domingo, 31 de agosto de 2025

600 JAAR KUL DEEL 3 De Belle Époque - 600 AÑOS DE LA UCL PARTE 3 – La Belle Époque

Onder de alumni van de twintigste eeuw bevinden zich heel wat Belgen zoals de politici Vic Anciaux, Wouter Beke en Leo Tindemans; de auteurs Ernest Claes en Filip De Pillecyn; de televisiemakers Bart Cannaerts en Dirk Denoyelle; de journalisten Jan Wauters, Michel Wuyts, Walter Zinzen, Jef Anthierens en Jos Bouveroux, en de Nobelprijswinnaars Auguste Beernaert, Dominique Pire en Christan de Duve. Ook heel wat Costa Ricanen hebben sinds 1879 de weg naar Leuven gevonden. Hieronder een tweede overzicht. 

Carlos María Jiménez Ortiz (1876-1951)

werd geboren in Cartago op 2 februari 1876 en was de oudste zoon van Manuel Vicente Jiménez Oreamuno, president van het Hooggerechtshof en minister van Staat in verschillende regeringen, en van Juana Ramona Ortiz Garita. In 1889 reisde hij naar Europa om te studeren aan het “Colegio Pío Latino” in Rome. Op 22 augustus 1892 arriveerde Carlos in Leuven en verbleef in een huis op de Grote Markt 26. Hij volgde een kandidatuur filosofie en letteren en een voorbereidende kandidatuur rechten.  Op 16 oktober 1894 trok hij naar de Universiteit van Parijs waar hij in 1897 een graad behaalde in de rechten.

Terug in Costa Rica opende Carlos in San José een advocatenkantoor dat uitgroeide tot één van de meest prestigieuze van het land. Hij was actief betrokken bij de politiek als kandidaat voor het presidentschap van de Republiek in 1928 en 1932. Hij was onder andere gemeenteraadslid van Cartago, afgevaardigde voor Alajuela, staatssecretaris bij Binnenlandse Zaken, consul-generaal en zaakgelastigde van Costa Rica in Frankrijk. Verder was Carlos ook werkzaam als hoogleraar publiekrecht, voorzitter van de Orde van Advocaten en directeur van de krant “La Unión”.

Hij was gehuwd met  María Justina Flores Camacho en had 5 kinderen.


Carlos María Jiménez Ortiz (foto:La Tribuna 26/06/1951) 

Amancio Sáenz Clark (1875-1940)

werd geboren in San José op 6 juni 1875 en was de oudste van in totaal drie zonen uit het gezin van Nicomedes Sáenz Bonilla en Luisa Clark Donell, geboren in New York (Verenigde Staten). Van 1895 tot en met 1900 studeerde Amancio aan de KUL te Leuven en behaalde daar op 25-jarige leeftijd zijn diploma als arts en chirurg. Na zijn stage in verschillende Europese ziekenhuizen en bezoeken aan de belangrijkste wetenschappelijke centra keerde hij terug naar Costa Rica om zich aan te sluiten bij de faculteit Geneeskunde.

In 1903 zetelde Amancio in verschillende examencommissies die de toelatingsexamens van nieuwe artsen beoordeelden. In 1932 werd hij benoemd tot voorzitter van de faculteit Geneeskunde. Hij werkte jarenlang in het ziekenhuis “San Juan de Dios”, en was daar het hoofd van de afdeling Urologie, waarin hij zich had gespecialiseerd. 

Hij huwde op 3 mei 1911 in de “Parroquia de la Merced” van San José met Emilia Marina Mora Salazar. Het huwelijk, ingezegend door priester Jorge Volio, bracht drie kinderen voort. 


Amancio Sáenz Clark (foto:La Prensa Libre 18/09/1940)

Sergio Miguel Fallas Badilla (1877-1951)

werd geboren op 19 februari 1877 in Aserrí (provincie San José), en was het vierde van in totaal 16 kinderen van het gezin van Juan de Dios Fallas Morales en van María Estéfana Badilla Cordero. Sergio kwam op 14 augustus 1895 aan in Leuven maar had daar, door het ontbreken van een bachelor diploma, heel wat problemen om toegelaten te worden tot de universiteit. Dankzij zijn doorzettingsvermogen en intelligentie werd hij toegelaten tot het examen, dat hij met succes aflegde, zodat hij op 22 oktober 1896 kon beginnen als reguliere student van het tweede jaar geneeskunde.

