sábado, 28 de agosto de 2021

95 jaar geleden overleed Julius Van der Laat / Hace 95 años falleció Julio Van der Laat

 

De landbouw in Costa Rica stond in het begin van de twintigste eeuw nog in zijn kinderschoenen. Onder leiding van de landbouwingenieur Enrique Jiménez Núñez werd in 1910 het ministerie van Landbouw opgericht binnen het ministerie van Ontwikkeling.

Enrique Jiménez Núñez trok in 1885 naar België om muziek te gaan studeren aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel maar op aandringen van zijn familie belandde hij uiteindelijk in de Universitaire Faculteit Landbouwwetenschappen van Gembloers (provincie Namen) waar hij in juli 1888 afstudeerde als landbouwingenieur.

In 1911 begon het ministerie van Landbouw, de voorloper van het huidige ministerie van Landbouw en Veeteelt (MAG), zijn functies. Voorlichting, de gezondheid van planten en dieren, de bosbouw werden gestimuleerd.  Als technisch hoofd van het ministerie werd de Belg Julius Van der Laat aangesteld. Hij was eveneens verantwoordelijk voor de leiding van het ‘Boletin de Fomento’, het maandblad van het ministerie, waarin hij iedereen zeer gedetailleerde informatie verschafte met betrekking tot de landbouwontwikkeling van het land en een verzameling boekjes promootte om de boeren technologisch te actualiseren.


Julius/Julio Van der Laat (foto website/sitio web MAG)

Julius Van der Laat stelde ook vast dat Costa Rica in alle seizoenen rijk was aan bloeiende planten en bloemen en dus bijzonder geschikt zou zijn voor bijenteelt.  Vermits hieraan in Costa Rica weinig aandacht werd besteed, stichtte hij in de periode 1916-1917 het bedrijf “Sociedad Apicola de Costa Rica” (Van der Laat & Co., Apartado 104, San José), ter ontwikkeling van de bijenteelt.

Julius Eduardus Maria Van der Laat werd geboren op 25 juli 1852 te Antwerpen. Zijn ouders waren Bernard Adrian Van der Laat, een zijdefabrikant afkomstig uit Breda (Nederland) en Eugénie Peeters. Julius had nog één oudere broer (Ernest, mijningenieur, professor aan de Universiteit van Leuven en consul van Ecuador) en nog drie jongere zussen (Marie, Emma en Marguerite). Hun jeugdjaren brachten ze door op de Minderbroedersrui te Antwerpen.


Minderbroedersrui/Le Canal des Recollets (foto website/sitio web www.delcampe.net)


Moeder Eugénie Peeters in 1858 met haar 4 kinderen (Jules bevindt zich links op de foto) / Madre Eugénie Peeters en 1858 con sus 4 hijos (Julio está a la izquierda en la foto) (foto : Patrice-Emmanuel Schmitz, Geneanet).


Broer/Hermano Ernest Van der Laat (foto : Patrice-Emmanuel Schmitz, Geneanet).

In 1862 ging Julius naar het Onze-Lieve-Vrouw college te Antwerpen. Dit jezuïetencollege was toen nog gehuisvest in het “Hotel de Fraula” en het naastliggende “Hotel Havenith” in de Keizerstraat. In 1870 sloot hij daar zijn middelbare studies af als eerste van de klas. Na een jaar gestudeerd te hebben aan de universiteit van Leuven (UCL - 1871) trok hij naar de Universiteit van Gembloers waar hij een doctoraat behaalde in de chemie, fysica en natuurwetenschappen. 


Het Onze-Lieve-Vrouw college in de Keizerstraat te Antwerpen (foto hierboven). Het gebouw werd in 1963 gesloopt maar de voorgevel werd bewaard en bij de bouw  van de nieuwe kantoren van de bank BNP Paribas Fortis in 1983-1986 op de Wapper gereconstrueerd (foto hieronder) / El colegio Nuestra Señora en la calle “Keizerstraat” en Amberes (foto arriba). El edificio fue demolido en 1963, pero la fachada se conservó y reconstruyó durante la construcción de las nuevas oficinas del banco BNP Paribas Fortis en 1983-1986 en el calle “Wapper” (foto abajo) (foto : website/sitio web Onze-Lieve-Vrouw College)



Op 29 juli 1881 werd de Société Belge d’Exportation Jules Van der Laat & Co. opgericht waarvan hij de manager was. Deze firma had haar maatschappelijke zetel op de Graanmarkt nummer 11 te Antwerpen en had als voornaamste doel het creëren van nieuwe afzetmogelijkheden voor de Belgische industrie

In datzelfde jaar, op 15 november, huwde Julius Van der Laat te Borgerhout (een deelgemeente van Antwerpen) met Maria Henrica Josepha Deckers Berckelaer en het koppel vestigde zich op de Turnhoutsebaan 126 in dezelfde gemeente.


Turnhoutsebaan/Chaussée de Turnhout, Borgerhout (foto website/sitio web www.delcampe.net)

Onder dagtekening van 27 december 1883 kreeg Julius Van der Laat de toelating om de functie uit te oefenen van handelsagent voor Brazilië te Antwerpen.

In de beginjaren was zijn firma, de Société Belge d’Exportation Jules Van der Laat & Co. ,  heel succesvol en winstgevend met de export van Belgische en buitenlandse koopwaar. Maar na enkele jaren ging het al snel bergaf en stevende de firma af op een faillissement.

Volgens een artikel in de Belgische krant “La Nation” van 1887 heeft het Hof van Assisen van de provincie Antwerpen dit twee jaar onderzocht.

Daarvoor was Julius Van der Laat reeds vertrokken naar Costa Rica samen met zijn vrouw en drie kinderen (Paula, Marcus en Suzanne).  Daar werd het gezin nog uitgebreid met drie zonen (Rafael, Andrés en Felipe).

Julius wijdde zich in Costa Rica aan het oprichten van enkele landbouwbedrijven en het verlenen van zijn diensten aan de regering ter bevordering  van de landbouw zoals reeds vermeld in de inleiding van dit artikel.

