martes, 14 de julio de 2020

Geallieerde bommenregen boven België en een Duitse aanval op Puerto Limón - Lluvia de bombas aliadas sobre Bélgica y un ataque alemán en Puerto Limón.


België en Costa Rica tijdens Wereldoorlog 2 deel 16

Tijdens de Duitse inval in België (10-28 mei 1940) kwamen ongeveer 6.000 Belgische burgers om het leven, de meeste door Duitse bombardementen.  Trieste koplopers waren Ieper (24 mei, 200 doden), Poperinge (24 mei, 150 doden), Charleroi (14 mei, 130 doden) en Leuven (10 mei, 101 doden). Tijdens de bezetting moest het ergste nog komen, de bombardementen door de geallieerden. Het begon al in september 1940 toen de geallieerden de haven van Antwerpen wilden treffen, maar tweemaal hun doel mistten. Met de eerste nacht 20 doden en de volgende nacht 40 doden tot gevolg. Op 5 april 1943 liep het helemaal mis. Amerikaanse vliegtuigen wilden de Duitse vliegtuigfabriek ERLA in Mortsel (provincie Antwerpen) bombarderen maar van de 383 afgeworpen bommen belandden er slechts 3 in het doelgebied. Al de rest kwam in de stad terecht. Vier scholen werden met de grond gelijk gemaakt. 936 mensen kwamen om het leven waaronder 258 kinderen. Niet alleen fabrieken werden geviseerd maar ook het spoorwegennet van Kortrijk, Leuven, Mechelen en Hasselt. In september 1943 volgden nog drie zware bombardementen met Kortrijk (4 september, 56 doden), Ledeberg, bij Gent (5 september, 111 doden) en Brussel (7 september, 327 doden). Vanaf maart 1944 werd de landing in Normandië voorbereid en volgden nog meer bombardementen door de geallieerden op verkeersknooppunten in Kortrijk (26 maart, 252 doden), Merelbeke, bij Gent (10 april, 428 doden), Schaarbeek, bij Brussel (8 mei, 473 doden), Brussel (11 mei, 276 doden) en Leuven (12 mei, 246 doden).  Na de landing in Normandië namen de bombardementen op Belgische steden niet af. Ook na de bevrijding en tijdens het Ardennenoffensief zouden nog vele bombardementen volgen. Naar schatting 18.000 mensen kwamen om in de luchtoorlog in België, meer dan de helft daarvan door geallieerde bombardementen. In totaal kwamen tussen de 80.000 en 100.000 Belgen om tijdens de Tweede Wereldoorlog zijnde  1% van de bevolking. 
Op deze kaart van THOR (Theater History of Operations Reports), het onderzoeksinstituut van de Amerikaanse luchtmacht zie je een overzicht van alle geallieerde bombardementen op België in de periode 1940-1945. Elke bol op de kaart zegt hoeveel missies toen zijn uitgevoerd. Op de stad Oostende en omgeving zijn er zo bijvoorbeeld 407 verschillende bombardeermissies uitgevoerd, op Antwerpen 283, op Brussel 191, op Gent 49, op Leuven 89, op Luik 82 en op Sint-Truiden 63 / Este mapa de THOR (Theater History of Operations Reports), el Instituto de Investigación de la Fuerza Aérea de los Estados Unidos, muestra una visión general de todos los bombardeos aliados de Bélgica en el período 1940-1945. Cada esfera en el mapa indica cuántas misiones se completaron. Por ejemplo, se llevaron a cabo 407 misiones de bombardeo diferentes en la ciudad de Ostende y sus alrededores, en Amberes 283, en Bruselas 191, en Gante 49, en Lovaina 89, en Lieja 82 y en Sint-Truiden 63.