In zijn derde jaar werd hij door de hoogleraar anatomie aangesteld als verantwoordelijke van het werk over dit onderwerp en werd hij naar het “Guy’s Hospital” in Londen gestuurd om zich te perfectioneren in anatomische stukken. Het doel was een museum over anatomie op te richten in de Universiteit. Toen Sergio op 6 juli 1902 terugkeerde naar Costa Rica, met een diploma als dokter en chirurg op zak, liet hij ongeveer 86 stukken na voor het museum.

Tijdens zijn verblijf in Leuven woonde hij achtereenvolgens in de Frederik Lintstraat 14, de Minderbroederstraat 47 en de Ridderstraat 22. Tussendoor verbleef hij nog in de Broekstraat 171 in Herent (arrondissement Leuven).

Op 20 september 1900 huwde Sergio met de Leuvense Irma Van Dyck Demot. Zijn oudste zoon Raymond werd geboren in Vilvoorde, zijn oudste dochter Rosalia in Leuven. Na hun terugkeer naar Costa Rica zouden nog 3 kinderen het gezin vervoegen.

Negen jaar lang werkte Sergio in de provincie Alajuela bij verschillende officiële medische praktijken in Naranjo, San Carlos, Grecia, San Pedro de Poás, Alajuela, San Ramon en Palmares, en in de harten van alle inwoners van voornoemde plaatsen leeft de herinnering aan hem, die alles gaf voor het volk, nog altijd voort.

Hij verhuisde in 1912 naar Puntarenas waar hij de leiding op zich nam van alle officiële medische diensten die er toen bestonden.  Dokter Fallas Badilla is de ontdekker van bacillaire dysenterie (een darminfectie veroorzaakt door de shigella bacterie) wat hij bereikte door nauwgezette klinische - en laboratoriumtests. Ook was hij een tijdje gemeenteraadsvoorzitter en in die functie verrichtte hij prijzenswaardig werk vanwege zijn eerlijkheid en zuinigheid.

Op 26 januari 1922 kwam er een einde aan zijn gezinsgeluk.  Enkele dagen nadat mevrouw Fallas Van Dyck, vergezeld door één van haar dochters, aan een liefdadigheidsevenement ten voordele van asielzoekers van het “Carit Sanatorium” had deelgenomen, werd ze in Puntarenas door één van hen aangevallen met een fatale afloop tot gevolg.   

In 1924 huwde Sergio met Juana Félix de los Angeles Aragón Muñoz waarmee hij nog vier kinderen kreeg.

Dokter Fallas Badilla heeft zich werkelijk onderscheiden in zijn professionele praktijk en heeft gedurende vele jaren diensten van grote waarde geleverd aan de gemeenschap van Puntarenas, waar hij op 19 november 1951 overleed. Om publiekelijk hulde te brengen aan een man die op een bescheiden manier hardnekkig heeft gestreden om de mensen te helpen en Costa Rica op het gebied van gezondheidszorg groot te maken, werd een laan in Puntarenas naar hem vernoemd. Ook een medische ruimte in het Monseigneur Sanabria-ziekenhuis en de apotheek van het Costa Ricaans Sociaal Zekerheidsfonds (CCSS) aldaar draagt zijn naam. 


Sergio Miguel Ezequiel de Jésus Fallas Badilla (foto:Del Puntarenas de Ayer y Hoy 01/07/1946)

Nicolás Chavarría Mora (1865-1927)

werd op 15 september 1865 in San José geboren en kwam twintig jaar later in Leuven aan om civiele techniek en werktuigbouwkunde te studeren aan de KUL. Zijn eerste studiejaar financierde hij zelf, maar het jaar daarop kende de Costa Ricaanse regering hem een beurs toe voor de resterende drie jaar om zijn diploma te halen.  Naast de hierboven vermelde vakken studeerde Nicolás ook nog godsdienst, algemene filosofie en twee jaar architectuur aan de universiteit. Tijdens de jaren dat hij in Leuven woonde (in de Muntstraat nummer 4) werden de cursussen geschiedenis en architectuurtheorie gegeven door de Belgische ingenieurs Joris Helleputte (1852-1925) en Louis Joseph Cousin (1839-1913).