In 1920 trok Julius naar El Salvador en Guatemala waar hij al zijn energie en kennis stak in het organiseren van het Directoraat-Generaal van Landbouw en zijn bijgebouwen en dit op verzoek van de regeringen van beide landen.

Op 15 augustus 1926 (95 jaar geleden) overleed Julius op 74-jarige leeftijd, negen maanden na zijn vrouw. Beiden rusten op het “Cementerio General” van San José.

Vandaag telt de familie Vander Laat heel wat nazaten in Costa Rica. Momenteel zit de familie al aan de zesde generatie.

Marcus, de oudste zoon van Julius, werkte in landmeetkunde in de hoogdagen van de United Fruit Company in Limón. Diens kleinzoon, ingenieur Rodolfo (Van der Laat Valverde), bestudeerde gedurende meer dan dertig jaar de vulkanen van het land. Hij behaalde zijn bachelor in Topografische Techniek en trad in 1980 toe tot het Federaal College van Ingenieurs en Architecten van Costa Rica (CFIA Colegio Federado de Ingenieros y Arquitectos de Costa Rica) en was werkzaam bij het Vulkanologisch en Seismologisch Observatorium van Costa Rica (OVSICORI Observatorio Vulcanológico y Sismológico de Costa Rica).  

Een andere kleinzoon van Marcus, Rodrigo (Van der Laat Ulloa), eveneens ingenieur, stichtte in 1969 samen met ingenieur Ricardo A. Jiménez Montealegre het nu nog zeer succesvolle constructiebedrijf Van der Laat y Jiménez.

De zussen Paula en Suzanne Van der Laat Deckers huwden met de broers Ricardo en Nicolás Peña Cañas.

Eén van de vele kleinkinderen van Julius, met name Julio (Van der Laat Segreda) huwde met een Colombiaanse en zodoende kan men ook in dit land een generatie van de familie Van der Laat terugvinden.

                                                  * * * * * * * * * * 

La agricultura en Costa Rica estaba todavía en pañales a principios del siglo XX cuando bajo la dirección del ingeniero agrónomo Enrique Jiménez Núñez, en 1910 se estableció el Ministerio de Agricultura dentro del Ministerio de Fomento.


Enrique Jiménez Núñez (foto : Archivo Histórico Musical de la UCR)

Don Enrique Jiménez Núñez se trasladó a Bélgica en 1885 para estudiar música en el Real Conservatorio de Bruselas, pero ante la insistencia de su familia acabó en la Facultad Universitaria de Ciencias Agrarias de Gembloux (provincia de Namur) donde se graduó en julio de 1888 como ingeniero agricultor.

En 1911 inició funciones en el Departamento de Agricultura, fue precursor del actual Ministerio de Agricultura y Ganadería (MAG), que promovía la información sobre salud vegetal y animal, la silvicultura. El belga don Julio Van der Laat fue nombrado Jefe Técnico del Departamento de Agricultura, fue responsable de la dirección del "Boletín de Fomento" (la revista mensual del ministerio) en el que brindaba a todos información muy completa sobre el desarrollo agrícola del país y promovió una colección de cartillas orientadas a actualizar tecnológicamente a los campesinos.


Julio Van der Laat (foto : Patrice-Emmanuel Schmitz, Geneanet).

Don Julio Van der Laat también reconoció que Costa Rica era rica en plantas con flores en todas las estaciones y, por lo tanto, sería particularmente adecuada para la apicultura. Como se le prestó poca atención en Costa Rica, fundó en el período 1916-1917 la empresa “Sociedad Apícola de Costa Rica” (Van der Laat & Co., Apartado 104, San José) para desarrollar la apicultura.

Don Julio Eduardo María Van der Laat nació el 25 de julio de 1852 en Amberes. Sus padres fueron don Bernardo Adriano Van der Laat, un fabricante de seda de Breda (Holanda) y doña Eugénie Peeters. Don Julio tenía un hermano mayor (don Ernesto, ingeniero de minas, profesor de la Universidad de Lovaina y cónsul de Ecuador) y tres hermanas menores (las señoras María, Emma y Marguerita). Pasaron su juventud en la calle llamada “Canal des récollets” en Amberes.


Madre/Moeder Eugénie Peeters (foto : Patrice-Emmanuel Schmitz, Geneanet).

Padre/Vader Bernard Adrian Van der Laat (foto : Patrice-Emmanuel Schmitz, Geneanet).

En 1862, don Julio fue al Colegio Nuestra Señora en Amberes. Este colegio jesuita todavía se encontraba en el "Hotel de Fraula" y el adyacente "Hotel Havenith" en la calle Rue de l’Empereur. En 1870 terminó allí su educación secundaria como el primero de la clase. Después de estudiar durante un año en la Universidad de Lovaina (UCL - 1871), fue a la Universidad de Gembloux donde obtuvo un doctorado en química, física y ciencias naturales.

El 29 de julio de 1881, la Société Belge d'Exportation Julio Van der Laat & Co. fue fundada con él como gerente. Esta empresa tenía su domicilio social en la calle Marché aux grains, número 11 en Amberes y su principal objetivo era crear nuevas oportunidades de ventas para la industria belga.


El edificio neoclásico en la calle Graanmarkt 9-11, que albergaba la sede de la Société Belge d'Exportation Jules Van der Laat & Co. a finales del siglo XIX, iba a ser demolido según un reciente memorando de arqueología. / Het neoclassicistische gebouw op de Graanmarkt 9-11, waarin eind 19de eeuw de hoofdzetel was gevestigd van de Société Belge d’Exportation Jules Van der Laat & Co., zou volgens een recente archeologienota  gesloopt worden.

Ese mismo año, el 15 de noviembre, Julio Van der Laat se casó con María Henrica Josepha Deckers Berckelaer en Borgerhout (un sub municipio de Amberes) y la pareja se instaló en la calle  Chaussée de Turnhout, número 126 en el mismo municipio.


