België en Costa Rica tijdens Wereldoorlog 2 deel 16
Tijdens de Duitse inval in België
(10-28 mei 1940) kwamen ongeveer 6.000 Belgische burgers om het leven, de
meeste door Duitse bombardementen.
Trieste koplopers waren Ieper (24 mei, 200 doden), Poperinge (24 mei, 150
doden), Charleroi (14 mei, 130 doden) en Leuven (10 mei, 101 doden). Tijdens de
bezetting moest het ergste nog komen, de bombardementen door de geallieerden.
Het begon al in september 1940 toen de geallieerden de haven van Antwerpen
wilden treffen, maar tweemaal hun doel mistten. Met de eerste nacht 20 doden en
de volgende nacht 40 doden tot gevolg. Op 5 april 1943 liep het helemaal mis.
Amerikaanse vliegtuigen wilden de Duitse vliegtuigfabriek ERLA in Mortsel
(provincie Antwerpen) bombarderen maar van de 383 afgeworpen bommen belandden
er slechts 3 in het doelgebied. Al de rest kwam in de stad terecht. Vier
scholen werden met de grond gelijk gemaakt. 936 mensen kwamen om het leven
waaronder 258 kinderen. Niet alleen fabrieken werden geviseerd maar ook het
spoorwegennet van Kortrijk, Leuven, Mechelen en Hasselt. In september 1943
volgden nog drie zware bombardementen met Kortrijk (4 september, 56 doden),
Ledeberg, bij Gent (5 september, 111 doden) en Brussel (7 september, 327
doden). Vanaf maart 1944 werd de landing in Normandië voorbereid en volgden nog
meer bombardementen door de geallieerden op verkeersknooppunten in Kortrijk (26
maart, 252 doden), Merelbeke, bij Gent (10 april, 428 doden), Schaarbeek, bij
Brussel (8 mei, 473 doden), Brussel (11 mei, 276 doden) en Leuven (12 mei, 246
doden). Na de landing in Normandië namen
de bombardementen op Belgische steden niet af. Ook na de bevrijding en tijdens
het Ardennenoffensief zouden nog vele bombardementen volgen. Naar schatting
18.000 mensen kwamen om in de luchtoorlog in België, meer dan de helft daarvan
door geallieerde bombardementen. In totaal kwamen tussen de 80.000 en 100.000
Belgen om tijdens de Tweede Wereldoorlog zijnde 1% van de bevolking.
Op deze kaart van THOR (Theater History of Operations Reports), het onderzoeksinstituut van de Amerikaanse luchtmacht zie je een overzicht van alle geallieerde bombardementen op België in de periode 1940-1945. Elke bol op de kaart zegt hoeveel missies toen zijn uitgevoerd. Op de stad Oostende en omgeving zijn er zo bijvoorbeeld 407 verschillende bombardeermissies uitgevoerd, op Antwerpen 283, op Brussel 191, op Gent 49, op Leuven 89, op Luik 82 en op Sint-Truiden 63 / Este mapa de THOR (Theater History of Operations Reports), el Instituto de Investigación de la Fuerza Aérea de los Estados Unidos, muestra una visión general de todos los bombardeos aliados de Bélgica en el período 1940-1945. Cada esfera en el mapa indica cuántas misiones se completaron. Por ejemplo, se llevaron a cabo 407 misiones de bombardeo diferentes en la ciudad de Ostende y sus alrededores, en Amberes 283, en Bruselas 191, en Gante 49, en Lovaina 89, en Lieja 82 y en Sint-Truiden 63.