In 1889 studeerde Nicolás af met grote onderscheiding en keerde terug naar Costa Rica. Volgens de beursovereenkomst zou de ingenieur na voltooiing van zijn studie zijn diensten aan het land aanbieden. Hij ging werken bij de Algemene Directie van Openbare Werken, waarvan hij tussen 1890 en 1894 directeur-generaal was. Hij was verantwoordelijk voor het ontwerp van de eerste plannen van het Nationaal Theater. In 1892 leidde hij het project voor het rioolstelsel in San José en in 1904 dat van Cartago. In 1906 ontwierp hij de plannen voor de Nationale Bibliotheek en het gebouw voor de Centrale Penitentiaire Inrichting, of Nieuwe Gevangenis zoals het toen heette (momenteel het Kindermuseum).  

Nicolás was gehuwd met Rosalía Flores Camacho en was de trotse vader van zeven kinderen. Hij werd ook vereerd met het onderscheidingsteken van Commandeur in de Orde van Leopold II van België, een onderscheiding aangevraagd door de Unie van Ingenieurs van de Universiteit Leuven waartoe de gelauwerde behoorde.

 

Santiago Zamora Chacón (1874-1946)

werd op 27 juni 1874 in Santo Domingo (provincie Heredia) geboren en kwam op 3 oktober 1894 in Leuven aan waar hij verbleef op de Graanmarkt nummer 2. Na zijn voorbereidende opleiding gedaan te hebben in de KUL trok hij naar de Universiteit van Brussel (VUB) en studeerde daar af als dokter in de geneeskunde en chirurgie.

Tussendoor was hij op 8 juli 1901 in Brussel gehuwd met de Belgische Adèle Nens Verstegen. Hun zoontje Manuel Cecilio Santiago Adelino werd in 1903 in Brussel geboren maar overleed al acht maanden later. Het koppel trok naar Costa Rica waar op 21 maart 1906 in Heredia hun zoon Raúl Simon werd geboren. Het huwelijk was geen lang leven beschoren want in 1911 trouwde Santiago met María Salas Gamboa waaruit zeven kinderen voortkwamen.

In zijn dokterspraktijk toonde hij, door zijn wetenschappelijke kennis, een zeer bekwaam beoefenaar te zijn op het gebied van pathologie en chirurgie. Niet tevreden met zijn reeds uitgebreide kennis van de geneeskunde maakte de dokter verschillende reizen naar Europa en de Verenigde Staten op zoek naar nieuwe theorieën en praktische ervaring in de behandeling van specifieke ziekten, waarbij hij kennismaakte met de nieuwste ontdekkingen van vooraanstaande figuren in de medische wereld.    


Santiago Adelino de las Mercedes Zamora Chacón (foto:La Prensa Libre 02/11/1946)

Ramón Augusto Villalobos Rodríguez (1876-1944)

werd op 2 december 1876 in Santo Domingo (provincie Heredia) geboren en kwam op 15 augustus 1895 in Leuven aan om er rechten (jurisprudentie) te studeren. Hij was daarvoor ingeschreven onder de Franse voornaam Romain. Hij studeerde ook filosofie en letteren onder de Franse voornaam Auguste, waardoor de foute indruk zou kunnen gewekt worden dat het hier over twee verschillende personen zou kunnen gaan.  Maar niets is minder waar.

Terug in Costa Rica kreeg de licentiaat in de rechten op 31/01/1911 de toestemming om zijn beroep als notaris uit te oefenen. Zijn karaktersterke was zijn maatstaf en daaruit ontstond het vertrouwen dat men in hem stelde. In zijn geboortestad was hij actief in diverse instellingen van het onderwijs, de liefdadigheid of de kerk met het oog op een betere toekomst. Binnen de gemeente onderscheidde hij zich door zijn initiatieven die er altijd op gericht waren de stad, waar hij zo van hield, te verfraaien.

Hij overleed op 9 november 1944 als vrijgezel.  