La esposa María Enriqueta / de echtgenote Marie Henriette Deckers (foto : rodo10, Geneanet).

El 27 de diciembre de 1883, a Julio Van der Laat se le permitió actuar como agente comercial de Brasil en Amberes.

En los primeros años, su empresa, la Société Belge d'Exportation Julio Van der Laat & Co, fue muy exitosa y rentable con la exportación de mercancías belgas y extranjeras. Pero después de unos años, rápidamente se fue cuesta abajo y la empresa se dirigió a la bancarrota.

El Tribunal Penal de la provincia de Amberes lo investigó durante dos años, según consta en el periodico belga La Nation de 1887.

Posteriormente se fue Julio Van der Laat para Costa Rica junto con su esposa y tres hijos (Paula, Marcos y Suzana), allí la familia creció con tres hijos más (Rafael, Andrés y Felipe).

En Costa Rica, Julio se dedicó a formar algunas empresas agrícolas y a prestar sus servicios al Gobierno para la promoción de la agricultura como ya se mencionó en la introducción de este artículo.

En 1920 Julio se trasladó a El Salvador y Guatemala donde dedicó todas sus energías y conocimientos a asumir la Dirección General de Agricultura y sus anexos a pedido de los gobiernos de ambos países.

El 15 de agosto de 1926 (hace 95 años) Julio falleció a la edad de 74 años, nueve meses después que su esposa. Ambos descansan en el “Cementerio General” de San José.

Hoy la familia Vander Laat tiene muchos descendientes en Costa Rica. La familia se encuentra actualmente en su sexta generación.

Don Marcos, el hijo mayor de don Julio, ejerció la topografía en la época de la United Fruit Company en Limón. Su nieto, el ingeniero Rodolfo (Van der Laat Valverde), estudió los volcanes del país por más de treinta años. Recibió su licenciatura en Ingeniería Topográfica e ingresó al Colegio Federado de Ingenieros y Arquitectos de Costa Rica (CFIA) en 1980 y trabajó en el Observatorio Vulcanología y Sismología de Costa Rica (OVSICORI).

Otro nieto de Marcos, Rodrigo (Van der Laat Ulloa), también ingeniero, fundó la Compañía Constructora Van der Laat y Jiménez en 1969 junto al ingeniero Ricardo A. Jiménez Montealegre.

Las hermanas Paula y Suzanne Van der Laat Deckers se casaron con los hermanos Ricardo y Nicolás Peña Cañas.


Susana Van der Laat (foto : La Prensa Libre)

Uno de los muchos nietos de Julio, a saber, Julio (Van der Laat Segreda) se casó con una colombiana y, por lo tanto, también se puede encontrar en este país una generación de la familia Van der Laat.

 

Bronnen/Fuentes :

Historia de la Influencia Extranjera en el desenvolvimiento Educacional y Científico de Costa Rica, Luis Felipe González

Historia de las matemáticas en Costa Rica, Angel Ruiz Zúñiga

Bulletin of the Pan American Union Vol. 51, 1920

El que quiera divertirse, Iván Molina Jiménez

Commerce Reports, Volume 1, number 73 Apiculture in Costa Rica, 29/03/1917

Krantenartikels uit / artículos de periódico de L’Indépendance Belge, La Nation, La Prensa, Diario de Costa Rica

Blog en website van het / blog y sitio web del MAG

Adresboeken Raetinckx Antwerpen / libretas de direcciones Raetinckx Amberes

Website Rijksarchief België / sitio web Archivos Estatales de Bélgica

Introduction : le Père Henri Bosmans, historien des mathématiques, Paul Van Praag

Website/sitio web Geneanet

Website/sitio web Tribunal Supremo de Elecciones

Website/sitio web Onze-Lieve-Vrouw College  

Universiteitsarchief KUL / Archivo universitario UCL


miércoles, 18 de agosto de 2021

Generaal Volio in Fort Jaco, deel 3 / El general Volio en Fort Jacó, parte 3

 

Het ontslag uit Fort Jaco.


Dat Jorge Volio de waarheid sprak toen hij bij aankomst in Fort Jaco antwoordde op de vraag wie hij was, hebben we in de twee vorige delen besproken. Nu moest het allemaal nog bewezen worden.  In Fort Jaco werkten de allerbeste specialisten van die tijd, zoals Auguste Ley (1873-1956) en Guy Vermeylen (1891-1943), pioniers van het eerste uur en samen met nog enkele andere dokters medeoprichters in 1923 van de Belgische Nationale Liga van Geestelijke Hygiëne.


Fort Jaco (postkaart van de website/postal del sitio web www.delcampe.net)

Voor Jorge waren de zes maanden opsluiting in Fort Jaco in complete vergetelheid een ware hel, voornamelijk door  het feit dat hij bijna geen nieuws ontving vanuit Costa Rica, geen kranten, geen brieven, niets.   Arturo Volio, op dat moment president van het  Congres, werd regelmatig op de hoogte gehouden van de gezondheidstoestand van zijn broer. Gelukkig kon Jorge corresponderen met de Venezolaan José Concepción Sotillo Picornell, een fotograaf en journalist die van 1910 tot 1935 in Costa Rica verbleef. Aan hem vroeg Jorge om de nieuwste foto’s van Santa Ana en San José op te sturen, evenals  belangrijke kranten artikels, een  kopie van de foto van zijn diploma van Generaal en documenten die als bewijsstukken konden dienen.

Om te bewijzen dat hij een priester  was, kon hij terugvallen op twee personen die hem in zijn studietijd in het Leo XIII Seminarie steeds met bijzondere genegenheid onderscheidden. Kardinaal Mercier, overleden op 23 januari 1926, kon hem niet meer helpen maar kanunnik Gaspar Simons (1873-1949) gelukkig wel. Hij was één van de eerste priesterstudenten die op het Leo XIII Seminarie hebben gewoond en was tevens een klasgenoot van Claudio Volio, broer van Jorge. Toen Jorge op het seminarie studeerde, was Gaspar Simons daar de directeur.