Mortsel 1943 (Foto's/Fotos : Het Journaal van de Eeuw, VRT)

Operatie “Neuland” (Operatie Nieuw territorium)
Het bezit van olie was heel belangrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voornamelijk de geallieerde luchtmacht had deze broodnodig. Voor de olie, die uit het Venezolaanse meer van Maracaibo werd gewonnen, hadden de oliemaatschappijen havens en opslagplaatsen gevestigd op het nabijgelegen Aruba en Curaçao. Van daaruit vertrokken regelmatig olietankers om de geallieerden te bevoorraden. Om dit te verhinderen werd door de Duitse Admiraal Karl Dönitz operatie Neuland georganiseerd, met de bedoeling de bauxiet- en olietransporten in het Caraïbisch gebied met onderzeeboten aan te vallen en zoveel mogelijk schepen tot zinken te brengen.  In de nacht van 15 op 16 februari 1942 vond de eerste aanval van Duitse U-boten (afkorting van het Duitse “Unterseeboten”) op het westelijk halfrond plaats. Er namen zes Duitse en twee Italiaanse onderzeeboten aan deel.
De SS San Pablo was één van de eerste gekoelde fruitvrachtschepen, gebouwd in 1915 in Ierland. Het was één van de 85 schepen van de “United Fruit Company” (nu Chiquita Brands International) die werden gebruikt om goederen (voornamelijk fruit) te transporteren van de Caraïben en Centraal Amerika naar markten in de Verenigde Staten.  Op 2 juli 1942 ’s avonds (in Europa was het dan al 3 juli) kwam de SS San Pablo aan in Puerto Limón waar het werd getroffen door 2 torpedo’s toen men bezig was met het uitladen van het schip.  De ontploffing was zo hevig dat de haven en omgeving gedurende enkele nachten zonder licht zat. Eén bemanningslid (een brandweerman) en 23 havenarbeiders (allemaal woonachtig in Puerto Limón) die in het ruim aan het werken waren, kwamen om het leven.  De twee torpedo’s werden afgevuurd door onderzeeboot U-161 van kapitein-luitenant Albrecht Achilles. Hij had nog gediend op de “Schleswig-Holstein”, het schip dat in 1937 een vriendschapsbezoek had gebracht aan Costa Rica (zie deel 1).  Ten gevolge van deze aanval bereikten de anti-Duitse gevoelens in Costa Rica een hoogtepunt. Op 4 juli 1942 vond in San José een betoging plaats die al snel uitmondde in rellen. Winkels van Duitse, Spaanse en Italiaanse Costa Ricanen werden bekogeld met stenen, zoals de “Musmanni” bakkerij, de “Siebe” juwelenwinkel en de “Casa España”. Volgens “Diario de Costa Rica” raakten 76 personen gewond en werden 123 gebouwen beschadigd.  De anti-Axis beweging vond al snel uitbreiding in de andere provincies zoals in Cartago waar eveneens rellen uitbraken.  De aanval op de SS San Pablo had zware gevolgen voor de Duitsers, Italianen, Spanjaarden en Japanners die in Costa Rica woonden. De strikte naleving van de zwarte lijst en de opsluiting in concentratiekampen zou spoedig volgen (zie deel 12).
De SS San Pablo was één van de 2828 geallieerde en neutrale schepen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door U-boten tot zinken werden gebracht. Dankzij het ontcijferen van de Duitse marine codes (de zogenaamde Enigma code) konden de konvooien de Duitse onderzeeërs ontwijken.
Op 27 september 1943 werd de onderzeeër U-161 door de U.S. Navy tot zinken gebracht. De volledige bemanning kwam om het leven, inclusief de 29-jarige kapitein-luitenant Albrecht Achilles.
                 San Pablo (Foto:Seattle Daily Times, 11/07/1942)
                  U-161 - 27/09/1943 (Foto:Patterson b1943)