Gerardo Elias Mora Vargas (1878-1911)

werd geboren in Palmares (provincie Alajuela) op 15 november 1878 en kwam op 1 juli 1897 in Leuven aan waar hij zich vestigde in de Wieringstraat nummer 13. Na het behalen van de titel Doctor in de geneeskunde, chirurgie en verloskunde op 9 oktober 1903 keerde hij twee maanden later terug naar Costa Rica waar hij de eerste officieel benoemde arts in Palmares werd.

Hij huwde op 25 januari 1905 met Hermelina Rodríguez Rodríguez en kreeg drie kinderen maar overleed eind  1911 aan tuberculose, en dit op slechts 33-jarige leeftijd.


Gerardo Elias Mora Vargas (foto:pagina Facebook Museo Virtual de Palmares)

Abraham Rodríguez Salas (1886-1942)

werd geboren in Santa Domingo (provincie Heredia) op 10 juli 1886 en kwam op 3 oktober  1907 in Leuven aan waar hij ging wonen in de Naamse straat nummer 47.  Tussendoor verbleef hij ook nog in Luik. Abraham behaalde zijn diploma geneeskunde in 1913 en vertrok daarna terug naar Costa Rica waar hij zich ging vestigen in Naranjo (provincie Alajuela). Op 10 mei 1914  werd voor hem en voor dokter Santiago Zamora een welkomstfeest georganiseerd door Ramón Villalobos Rodríguez, eveneens afgestudeerd aan de KUL.

Hij huwde in 1918 met Benigna Matamoros Alpizar en was de vader van vier dochters. Hij was een prominente arts en was zeer geliefd in Naranjo dat een park naar hem vernoemde. Tijdens zijn medische praktijk gebruikte dokter Rodríguez brandnetel als onderdeel van de behandelingen om de kwalen van zijn patiënten te verlichten en werd onder andere daardoor als een visionair arts aanzien.  

600 AÑOS DE LA UCL PARTE 3 – La Belle Époque

A lo largo del siglo XX, entre los antiguos estudiantes de Lovaina se cuentan numerosos belgas, entre ellos los políticos Vic Anciaux, Wouter Beke y Leo Tindemans; los escritores Ernest Claes y Filip De Pillecyn; los productores de televisión Bart Cannaerts y Dirk Denoyelle; los periodistas Jan Wauters, Michel Wuyts, Walter Zinzen, Jef Anthierens y Jos Bouveroux; así como los premios Nobel Auguste Beernaert, Dominique Pire y Christian de Duve. Además, desde 1879 un destacado grupo de costarricenses ha pasado por esta universidad. A continuación se ofrece una segunda panorámica.

Carlos María Jiménez Ortiz (1876-1951) primogénito de Manuel Vicente Jiménez Oreamuno - presidente de la Corte Suprema y ministro de Estado en varios gobiernos - y de Juana Ramona Ortiz Garita, nació en Cartago el 2 de febrero de 1876. En 1889 viajó a Europa para estudiar en el Colegio Pío Latino de Roma. El 22 de agosto de 1892 llegó a Lovaina y se hospedó en el número 26 de la Grote Markt. Cursó una licenciatura en Filosofía y Letras y una preparatoria en Derecho. El 16 de octubre de 1894 ingresó a la Universidad de París, donde obtuvo el título de abogado en 1897. De regreso en Costa Rica, abrió en San José un bufete que se convirtió en uno de los más prestigiosos del país. Tuvo una destacada trayectoria política: fue candidato a la Presidencia en 1928 y 1932; además se desempeñó como concejal municipal de Cartago, diputado por Alajuela, secretario de Estado de Gobernación, cónsul general y encargado de negocios de Costa Rica en Francia. También ejerció como profesor de derecho público, presidió el Colegio de Abogados y dirigó el periódico "La Unión". Contrajo matrimonio con María Justina Flores Camacho y fue padre de cinco hijos.


Carlos María Jiménez Ortiz (foto: La Prensa Libre 24/10/1940)    

Amancio Sáenz Clark (1875-1940) nació en San José el 6 de junio de 1875 y fue el primogénito de los tres hijos de Nicomedes Sáenz Bonilla y Luisa Clark Donell, nacido en Nueva York, Estados Unidos. Entre 1895 a 1900 cursó estudios en la Universidad Católica de Lovaina (KUL) y, a los 25 años, se graduó como médico y cirujano. Tras realizar prácticas en varios hospitales de Europa y visitar reconocidos centros científicos, regresó a Costa Rica para integrarse a la Facultad de Medicina.