Eind maart 1927 vroeg Jorge aan de aalmoezenier van het sanatorium naar een ontmoeting met kanunnik Simons die op dat moment priester was van de kerk van Parvis Sint-Gillis (dichtbij Brussel). Dit bezoek heeft de vrijlating van Jorge zeker en vast bevorderd. Vermeldenswaardig over priester Simons is nog het feit dat tijdens zijn begrafenis  in 1949 zijn kist zonder katafalk op de grond werd geplaatst, ter herinnering aan zijn priesterwijding.


Gaspar Simons, Mgr/Monseñor Désiré Mercier en/y Claudio Volio in/en 1892   (foto: archief seminarie Leo XIII/archivo seminario León XIII)

Eveneens in maart 1927 bracht professor Ley de consul van Costa Rica in België op de hoogte dat de toestand van Jorge heel gunstig evolueerde en dat hij spoedig zou kunnen ontslagen worden. Op zijn beurt informeerde consul Auguste-Jules Schenck dokter Rubén Umaña Chavarría hierover. Zonder te wachten op de maatregelen van de familie Volio en zonder overleg met de consul die zijn vertrek zou kunnen autoriseren, verliet Jorge het sanatorium op 16 april 1927. Dit was mogelijk dankzij  invloeden en protesten van het Belgische Ministerie van Justitie die een verzoekschrift tot  onmiddellijke vrijlating hadden ingediend met ondersteuning van de positieve  nieuwsbrieven van dokter Vermeylen over de gezondheidstoestand van Jorge. 

Op aanraden van de directeur van Fort Jaco keerde Jorge niet onmiddellijk terug naar Costa Rica maar vertrok hij naar Zwitserland om daar uit te rusten.  Op 12 februari 1928 kwam Jorge dan uiteindelijk met de stoomboot “Ruggia” in Puerto Limón aan.

 

De laatste jaren.

 

Na zijn terugtrekking uit de politiek in 1936 bleef Jorge achter met enorme schulden en braken er voor hem enkele moeilijke jaren van armoede aan. Om te overleven trok hij zich terug in de afgelegen oerwouden van Sierpe de Osa (provincie Puntarenas) om een bananenplantage op te richten.

In 1940 werd hij door president Calderón  benoemd tot algemeen directeur van het Nationaal Archief en stond hij aan het hoofd van de faculteit Filosofie en Letteren van de Universiteit van Costa Rica. In 1953 keerde hij terug naar de politiek als plaatsvervangend afgevaardigde van de Onafhankelijke Republikeinse Partij en bleef deze functie uitoefenen tot aan zijn dood op 20 oktober 1955.


Overlijdensbericht in de krant / Obituario en el periódico Diario de Costa Rica van/de 21/10/1955


De laatste rustplaats van Jorge Volio op de begraafplaats van Santa Ana / El lugar de descanso final del señor Jorge Volio en el Cementerio de Santa Ana (foto : Willi Otto Kobe)

Generaal Jorge Volio Jiménez was één van de grootste politieke en intellectuele personen van Costa Rica tijdens de vorige eeuw.  Hij was heel goed op de hoogte van het politieke, economische en sociale leven van zijn land en had een bepaalde visie op de toekomst. Met kracht en overtuiging verdedigde hij zijn vooruitstrevende ideologische ideeën, revolutionair voor die tijd. Hij was de allereerste politieke vertegenwoordiger van de Costa Ricaanse werkende klasse en de eerste stem van protest ter verdediging van de minder bedeelden. Vandaar zijn bijnaam “tribuun van het plebs” verwijzend naar de ambtenaar uit het Romeinse Rijk.  

Met zijn partij van de uil lag hij aan de basis van de latere ingrijpende sociale hervormingen in de jaren ’40.

In 1984 veranderde de school van Salitral in Santa Ana haar naam in “Escuela Jorge Volio Jiménez”.

Sinds 1986  reikt het “Colegio de Licenciados y Profesores en Filosofía, Letras, Ciencias y Artes”, afgekort COLYPRO, elk jaar een prijs uit in diverse disciplines, die de naam van Jorge draagt.

En in 1989 werd hem de titel “Benemérito de la Patria” toegekend, de hoogste onderscheiding die door de staat wordt toegekend aan personen die tijdens hun leven hebben bijgedragen aan het welzijn van het land.

  

Villa Sorelois.

 

De ideeën van Jorge werden bedacht en bestudeerd in de rust en sereniteit van zijn huis “Villa Sorelois”, gelegen in Santa Ana (provincie San José). Deze prachtige constructie werd in 1922 ontworpen en gebouwd door Teodorico Quirós Alvarado, schilder, architect, ingenieur en vriend van Jorge. Volgens sommigen zou de dromerige naam van de villa vernoemd zijn naar een Belgische plaatsnaam, maar welke plaats dat dan zou zijn, is niet terug te vinden.

Wat we wel weten is dat een Sorelois een inwoner is van Sorel, een stad in Canada in de Franstalige provincie Quebec. De Canadese poëet William Chapman schreef hierover in “Les Aspirations” (1904) een boek dat de hoogste prijs kreeg van de “Académie Française”. Misschien heeft Jorge dit boek wel gelezen tijdens zijn studententijd in Parijs ?

“Le Sorelois” (1879-1943) was tevens de naam van een regionale Canadese krant. Tijdens de studies van Jorge in het Leo XIII seminarie waren er ook enkele studenten uit Canada, niet uit Quebec maar  uit de provincie New Foundland. Misschien kende één van hen deze Franstalige krant ?

In Leuven was er ook een klooster van de “Broeders van Liefde”, een Belgische congregatie die ook in Canada vestigingen had en in Sorel op zoek was naar goede muzikanten voor onderwijs in de scholen aldaar. Verscheidene Belgische muzikanten trokken in het begin van de twintigste eeuw naar Canada. Misschien heeft Jorge tijdens zijn studiejaren in Leuven één van die musici of iemand van de “Broeders van Liefde” ontmoet die hem vertelden over Sorel. Of zou zijn inspiratie voor de naam van zijn villa komen uit de verhalen van Koning Arthur waarin één van de Ridders van de Ronde Tafel, Sir Galehaut, heerste over het land Sorelois ?


