacteria de la tuberculosis y, tras una estancia en el “Hospital Laennec” de
París, acabó en el sanatorio Grancher de Cambo-les-Bains, en el País Vasco
francés. Al final, la enfermedad resultó fatal y falleció en París el 17 de
abril de 1930, dos meses antes de su graduación como médico.
Una tercera víctima de la tuberculosis
entre los estudiantes costarricenses en Europa fue José María Antonio González
Zamora, nacido en Santo Domingo (provincia de Heredia) el 13 de diciembre de
1909 en la familia de don Eloy González Barquero, agricultor, y doña Delfina
Zamora Rodríguez.
En diciembre de 1927 partió
hacia Europa para iniciar sus estudios de medicina. No se sabe en qué
universidad inició estos estudios porque no existen documentos de inscripción a
su nombre ni en la Universidad Católica de Lovaina (UCL) ni en la Universidad
Libre de Bruselas (ULB). Lo más probable es que existía un plan concretos de
iniciar sus estudios en la ULB. Lo cierto es que José, tras una estancia en el sanatorio “Ter Nood” de
Overijse (provincia de Brabante Flamenco), falleció el 19 de julio de 1929 en
el Hospital Santa Isabel de Uccle (Bruselas) a consecuencia de la tuberculosis.
También fue repatriado a Costa Rica y enterrado en Barva de Heredia.
Ciertamente, la
tuberculosis no es cosa del pasado y sigue siendo, después de la COVID-19, la
enfermedad infecciosa más común en todo el mundo, donde, según un informe de la
Organización Mundial de la Salud (OMS), esta enfermedad fue diagnosticada en
10,6 millones de personas en 2022. Las autoridades sanitarias costarricenses
reportaron un total de 375 casos de tuberculosis en 2022. En Bélgica, según la
organización de San Damián “Damiaanactie”, entre 800 y 1.000 personas se
infectan cada año. Por tanto, sigue siendo necesaria una vigilancia constante.
Bronnen/Fuentes :
Bequistas Fallecidos,
Archivo Nacional de Costa Rica / Overleden beursstudenten, Nationaal Archief
van Costa Rica
Tuberculosis, S.O.S.
Amberes / Tuberculose, S.O.S. Antwerpen, 24/03/2021
Memoria de la Secretaria de
Educación Pública / Verslag van de minister van Openbaar Onderwijs, Luis Dobles
Segreda, 1927
Una generación única de
profesionales ticos, formado en Bélgica / Een unieke generatie Costa Ricaanse
professionals, opgeleid in België, Victor Valembois
Banco Nacional de
Bélgica, informe 1927 / Nationale Bank van België, verslag 1927
Artículos del periódico / Krantenartikels
uit : Diario del Comercio, Diario de Costa Rica, La Tribuna, La Prensa Libre,
Le Soir, Het Handelsblad
https://www.familysearch.org
TSE,Tribunal Supremo de
Elecciones de Costa Rica / Hooggerechtshof voor verkiezingen van Costa Rica