En 1903 formó parte de varias juntas examinadoras responsables de evaluar los exámenes de admisión de los aspirantes a medicina, y en 1932 fue nombrado presidente de la Facultad de Medicina. Durante muchos años trabajó en el Hospital San Juan de Dios, donde dirigió el Departamento de Urología, su especialidad.

Se casó con Emilia Marina Mora Salazar el 3 de mayo de 1911, en la Parroquia de la Merced de San José, en una ceremonia oficiada por el padre Jorge Volio. La pareja tuvo tres hijos.


Amancio Sáenz Clark (foto:La Tribuna 18/09/1940)

Sergio Miguel Fallas Badilla (1877-1951) nació el 19 de febrero de 1877 en Aserrí, provincia de San José, y fue el cuarto de los 16 hijos de Juan de Dios Fallas Morales y María Estéfana Badilla Cordero. Arribó a Lovaina el 14 de agosto de 1895 y, aunque su falta de licenciatura le complicó el ingreso a la universidad, su constancia e inteligencia le permitieron presentar y aprobar el examen de admisión. Gracias a ello, el 22 de octubre de 1896 inició el segundo año de medicina.

En el tercer año, el catedrático de anatomía lo designó responsable del trabajo en esa materia y lo envió al Hospital Guy de Londres para perfeccionarse en el manejo de especímenes anatómicos, con miras a crear un museo de anatomía en la universidad. Al volver a Costa Rica el 6 de julio de 1902, ya con su título de médico y cirujano, donó cerca de 86 piezas para dicho museo.

Durante su estancia en Lovaina residió, sucesivamente en Frederik Lintstraat 14, Minderbroederstraat 47 y Ridderstraat 22; además se alojó en Broekstraat 171 en Herent (distrito de Lovaina).

El 20 de septiembre de 1900 contrajo matrimonio con Irma Van Dyck Demot, originaria de Lovaina. Su primogénito, Raymond, nació en Vilvoorde (Bélgica), y la mayor de sus hijas, Rosalía, en Lovaina. Tras su retorno a Costa Rica, la familia creció con tres hijos más. Durante nueve años ejerció en la provincia de Alajuela en diversos consultorios médicos oficiales de Naranjo, San Carlos, Grecia, San Pedro de Poás, Alajuela, San Ramón y Palmares. Su recuerdo, por haberlo dado todo al servicio de la gente, permanece vivo entre los habitantes de estas localidades.

En 1912, se trasladó a Puntarenas, donde asumió todos los servicios médicos oficiales disponibles entonces. El doctor Fallas Badilla identificó la disentería bacilar (una infección intestinal provocado por la bacteria Shigella) mediante rigurosas pruebas clínicas y de laboratorio. También desempeñó la presidencia del ayuntamiento, función en la que destacó por su honestidad y austeridad.

El 26 de enero de 1922, la dicha familiar se quebró: pocos días después de que la señora Fallas Van Dyck, acompañada de una de sus hijas, participara en una actividad benéfica en apoyo de los solicitantes de asilo del Sanatorio Carit, fue mortalmente atacada por una de ellas en Puntarenas.

En 1924, Sergio contrajo segundas nupcias con Juana Félix de los Ángeles Aragón Muñoz, con quien tuvo cuatro hijos más. Se distinguió por su ejercicio profesional y por los servicios inestimables que brindó durante años a la comunidad puntarenense, donde falleció el 19 de noviembre de 1951. En su honor, una avenida de Puntarenas lleva su nombre, así como una sala médica del Hospital Monseñor Sanabria y la farmacia de la Caja Costarricense de Seguro Social (CCSS).