Villa Sorelois circa/aprox. 1928 (foto:Teodorico Quirós, Manuel Gomez Miralles)

 

Allemaal veronderstellingen maar geen zekerheden. Volgens de blog van de  “Escuela Jorge Volio Jiménez” betekent Villa Sorelois “vuela frente al sol” (vliegen voor de zon). Mensen hebben vleugels nodig om te vliegen en om op te stijgen naar het goddelijke, bevestigend dat God de architect is van het universum.

De villa, een ontmoetingsplaats en een baken van cultuur, was tot 1949 de eigendom van generaal Volio. Dankzij de vele inspanningen van zijn jongste dochter, Marina, is de villa nu uitgeroepen tot historisch erfgoed.


Gedeeltelijk zicht op de bibliotheek in de Villa Sorelois met waarschijnlijk heel wat boeken van zijn favoriete auteurs / Vista partial de la biblioteca de la Villa Sorelois probablemente con muchos libros de sus autores favoritos / Immanuel Kant, Søren Kierkegaard,  Miguel de Unamuno, Friedrich Nietzsche,  Antonio Gramsci, Benito Jerónimo Feijoo, Marco Tulio Cicero, Victor Hugo, Hughes de Lamennais, François de Chateaubriand, Alphonse Daudet, Henryk Sienkiewicz (Quo Vadis), Fjodor Dostojevski, Walter Scott en/y Virgilio (Virgilius) (foto sitio web/website Escuela Jorge Volio Jiménez http://esc-jorgevolio.over-blog.com).


                                            *   *   *   *   *   *   *   *   *   *   *


La renuncia de Fort Jacó.

 

Don Jorge Volio estaba diciendo la verdad cuando respondió a la pregunta sobre quién era al llegar a Fort Jacó, lo hemos discutido en las dos partes anteriores. Ahora tenía que probarlo todo. Los mejores especialistas de la época trabajaron en Fort Jacó, como Auguste Ley (1873-1956) y Guy Vermeylen (1891-1943), pioneros desde el principio y, junto con algunos otros médicos, cofundadores en 1923 de la Liga Nacional Belga de Higiene de la Salud Mental.


Fort Jacó (postal del sitio web / postkaart van de website www.delcampe.net)

Para Jorge, los seis meses de encierro en Fort Jacó en completo olvido fueron un infierno, principalmente por el hecho de que casi no recibió noticias de Costa Rica, ni periódicos, ni cartas, nada. Don Arturo Volio, entonces presidente del Congreso, fue actualizado periódicamente sobre la salud de su hermano. Afortunadamente, Jorge pudo mantener correspondencia con el venezolano, José Concepción Sotillo Picornell, fotógrafo y periodista que vivió en Costa Rica de 1910 a 1935.  Jorge le pidió que le enviara las últimas fotos de Santa Ana y San José, así como importantes artículos periodísticos, copia de la foto de su diploma de General y documentos que pudieran servir de prueba.


El documento, emitido el 24 de mayo de 1920 por el Congreso Constitucional de Costa Rica, comprobó que a Jorge efectivamente se le otorgó el grado de General / Het document, uitgegeven op 24 mei 1920 door het Constitutioneel Congres van Costa Rica, dat bewees dat Jorge effectief onderscheiden werd met de graad van Generaal (foto website/sitio web Escuela Jorge Volio Jiménez http://esc-jorgevolio.over-blog.com).

Para demostrar que era sacerdote, podía apoyarse en dos personas que, durante sus estudios en el Seminario León XIII, siempre lo distinguieron con particular afecto. El cardenal Mercier, que falleció el 23 de enero de 1926, ya no pudo ayudarlo, pero afortunadamente el canónigo Gaspar Simons (1873-1949) sí pudo. Fue uno de los primeros sacerdotes estudiantes en asistir al Seminario León XIII y también fue compañero de don Claudio Volio, el hermano de Jorge. Cuando Jorge estudió en el seminario, Gaspar Simons, era el director allí.

A finales de marzo de 1927, Jorge pidió al capellán del sanatorio que se reuniera con el canónigo Simons, que en ese momento era sacerdote de la iglesia de Parvis Saint-Gilles (cerca de Bruselas). Esta visita ciertamente promovió la liberación de Jorge. Cabe mencionar sobre el sacerdote Simons, que durante su funeral en 1949 su féretro fue colocado en el suelo sin catafalco, en memoria de su ordenación sacerdotal.

También en marzo de 1927, el profesor Ley informó al cónsul de Costa Rica en Bélgica que el estado de Jorge estaba progresando muy favorablemente y que pronto podría ser dado de alta. A su vez, el cónsul Auguste-Jules Schenck informó sobre esto al doctor Rubén Umaña Chavarría. Sin esperar las medidas de la familia Volio y sin consultar al cónsul que pudiera autorizar su salida, Jorge abandonó el sanatorio el 16 de abril de 1927. Esto fue posible gracias a las influencias y protestas del Ministerio de Justicia belga que solicitó la inmediata salida apoyado por los boletines informativos positivos del doctor Vermeylen sobre la salud de Jorge.

Por consejo del director de Fort Jacó, Jorge no regresó de inmediato a Costa Rica, sino que se fue a Suiza a descansar allí. El 12 de febrero de 1928 Jorge finalmente llegó a Puerto Limón con el vapor “Ruggia”.

 

Vida posterior.

 

Después de su retiro de la política en 1936, Jorge se quedó con enormes deudas y comenzaron para él varios años difíciles de pobreza. Para sobrevivir, se retiró a las selvas remotas de Sierpe de Osa (provincia de Puntarenas) a crear una hacienda de bananos.

En 1940 fue nombrado Director General de los  Archivos Nacionales por el presidente Calderón y dirigió la Facultad de Filosofía y Letras de la Universidad de Costa Rica. Regresó a la política en 1953 como diputado del Partido Republicano Independiente y permaneció en ese cargo hasta su fallecimiento el 20 de octubre de 1955.