Bélgica y Costa Rica durante la Segunda Guerra Mundial 16 parte

Durante la invasión alemana de Bélgica (10-28 de mayo de 1940), aproximadamente 6,000 civiles belgas murieron, la mayoría de ellos por bombardeos alemanes. Con este triste escenario los líderes se dirigieron a Ypres (24 de mayo, 200 muertes), Poperinge (24 de mayo, 150 muertes), Charleroi (14 de mayo, 130 muertes) y Lovaina (10 de mayo, 101 muertes). Durante la ocupación, lo peor estaba por venir, los bombardeos aliados. Todo comenzó en setiembre de 1940 cuando los aliados querían llegar al puerto de Amberes, pero fallaron su objetivo dos veces. Con 20 muertes la primera noche y 40 muertes la noche siguiente. Todo salió mal el 5 de abril de 1943. Los aviones estadounidenses querían bombardear la fábrica de aviones alemana ERLA en Mortsel (provincia de Amberes), pero de las 383 bombas lanzadas, sólo 3 aterrizaron en el área objetivo. Todo lo demás terminó en la ciudad. Cuatro escuelas fueron arrasadas. Murieron 936 personas, incluídos 258 niños. No sólo se atacaron las fábricas, sino también la red ferroviaria de Kortrijk, Lovaina, Malinas y Hasselt. En setiembre de 1943, siguieron otros tres bombardeos en Kortrijk (4 de setiembre, 56 muertes), Ledeberg, cerca de Gante (5 de setiembre, 111 muertes) y Bruselas (7 de setiembre, 327 muertes). A partir de marzo de 1944, se prepararon los desembarcos de Normandía y más bombardeos seguidos por los aliados en los cruces de tráfico en Kortrijk (26 de marzo, 252 muertos), Merelbeke, cerca de Gante (10 de abril, 428 muertos), Schaerbeek, cerca de Bruselas (8 de mayo, 473 muertes), Bruselas (11 de mayo, 276 muertes) y Lovaina (12 de mayo, 246 muertes). Después del desembarco en Normandía, el bombardeo de las ciudades belgas no disminuyó. Muchos bombardeos seguirían después de la liberación y durante la Batalla de las Ardenas. Se estima que 18,000 personas murieron en la guerra aérea en Bélgica, más de la mitad de las cuales fueron por bombardeos aliados. En total, entre 80,000 y 100,000 belgas murieron durante la Segunda Guerra Mundial, siendo el 1% de la población.
Objetivos del bombardeo: los cruces ferroviarios belgas - Doelwitten van de bombardementen : de Belgische spoorwegknooppunten (Foto : Het Journaal van de Eeuw, VRT)

Lovaina, centro e Iglesia de San Pedro 1944 - Leuven, centrum en Sint-Pieterskerk 1944  (Fotos/Foto's : Het Journaal van de Eeuw, VRT)