Nicolás Chavarría Mora (1865-1927) nació el 15 de septiembre de 1865 en San José y, al cumplir veinte años, se trasladó a Lovaina para cursar ingeniería civil y mecánica en la Universidad Católica. Su primer año lo costeó con recursos propios, pero al siguiente el gobierno de Costa Rica le otorgó una beca que cubrió los tres años restantes de sus estudios. Además de esas carreras, Nicolás siguió asignaturas de religión, filosofía general y dos años de arquitectura. Durante su estancia en  Muntstraat n.° 4), los cursos de historia y teoría de la arquitectura estuvieron a cargo de los  ingenieros belgas Joris Helleputte (1852-1925) y Louis Joseph Cousin (1839-1913).

En 1889, Nicolás se graduó con honores y volvió a Costa Rica. Según lo pactado en su beca, tras concluir sus estudios debía poner sus conocimientos al servicio del país. Así, se unió a la Dirección General de Obras Públicas y asumió la dirección general entre 1890 y 1894. Durante ese periodo elaboró los planos iniciales del Teatro Nacional; en 1892 supervisó el proyecto del alcantarillado de San José y en 1904 hizo lo propio con el de Cartago. Finalmente, en 1906 diseñó los planos de la Biblioteca Nacional y del edificio de la Penitenciaría Central – entonces conocida como Cárcel Nueva y hoy Museo del Niño-.

Contrajo matrimonio con Rosalía Flores Camacho, con quien tuvo siete hijos, y fue distinguido con la Orden de Comendador de Leopoldo II de Bélgica, honor conferido a petición de la Unión de Ingenieros de la Universidad de Lovaina, a la que pertenecía.


José Cipriano Nicolás Chavarría Mora (foto:La Tribuna 31/05/1927)

Santiago Zamora Chacón (1874-1946) nació el 27 de junio de 1874 en Santo Domingo, provincia de Heredia. El 3 de octubre de 1894 llegó a Lovaina, donde se instaló en el número 2 de la Graanmarkt. Después de cursar sus estudios preparatorios en la Universidad Católica de Lovaina (UCL), se matriculó en la Universidad Libre de Bruselas (ULB) y obtuvo el doctorado en medicina y cirugía.

En ese periodo contrajo matrimonio con la belga Adèle Nens Verstegen en Bruselas, el 8 de julio de 1901. Dos años después, en 1903, nació allí su primer hijo, Manuel Cecilio Santiago Adelino, quien lamentablemente falleció al cumplir ocho meses. Poco tiempo después la pareja se trasladó a Costa Rica, y en Heredia vino al mundo su segundo hijo, Raúl Simón, el 21 de marzo de 1906. Aquella unión resultó breve: en 1911 Santiago volvió a casarse, esta vez con María Salas Gamboa, con quien tendría siete hijos.

En el ejercicio de su profesión médica puso de manifiesto un elevado nivel de especialización en  patología y cirugía, sustentado en sólidos conocimientos científicos.  No conforme con su formación, emprendió varios viajes a Europa y Estados Unidos para asimilar nuevas teorías y experiencia práctica en el tratamiento de dolencias específicas, acercándose a los más recientes hallazgos de destacados referentes de la medicina.


Santiago Adelino de las Mercedes Zamora Chacon (foto : Libro Azul de Costa Rica, 1916)

Ramón Augusto Villalobos Rodríguez (1876-1944) nació el 2 de diciembre de 1876 en Santo Domingo, provincia de Heredia. El 15 de agosto de 1895 llegó a Lovaina para estudiar derecho (jurisprudencia) y fue inscrito con el nombre francés de Romain. También cursó filosofía y literatura usando el nombre Auguste, lo que podría llevar a pensar equivocadamente que eran dos personas distintas, aunque no es el caso. De regreso a Costa Rica, el 31 de enero de 1911 obtuvo la autorización para ejercer como notario. Su firmeza de carácter lo identificó y le valió la confianza de la gente. En su ciudad natal colaboró activamente con instituciones educativas, benéficas y religiosas, trabajando por un futuro mejor. En la comunidad se destacó por sus iniciativas, siempre orientadas a embellecer la ciudad que amaba.

Falleció soltero el 9 de noviembre de 1944.