Obituario en el periódico / Overlijdensbericht in de krant La Prensa Libre de/van 21/10/1955


El lugar de descanso final del señor Jorge Volio en el Cementerio de Santa Ana / De laatste rustplaats van Jorge Volio op de begraafplaats van Santa Ana (foto : Willi Otto Kobe)


El general Jorge Volio Jiménez fue una de las más grandes figuras políticas e intelectuales de Costa Rica durante el último siglo. Conocía bien la vida política, económica y social de su país y tenía una particular visión del futuro. Con fuerza y ​​convicción defendió sus ideas ideológicas progresistas, revolucionarias para la época. Fue el primer representante político de la clase trabajadora costarricense y la primera voz de protesta en defensa de los menos afortunados. De ahí su apodo de "tribuno de la plebe" en referencia al funcionario del Imperio Romano.

Con su partido del búho, sentó las bases para las posteriores reformas sociales radicales en la década de 1940.

En 1984 la escuela de Salitral en Santa Ana cambió su nombre a “Escuela Jorge Volio Jiménez”.

Desde 1986, el Colegio de Licenciados y Profesores en Filosofía, Letras, Ciencias y Artes, abreviado COLYPRO, otorga cada año un premio en diversas disciplinas, que lleva su nombre.

Y en 1989 se le otorgó el título de “Benemérito de la Patria”, el máximo galardón que otorga el estado a personas que han contribuido al bienestar del país durante su vida.

 

El busto de Jorge Volio Jiménez erige en la entrada al edificio municipal de Santa Ana y se colocó en 1984 / De buste van Jorge Volio Jiménez staat bij de ingang van het gemeentelijk gebouw van Santa Ana en werd in 1984 geplaatst (foto:José Hernández, La Nación)


Villa Sorelois

 

Las ideas de Jorge fueron concebidas y estudiadas en la calma y serenidad de su casa llamada “Villa Sorelois”, ubicada en Santa Ana (Provincia de San José). Esta hermosa estructura fue diseñada y construida en 1922 por Teodorico Quirós Alvarado, pintor, arquitecto, ingeniero y amigo de Jorge. Según algunos, la villa lleva el nombre de un topónimo belga, pero no hemos encontrado ningún lugar en Bélgica con este nombre.

Lo que sí sabemos es que un “Sorelois” es originario de Sorel, una ciudad de Canadá, en la provincia francófona de Quebec. El poeta canadiense William Chapman escribió sobre esto en "Les Aspirations" (1904) un libro que recibió el máximo premio de la "Académie Française". ¿Quizás Jorge leyó este libro durante su época de estudiante en París?.

“Le Sorelois” (1879-1943) era también el nombre de un periódico regional canadiense. Durante su tiempo de estudio en el seminario León XIII, también asistieron algunos estudiantes de Canadá, no de Quebec sino de la provincia de Terranova. ¿Quizás alguno de ellos conoció este periódico en francés?

En Lovaina también había un monasterio de los “Hermanos de la Caridad”, una congregación belga que también tenía sucursales en Canadá y buscaba buenos músicos en Sorel para la educación en las escuelas de allí. Varios músicos belgas se trasladaron a Canadá a principios del siglo XX. Quizás durante sus años de estudio en Lovaina, Jorge conoció a uno de esos músicos o alguno de los “Hermanos de la Caridad” quien le habló de Sorel. ¿O quizá la inspiración para nombrar su villa nació de las historias del Rey Arturo, donde uno de los Caballeros de la Mesa Redonda, Sir Galehaut, gobernaba la tierra de Sorelois?


Villa Sorelois – Don Jorge Volio Jiménez con familiares y el fotógrafo Manuel Gomez Miralles hacia los años 1930 / Don Jorge Volio Jiménez met familieleden en de fotograaf Manuel Gomez Miralles rond de jaren 1930 (foto:Willi Otto Kobe)

Todas son suposiciones pero no hay ninguna certeza. Según el blog de la “Escuela Jorge Volio Jiménez”, Villa Sorelois significa “vuela frente al sol”. Los seres humanos necesitamos  alas para volar y ascender hacia lo divino, afirmando que Dios es el arquitecto del universo.

La villa, un lugar de encuentro y faro de cultura, perteneció al general Volio hasta 1949. Gracias a los esfuerzos de su hija menor, Marina, la villa fue declarada patrimonio histórico.

 

Don Jorge Volio Jiménez (1882-1955) junto a su esposa doña Hortensia Brenes Louis (1909-1968) y su hija menor Marina (1944). Otros niños fueron Luisa (Luisita) Hortensia (1939-2001) y Braulio (1943-1943). La Sra. Volio también tuvo otra hija llamada María Cecilia (1932-1997) / Jorge Volio Jiménez (1882-1955) samen met zijn vrouw Hortensia Brenes Louis (1909-1968) en zijn jongste dochter Marina (1944). Andere kinderen waren Luisa (Luisita) Hortensia (1939-2001) en Braulio (1943-1943). Mevrouw Volio had ook nog een dochter genaamd Maria Cecilia (1932-1997).