Mortsel 1943 (Foto's/Fotos : Het Journaal van de Eeuw, VRT)
Operatie “Neuland” (Operatie Nieuw territorium)
Het bezit van olie was heel
belangrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voornamelijk de geallieerde
luchtmacht had deze broodnodig. Voor de olie, die uit het Venezolaanse meer van
Maracaibo werd gewonnen, hadden de oliemaatschappijen havens en opslagplaatsen
gevestigd op het nabijgelegen Aruba en Curaçao. Van daaruit vertrokken
regelmatig olietankers om de geallieerden te bevoorraden. Om dit te verhinderen
werd door de Duitse Admiraal Karl Dönitz operatie Neuland georganiseerd, met de
bedoeling de bauxiet- en olietransporten in het Caraïbisch gebied met onderzeeboten
aan te vallen en zoveel mogelijk schepen tot zinken te brengen. In de nacht van 15 op 16 februari 1942 vond
de eerste aanval van Duitse U-boten (afkorting van het Duitse “Unterseeboten”)
op het westelijk halfrond plaats. Er namen zes Duitse en twee Italiaanse
onderzeeboten aan deel.
De SS San Pablo was één van de
eerste gekoelde fruitvrachtschepen, gebouwd in 1915 in Ierland. Het was één van
de 85 schepen van de “United Fruit Company” (nu Chiquita Brands International)
die werden gebruikt om goederen (voornamelijk fruit) te transporteren van de
Caraïben en Centraal Amerika naar markten in de Verenigde Staten. Op 2 juli 1942 ’s avonds (in Europa was het
dan al 3 juli) kwam de SS San Pablo aan in Puerto Limón waar het werd getroffen
door 2 torpedo’s toen men bezig was met het uitladen van het schip. De ontploffing was zo hevig dat de haven en
omgeving gedurende enkele nachten zonder licht zat. Eén bemanningslid (een
brandweerman) en 23 havenarbeiders (allemaal woonachtig in Puerto Limón) die in
het ruim aan het werken waren, kwamen om het leven. De twee torpedo’s werden afgevuurd door onderzeeboot
U-161 van kapitein-luitenant Albrecht Achilles. Hij had nog gediend op de
“Schleswig-Holstein”, het schip dat in 1937 een vriendschapsbezoek had gebracht
aan Costa Rica (zie deel 1). Ten gevolge
van deze aanval bereikten de anti-Duitse gevoelens in Costa Rica een
hoogtepunt. Op 4 juli 1942 vond in San José een betoging plaats die al snel
uitmondde in rellen. Winkels van Duitse, Spaanse en Italiaanse Costa Ricanen
werden bekogeld met stenen, zoals de “Musmanni” bakkerij, de “Siebe” juwelenwinkel
en de “Casa España”. Volgens “Diario de Costa Rica” raakten 76 personen gewond
en werden 123 gebouwen beschadigd. De
anti-Axis beweging vond al snel uitbreiding in de andere provincies zoals in
Cartago waar eveneens rellen uitbraken.
De aanval op de SS San Pablo had zware gevolgen voor de Duitsers, Italianen,
Spanjaarden en Japanners die in Costa Rica woonden. De strikte naleving van de zwarte
lijst en de opsluiting in concentratiekampen zou spoedig volgen (zie deel 12).
De SS San Pablo was één van de 2828
geallieerde en neutrale schepen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door U-boten
tot zinken werden gebracht. Dankzij het ontcijferen van de Duitse marine codes
(de zogenaamde Enigma code) konden de konvooien de Duitse onderzeeërs
ontwijken.
Op 27 september 1943 werd de onderzeeër
U-161 door de U.S. Navy tot zinken gebracht. De volledige bemanning kwam om het
leven, inclusief de 29-jarige kapitein-luitenant Albrecht Achilles.