Operación “Neuland” (Operación Nuevo Territorio)
La posesión de petróleo fue muy importante durante la Segunda Guerra Mundial. Especialmente la Fuerza Aérea Aliada necesitaba esto con urgencia. Con el petróleo, que se extrajo del lago venezolano de Maracaibo, las compañías petroleras habían establecido puertos y almacenes en las cercanías de Aruba y Curazao. Los petroleros salieron regularmente de allí para abastecer a los aliados. Para evitar esto, la Operación Neuland fue organizada por el almirante alemán Karl Dönitz con la intención de atacar los transportes de petróleo y la bauxita en el Caribe con submarinos y hundir tantos barcos como sea posible. En la noche del 15 al 16 de febrero de 1942, el primer ataque de U-boten (abreviatura del alemán "Unterseeboten", submarinos alemanes) tuvo lugar en el hemisferio occidental. Participaron seis submarinos alemanes y dos italianos.
El  barco “SS San Pablo” fue uno de los primeros buques de carga de fruta refrigerada construido en Irlanda en 1915. Fue uno de los 85 buques de la United Fruit Company (ahora Chiquita Brands International) utilizado para transportar bienes (principalmente frutas) desde el Caribe y América Central a los mercados de los Estados Unidos. El 2 de julio de 1942 (en Europa ya era el 3 de julio), el SS San Pablo llegó a Puerto Limón, donde fue golpeado por 2 torpedos mientras descargaba el barco. La explosión fue tan violenta que el puerto y los alrededores quedaron sin luz durante varias noches. Un miembro de la tripulación (un bombero) y 23 trabajadores portuarios (todos residentes de Puerto Limón) que trabajaban en la bodega fueron asesinados. Los dos torpedos fueron disparados por el submarino U-161 del capitán teniente Albrecht Achilles.  Él había servido en el "Schleswig-Holstein", el barco que realizó una visita de amistad a Costa Rica en 1937 (ver parte 1). Como resultado de este ataque, los sentimientos anti-alemanes en Costa Rica alcanzaron su punto máximo. El 4 de julio de 1942, tuvo lugar una manifestación en San José, que pronto provocó disturbios. Las tiendas de costarricenses-alemanes, españoles e italianos fueron golpeadas con piedras, como la panadería “Musmanni”, la joyería “Siebe” y la “Casa España”. Según el "Diario de Costa Rica", 76 personas resultaron heridas y 123 edificios resultaron dañados. El movimiento anti-Eje se expandió rápidamente en otras provincias, como Cartago, donde también estallaron disturbios. El ataque a las SS San Pablo tuvo graves consecuencias para los alemanes, italianos, españoles y japoneses que vivían en Costa Rica. La estricta adhesión a la lista negra y la detención en campos de concentración seguirían pronto (ver parte 12).
El SS San Pablo fue uno de los 2.828 barcos aliados y neutrales que fueron hundidos por submarinos durante la Segunda Guerra Mundial. Gracias al descifrado de los códigos navales alemanes (el llamado código Enigma), los convoyes pudieron evitar a los submarinos alemanes.
El 27 de setiembre de 1943, el submarino U-161 fue hundido por el “US Navy”. Toda la tripulación murió, incluído el capitán teniente Achilles de 29 años.
Tres fotos tomadas a bordo del vapor "San Pablo"  que muestran los daños causados por los dos torpedos. En la fotografía de abajo, a la derecha aparece parte del público que se instaló cerca del muelle, esperando ansioso, el resultado de la obra de salvamento / Drie foto's gemaakt aan boord van het stoomschip "San Pablo" tonen de schade veroorzaakt door de twee torpedo's. Op de foto onderaan rechts verschijnt het purbliek op de pier, da in afwachting is van het resultaat van de reddingswerkzaamheden. (fotos/foto's : Diario de Costa Rica, 04/07/1942).
En la foto pueden apreciarse los cables de acero con que fue amarrado el barco en la esperanza que resultó vana, de poderlo mantener a flote./ Op de foto kan je de staalkabels zien waarmee de boot was afgemeerd in de hoop om hem drijvend te kunnen houden (foto:Diario de Costa Rica, 04/07/1942).

Bronnen/Fuentes/Sources:
België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 10(1990)–Frank DecatLuc De Vos
Mei 1940, van Albertkanaal tot Leie
Homenaje a los combatientes costarricenses en la Segunda Guerra Mundial
De Antillen in Wereldoorlog 2, www.bevrijdingintercultureel.nl
WO II Van Albertkanaal tot Erlafabrieken, Fik Denissen
Bombardementen in België tijdens WOII / Elke dag angst / Zo was onze oorlog / Lezing in Merelbeke "Bommen op België", Pieter Serrien
Hier vielen de geallieerde bommen, Andy Stevens, De Standaard
75 jaar bevrijding, Leoniek Vrielink,  https://bombsaway.nl
Mythes en misvattingen van de Tweede Wereldoorlog: hebben de bombardementen op Duitsland geholpen de oorlog te winnen? Tim Trachet, Jan Ouvry
Espionage and United Fruit:An analysis of the SS San Pablo, Stewart Pendleton Hood, 2017
Tony Allen, www.wrecksite.eu
U-boats off Bermuda, Eric Wiberg
U-Boat sinks Ship in Costa Rica Port, The New York Times, 4 July 1942
The “FDR” of Costa Rica: The Life and Times of Dr. Calderón Guardia, TribunaMag.com
Costa Rica Rioters Smash Axis Shops, The New York Times, 6 July 1942

No hay comentarios.:

Publicar un comentario