(foto del documental / foto uit de documentaire : Marina Volio Brenes:Ciudadana Distinguida de Santa Ana, 2013 de / van Carlos Díaz Chavarría)

Bronnen/Fuentes:

Jorge Volio y el Partido Reformista, Marina Volio

Jorge Volio, el tribuno de la plebe, Miguel  Acuña

El tribuno de la plebe, Roberto Muríllo

Het seminarie Leo XIII van 1892 tot 1942, Louis De Raeymaeker

Historical Dictionary of Costa Rica, David Diaz Arías, Ronny Viales Hurtado, Juan José Marín Hernández

https://ancestors.familysearch.org

https://www.sinabi.go.cr

https://www.leoxiiiseminarie.org

http://esc-jorgevolio.over-blog.com

https://archives.uclouvain.be

www.visitarcostarica.com

La participación político-partidista de la iglesia, Esteban Sánchez Solano

El doctor Zambrana, Armando Vargas

El uso ingenioso de la ideología en Costa Rica, Astrid Fischel Volio

Pulguita pulgar:cuentos ticos con sal y pimienta, Leonardo Vega Lizano

Los azules días, Joaquín Gutiérrez

Azarías Pallais:cuatro entronques sorprendentes (con énfasis en la relación con Bélgica), Victor Valembois

Hors les murs ¡ Naissance de la psychiatrie extrahospitalière, Jean Vermeylen, Lucette Schouters-Decroly

La fugitiva, Sergio Ramírez

La “Villa” del General Volio, Jorge F. Sibaja Rodríguez

La muerte de Tolstoi en la prensa costarricense, Alvaro Quesada Soto

De geschiedenis van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, Désiré Mercier en de stichting van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (1879-1906), Gerd Van Riel

Ontsnapt uit het archief: Opvang- en verzorgingstehuizen van 1835 tot nu, Bruzz, An Devroe

Varios artículos de / Diverse artikels uit Le Journal de Bruxelles, La Tribuna y/en Diario de Costa Rica

Inéditos y Documentos, https://es.scribd.com

Jorge Volio:General de libertades, José Luis Valenciano

Musique à Sorel, Louise Valois-Liessens

Met speciale dank aan de Heer Stijn Demaré, directeur van het Leo XIII seminarie, de Howard-Tilton Memorial Library, Tulane University in New Orleans en Victor Valembois, schrijver en universiteitsprofessor / Con especial agradecimiento al Sr. Stijn Demaré, director del seminario León XIII, Biblioteca Howard-Tilton Memorial,Tulane University en Nueva Orleans y  Sr. Victor Valembois, escritor y catedrático universitario.


sábado, 7 de agosto de 2021

Eucaristía en honor a Nuestra Señora de los Ángeles

Fiesta de "La Negrita" en Bélgica

  Feest voor “La Negrita” in België  

                                                                               Por/Door Milena Solís Ch

Con alegría el pasado primero de agosto tuvo lugar la solemne celebración eucarística en honor a la Virgen de los Ángeles, patrona de Costa Rica, en la Iglesia de San Bartolomé en Geraardsbergen, Bélgica. La iniciativa nace por parte de la señora Gaudy Pérez, costarricense residente en Bélgica desde hace cinco años. Fue ella a quien la Virgen utilizó como instrumento para llevar a cabo esta bellísimsa iniciativa.



En esta fiesta estaban invitados todos, tanto los costarricenses residentes en Bélgica como fuera de ella. Desde Costa Rica hasta Europa.



En primer lugar, se tuvo que solicitar el permiso pertinente para celebrar la eucaristía al párroco de la Iglesia de San Bartolomé en Geraardsbergen. El pastor Frans Hitchinson se sintió muy complacido y honrado e inmediatamente dio su permiso.

Luego se buscó un sacerdote para oficiar la eucaristía en español. Se contactó con el padre Jos Vanhoof, capellán jefe en Amberes de Apostolatus Maris (la organización eclesiástica que se encarga de la recepción de los marineros en el puerto de Amberes), habiendo trabajado como pastor en Venezuela durante más de 25 años, habla español con fluidez. El pastor Jos también oficia una eucaristía todos los domingos por la tarde en la Iglesia de Santa Catalina, para la comunidad de habla hispana de Amberes. Por tanto, se mostró inmediatamente entusiasmado por oficiar la eucaristía en honor de la Virgen de los Ángeles.

Un tercer sacerdote concelebró, el pastor Jan Van Raemdonck, quien fue hasta 2014 párroco de la Iglesia de San Bartolomé en Geraardsbergen. Fue él quien recibió por primera vez la réplica de 'La Negrita', la imagen de Nuestra Señora de los Ángeles, en 2009.


Los sacerdotes Frans, Jos y Jan / Priesters Frans, Jos en Jan

El domingo pasado en la Misa participaron ticos que residen, trabajan y estudian en Bélgica, junto con sus parejas, familiares, amigos y personas de la ciudad de Geraardsbergen. Contó también con la asistencia del embajador de Costa Rica en Bélgica, señor Sergio Alfaro Salas, su esposa y su hija, el cónsul general de Costa Rica en Bélgica, señor Guillermo Rojas Vargas; quienes también facilitaron el pabellón nacional para esta actividad.


También asistió el alcalde de Geraardsbergen, señor Guido De Padt y su esposa.

Nuestra querida Virgen de los Ángeles estuvo en el altar llena de flores y con listones alusivos a los colores de la bandera de Costa Rica. Los cantos de la Eucaristía fueron en español y la única lectura en neerlandés (uno de los idiomas oficiales de Bélgica) fue el Evangelio.




Padre Jos tocó el "cuatro" (un instrumento musical folclórico típico de Venezuela) y cantó "Junto a tí María"/ Priester Jos speelde op een “cuatro”, een typisch Venezolaans folkloristisch muziekinstrument, en zong het lied “Naast Jou Maria”  


Juan Carlos Matute Araya leyendó el poema “El largo viaje” de Paola Elizondo Pérez/Juan Carlos Matute Araya las het gedicht “De lange reis” voor, geschreven door Paola Elizondo Pérez



En la eucaristía también hubo ceremonia de vestición. El traje de la Virgen fue bordado a mano por la señora Gaudy Pérez, un traje bellísimo que hizo lucir a la Virgen de los Ángeles como una verdadera reina. Otros dos vestidos fueron elaborados y obsequiados por las señoras Denia Alpízar Bolaños y Enar Venegas Araya, residentes de San Ramón de Alajuela, quienes enviaron los vestidos hasta Bélgica.




La señora Denia Alpízar Bolaños (foto:El Sol de Occidente)

Después de la celebración de la Eucaristía, los presentes recibieron una candela bendecida en forma de la Virgen de los Ángeles.



La celebración de la Eucaristía recibió mucha atención, tanto en Bélgica como en Costa Rica.