San Pablo (Foto:Seattle Daily Times, 11/07/1942)
U-161 - 27/09/1943 (Foto:Patterson b1943)
Bélgica y Costa Rica
durante la Segunda Guerra Mundial 16 parte
Durante la invasión alemana de Bélgica (10-28
de mayo de 1940), aproximadamente 6,000 civiles belgas murieron, la mayoría de
ellos por bombardeos alemanes. Con este triste escenario los líderes se
dirigieron a Ypres (24 de mayo, 200 muertes), Poperinge (24 de mayo, 150
muertes), Charleroi (14 de mayo, 130 muertes) y Lovaina (10 de mayo, 101
muertes). Durante la ocupación, lo peor estaba por venir, los bombardeos
aliados. Todo comenzó en setiembre de 1940 cuando los aliados querían llegar al
puerto de Amberes, pero fallaron su objetivo dos veces. Con 20 muertes la
primera noche y 40 muertes la noche siguiente. Todo salió mal el 5 de abril de
1943. Los aviones estadounidenses querían bombardear la fábrica de aviones
alemana ERLA en Mortsel (provincia de Amberes), pero de las 383 bombas
lanzadas, sólo 3 aterrizaron en el área objetivo. Todo lo demás terminó en la
ciudad. Cuatro escuelas fueron arrasadas. Murieron 936 personas, incluídos 258
niños. No sólo se atacaron las fábricas, sino también la red ferroviaria de
Kortrijk, Lovaina, Malinas y Hasselt. En setiembre de 1943, siguieron otros
tres bombardeos en Kortrijk (4 de setiembre, 56 muertes), Ledeberg, cerca de
Gante (5 de setiembre, 111 muertes) y Bruselas (7 de setiembre, 327 muertes). A
partir de marzo de 1944, se prepararon los desembarcos de Normandía y más
bombardeos seguidos por los aliados en los cruces de tráfico en Kortrijk (26 de
marzo, 252 muertos), Merelbeke, cerca de Gante (10 de abril, 428 muertos),
Schaerbeek, cerca de Bruselas (8 de mayo, 473 muertes), Bruselas (11 de mayo,
276 muertes) y Lovaina (12 de mayo, 246 muertes). Después del desembarco en
Normandía, el bombardeo de las ciudades belgas no disminuyó. Muchos bombardeos
seguirían después de la liberación y durante la Batalla de las Ardenas. Se
estima que 18,000 personas murieron en la guerra aérea en Bélgica, más de la
mitad de las cuales fueron por bombardeos aliados. En total, entre 80,000 y
100,000 belgas murieron durante la Segunda Guerra Mundial, siendo el 1% de la
población.
Objetivos del bombardeo: los cruces ferroviarios belgas - Doelwitten van de bombardementen : de Belgische spoorwegknooppunten (Foto : Het Journaal van de Eeuw, VRT)
Lovaina, centro e Iglesia de San Pedro 1944 - Leuven, centrum en Sint-Pieterskerk 1944 (Fotos/Foto's : Het Journaal van de Eeuw, VRT)
Operación “Neuland”
(Operación Nuevo Territorio)
La posesión de petróleo fue muy importante
durante la Segunda Guerra Mundial. Especialmente la Fuerza Aérea Aliada
necesitaba esto con urgencia. Con el petróleo, que se extrajo del lago
venezolano de Maracaibo, las compañías petroleras habían establecido puertos y
almacenes en las cercanías de Aruba y Curazao. Los petroleros salieron
regularmente de allí para abastecer a los aliados. Para evitar esto, la
Operación Neuland fue organizada por el almirante alemán Karl Dönitz con la
intención de atacar los transportes de petróleo y la bauxita en el Caribe con
submarinos y hundir tantos barcos como sea posible. En la noche del 15 al 16 de
febrero de 1942, el primer ataque de U-boten (abreviatura del alemán "Unterseeboten",
submarinos alemanes) tuvo lugar en el hemisferio occidental. Participaron seis
submarinos alemanes y dos italianos.