Gerardo Elías Mora Vargas (1878-1911) nació en Palmares, Alajuela,  el 15 de noviembre de 1878. Arribó a Lovaina el 1 de julio de 1897 y se domicilió en el número 13 de Wieringstraat. El 9 de octubre de 1903 obtuvo el título de Doctor en Medicina, Cirugía y Obstetricia; dos meses después regresó a Costa Rica y se convirtió en el primer médico oficialmente nombrado en Palmares. Contrajo matrimonio con Hermelina Rodríguez Rodríguez el 25 de enero de 1905 y tuvo tres hijos. Falleció de tuberculosis a fines de 1911, a los 33 años.

Abraham Rodríguez Salas (1886-1942) nació en Santo Domingo, Heredia, el 10 de julio de 1886. Arribó a Lovaina el 3 de octubre de 1907 y fijó residencia en la calle Namur, número 47; también vivió un tiempo en Lieja. Se graduó como médico en 1913 y luego retornó a Costa Rica, donde se radicó en Naranjo, Alajuela. El 10 de mayo de 1914, su colega y también egresado de la UCL, Ramón Villalobos Rodríguez, organizó una recepción de bienvenida para él y para el Dr. Santiago Zamora.

En 1918 contrajo matrimonio con Benigna Matamoros Alpizar, con quien tuvo cuatro hijas. Fue un médico destacado y muy querido en Naranjo, ciudad que dio su nombre a un parque en su honor. En su práctica, incorporaba la ortiga en tratamientos para aliviar diversas dolencias, lo que le valió fama de médico visionario.


Cirilo Abraham de los Dolores Rodríguez Salas (foto:sitio web/website Familysearch)


Bibliografische bronnen / Referencias Bibliográficas
 

Abarca Hernández, O., & Arias Alpízar, L. M. (2015). La ciudad de Puntarenas y sus vehículos de memoria: Algunas implicaciones de teoría emergente.

Del Puntarenas de ayer y hoy. (1946, 1 de julio). Una ligera biografía del Dr. Don Sergio Fallas Badilla.

Diario de Costa Rica. (1942, 17 de julio). La muerte del doctor don Abraham Rodríguez Salas.

Diario de Costa Rica. (1944, 19 de noviembre). Sentido fallecimiento en Santo Domingo de don Ramón Villalobos.

Diario del Comercio. (1924, 17 de abril). Detalles de la condecoración otorgada al señor Ingeniero don Nicolás Chavarría Mora.

FamilySearch. (s.f.). FamilySearch. https://www.familysearch.org/

Goddefroy, R., Ons, S., & Craps, K. (s.f./z.d.). Archivos de la Universidad de Lovaina [Documentos de archivo]. Universiteitsarchief Leuven.

La Información. (1911, 31 de enero).

La Información. (1914, 17 de mayo). Fiesta social.

La Prensa Libre. (1951, 24 de octubre). Sentida muerte del Lic. Don Carlos María Jiménez Ortiz.

La Tribuna. (1922, 27 de enero). Duelo social en Puntarenas: Doña Irma de Fallas.

La Unión Católica. (1895, 17 de septiembre).

Libro Azul de Costa Rica. (1916). Dr. Santiago Zamora Chacón.

Museo de Palmares. (s.f.). Dr. Gerardo Mora Vargas (1878-1911).

https://www.facebook.com/museodepalmares/posts/dr-gerardo-mora-vargas-1878-1911don-gerardo-mora-fue-el-primer-m%C3%A9dico-oficial-no/908265421343908/

Oconitrillo García, E. (2004). Cien años de política costarricense: 1902-2002, de Ascensión Esquivel a Abel Pacheco.

Ortiga Saludable. (s.f./z.d.). Ortiga Saludable: Productos naturales para tu bienestar.

https://www.ortigasaludable.com/

Rodríguez Argüello, P. K. (2010). Biografías de médicos y cirujanos en Costa Rica.

Sistema Nacional de Bibliotecas de Costa Rica (SINABI). (s.f./z.d.). Biografía de [Entrada 232]. https://www.sinabi.go.cr/diccionariobiografico/biografias/232.html

Sistema Nacional de Bibliotecas de Costa Rica (SINABI). (s.f./z.d.). Biografía de [Entrada 374]. https://www.sinabi.go.cr/diccionariobiografico/biografias/374.html

Stadsarchief Leuven. (s.f./z.d.). Vreemdelingendossiers [Expedientes de archivo].


No hay comentarios.:

Publicar un comentario