En Bélgica se realizó un artículo en el semanario católico “Kerk en Leven”. Y en Radio María  se realizó una entrevista al pastor Hitchinson.

En Costa Rica, la celebración eucarística fue retransmitida íntegramente por Radio María y el semanario católico “Eco Católico” del mes de agosto publicó un artículo.

Confiamos que sea el inicio de una tradición, y que compartamos junto a nuestra querida negrita de su fiesta por muchos años más. Nos sentimos muy honrados y agradecidos que la Virgen inspirara en unca costarricense esta hermosa iniciativa. Agradecemos a todos los que  participaron y colaboraron para que pudiera llevarse a cabo.

 

¡Viva Nuestra Señora de los Ángeles!

 


Momento solemne de la quema del incienso en el receptáculo / Plechtig moment van de bewieroking 

*  *  *  *  *  *  *  *  *  *

Met heel wat vreugde vond op 1 augustus laatstleden in de Sint-Bartholomeuskerk in Geraardsbergen, België een plechtige eucharistieviering  plaats ter ere van de Maagd van de Engelen, patrones van Costa Rica. Initiatiefneemster was Gaudy Pérez, een Costa Ricaanse die al vijf jaar in België woont. Zij was het die door de Maagd werd geïnspireerd voor de uitvoering van dit mooie initiatief.

Iedereen was uitgenodigd voor dit feest, zowel Costa Ricanen die in België wonen als daarbuiten. Van Costa Rica tot Europa.

Eerst en vooral moest de nodige toestemming gevraagd worden aan de pastoor van de Sint-Bartholomeuskerk te Geraardsbergen om de Eucharistie in de kerk te mogen vieren. Pastoor Frans Hitchinson was zeer verheugd en vereerd en gaf onmiddellijk zijn toestemming.



Vervolgens diende een priester gezocht te worden om de eucharistieviering in het Spaans te leiden. Er werd contact gelegd met pastoor Jos Vanhoof, de hoofdaalmoezenier van het Antwerpse Apostolatus Maris, de kerkelijke organisatie die zorgt voor de opvang van de zeelui in de haven van Antwerpen. Vermits hij meer dan 25 jaar in Venezuela  als pastoor werkzaam is geweest, spreekt hij vlot Spaans.  Tevens verzorgt pastoor Jos elke zondagmiddag een eredienst voor de Spaanssprekende gemeenschap van Antwerpen in de Sint-Catharinakerk. Hij was dan ook meteen laaiend enthousiast om de Eucharistieviering ter ere van de Maagd van de Engelen voor te gaan. 

Nog een derde priester kwam assistentie verlenen, Jan Van Raemdonck, tot 2014 pastoor van de Sint-Bartholomeuskerk te Geraardsbergen. Hij was het die in 2009 voor het eerst de replica van ‘La Negrita’, het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw, in ontvangst heeft mogen nemen (de kleur van het originele beeldje is zwart en daarom wordt het liefkozend door de Costa Ricanen “La Negrita” genoemd).


 Priester Jan / Padre Jan

Aan de eucharistieviering vorige zondag namen Costa Ricanen deel die wonen, werken of studeren in België, samen met hun partners, familieleden, vrienden en mensen uit Geraardsbergen zelf. Waren ook aanwezig : de ambassadeur van Costa Rica in België, Sergio Alfaro Salas, zijn echtgenote en dochter en de consul generaal van Costa Rica in België, Guillermo Rojas Vargas die speciaal voor deze activiteit zorgde voor de nationale vlag van Costa Rica met wapenschild.


Waren ook aanwezig : de burgemeester van Geraardsbergen, Guido De Padt, en zijn echtgenote.   

Onze Maagd der Engelen stond bij het altaar vol bloemen en met linten die verwezen naar de nationale kleuren van Costa Rica. De liedjes tijdens de Eucharistie waren allemaal in het Spaans en de enige lezing in het Nederlands was het Evangelie.




Oscar Alvarado las de inleidingen tot de eerste en tweede lezing en tot het Evangelie voor / Oscar Alvarado leyendó las moniciones

Kendry Elizondo Pérez las het Gebed tot de Gelovigen voor/Kendry Elizondo Pérez leyendó la Oración de los Fieles

Tijdens de eucharistieviering vond er ook een aankleedceremonie plaats. Het kleed van de Maagd werd met de hand geborduurd door Gaudy Pérez, een prachtig kleed dat de geliefde Maagd der Engelen er laat uitzien als een echte koningin. Twee andere jurken werden gemaakt en cadeau gegeven door Denia Alpízar Bolaños en Enar Venegas Araya, inwoners van San Ramón de Alajuela, die de jurken naar België hebben opgestuurd.




La señora Enar Venegas Araya (foto:El Sol de Occidente)

De aanwezigen kregen na afloop van de eucharistieviering een gezegende kaars in de vorm van de Maagd der Engelen.   



 Voor iedereen in de kerk was er een misboekje in het Nederlands en in het Spaans voorzien, evenals een bidprentje in beide talen met een gebed tot de Maagd Maria / Se proporcionó una hoja de Misa en neerlandés y español para todos, así como una estampita con una oración a la Virgen María, en ambos idiomas





De eucharistieviering kreeg heel wat aandacht, zowel in België als in Costa Rica.

In België door een artikel in het katholieke weekblad “Kerk en Leven” en door een interview met pastoor Hitchinson op Radio Maria.

In Costa Rica werd de eucharistieviering integraal uitgezonden op Radio Maria en verscheen er een artikel in het katholieke weekblad “Eco Católico”.

We vertrouwen erop dat dit het begin is van een traditie, en dat we nog vele jaren deel mogen uitmaken van het feest van “la Negrita”.

We zijn zeer vereerd en dankbaar dat de Maagd een Costa Ricaanse heeft geïnspireerd voor dit mooie initiatief. We bedanken iedereen die heeft meegewerkt om het tot stand brengen van deze Eucharistie.

 

Lang Leve Onze-Lieve-Vrouw der Engelen !