El barco
“SS San Pablo” fue uno de los primeros buques de carga de fruta refrigerada
construido en Irlanda en 1915. Fue uno de los 85 buques de la United Fruit
Company (ahora Chiquita Brands International) utilizado para transportar bienes
(principalmente frutas) desde el Caribe y América Central a los mercados de los
Estados Unidos. El 2 de julio de 1942 (en Europa ya era el 3 de julio), el SS
San Pablo llegó a Puerto Limón, donde fue golpeado por 2 torpedos mientras
descargaba el barco. La explosión fue tan violenta que el puerto y los
alrededores quedaron sin luz durante varias noches. Un miembro de la
tripulación (un bombero) y 23 trabajadores portuarios (todos residentes de
Puerto Limón) que trabajaban en la bodega fueron asesinados. Los dos torpedos
fueron disparados por el submarino U-161 del capitán teniente Albrecht
Achilles. Él había servido en el
"Schleswig-Holstein", el barco que realizó una visita de amistad a
Costa Rica en 1937 (ver parte 1). Como resultado de este ataque, los
sentimientos anti-alemanes en Costa Rica alcanzaron su punto máximo. El 4 de
julio de 1942, tuvo lugar una manifestación en San José, que pronto provocó
disturbios. Las tiendas de costarricenses-alemanes, españoles e italianos
fueron golpeadas con piedras, como la panadería “Musmanni”, la joyería “Siebe”
y la “Casa España”. Según el "Diario de Costa Rica", 76 personas
resultaron heridas y 123 edificios resultaron dañados. El movimiento anti-Eje
se expandió rápidamente en otras provincias, como Cartago, donde también
estallaron disturbios. El ataque a las SS San Pablo tuvo graves consecuencias
para los alemanes, italianos, españoles y japoneses que vivían en Costa Rica.
La estricta adhesión a la lista negra y la detención en campos de concentración
seguirían pronto (ver parte 12).
El SS San Pablo fue uno de los 2.828 barcos
aliados y neutrales que fueron hundidos por submarinos durante la Segunda
Guerra Mundial. Gracias al descifrado de los códigos navales alemanes (el
llamado código Enigma), los convoyes pudieron evitar a los submarinos alemanes.
El 27 de setiembre de 1943, el submarino U-161
fue hundido por el “US Navy”. Toda la tripulación murió, incluído el capitán
teniente Achilles de 29 años.
Tres fotos tomadas a bordo del vapor "San Pablo" que muestran los daños causados por los dos torpedos. En la fotografía de abajo, a la derecha aparece parte del público que se instaló cerca del muelle, esperando ansioso, el resultado de la obra de salvamento / Drie foto's gemaakt aan boord van het stoomschip "San Pablo" tonen de schade veroorzaakt door de twee torpedo's. Op de foto onderaan rechts verschijnt het purbliek op de pier, da in afwachting is van het resultaat van de reddingswerkzaamheden. (fotos/foto's : Diario de Costa Rica, 04/07/1942).
En la foto pueden apreciarse los cables de acero
con que fue amarrado el barco en la esperanza que resultó vana, de poderlo mantener
a flote./ Op de foto kan je de staalkabels zien waarmee de boot was afgemeerd
in de hoop om hem drijvend te kunnen houden (foto:Diario de Costa Rica, 04/07/1942).
Bronnen/Fuentes/Sources:
België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 10(1990)–Frank Decat, Luc De Vos
Mei 1940, van Albertkanaal tot Leie
Mei 1940, van Albertkanaal tot Leie
De Antillen in Wereldoorlog 2, www.bevrijdingintercultureel.nl
WO II Van Albertkanaal tot
Erlafabrieken, Fik Denissen
Bombardementen in België tijdens WOII / Elke dag angst / Zo was onze oorlog / Lezing in Merelbeke "Bommen op België", Pieter Serrien
Hier vielen de geallieerde
bommen, Andy Stevens, De Standaard
Mythes en
misvattingen van de Tweede Wereldoorlog: hebben de bombardementen op Duitsland
geholpen de oorlog te winnen? Tim Trachet, Jan Ouvry
Espionage and United Fruit:An
analysis of the SS San Pablo, Stewart Pendleton Hood, 2017
U-boats off Bermuda, Eric Wiberg
U-Boat sinks Ship in Costa Rica Port, The New
York Times, 4 July 1942
The “FDR” of Costa Rica: The Life and Times of
Dr. Calderón Guardia, TribunaMag.com
Costa Rica Rioters Smash Axis Shops, The New
York Times, 6 July 1942
No hay comentarios.:
Publicar un comentario