En setiembre de 1888, Manuel Peralta, ministro plenipotenciario
de Costa Rica en Bélgica, buscaba a un oficial u oficial no comisionado que
pudiera viajar a su país para desempeñar allí el cargo de instructor de
artillería. Esta persona también tenía que ser consciente del funcionamiento de
los cañones de las marcas Krupp y de Bange. El ministro belga de Asuntos
Exteriores se contactó con el general Raoul Pontus, quien dirigió el
Departamento de Guerra. Éste propuso al oficial no comisionado Aristide Romain
como candidato.
Aristide Amand Joseph nació el 5 de marzo de
1856 en L'Escaillère, una sección de la ciudad de Chimay en la región de
Valonia, provincia de Hainaut. Fue el segundo de un total de 6 hijos de Jean
Joseph Romain, fabricante de zuecos, y de Eugénie Virginie Point. Poco se sabe
sobre su carrera en Bélgica, especialmente porque el Registro Central del
Ministerio de Defensa Nacional ya no posee su archivo. Aristide recibió su
educación en los mejores colegios de Bélgica ingresando en el servicio militar
en 1876. Fue ayudante de la séptima batería del 1er regimiento de artillería,
cuarteando en Amberes. Después de que Aristide aceptó su asignación, se fue
primero a una pasantía en París. La operación de los cañones Krupp (que lleva
el nombre de la prominente dinastía alemana de Essen) ya lo sabía, pero no de
los cañones Bange (Charles Ragon de Bange fue un politécnico francés que diseñó
un sistema que aumentó la velocidad de carga de las cañones). Enrique Palacios,
el cónsul general de Costa Rica en París, pagó la estadía de Aristide en la
capital francesa y también le proporcionó la información y los fondos
necesarios para su viaje a América Central.
El 10 de enero de 1889, Aristide abandonó
Amberes y el día 24 del mismo mes viajó a Southampton rumbo a Costa Rica con un
contrato laboral de 3 años. Desde su llegada, pasó todo su tiempo entrenando al
ejército y aprendiendo el idioma español. Creó un marco de oficiales y rangos,
hizo mapas del área complementados con planes de ciudades y fortificaciones y
organizó un archivo en el Ministerio de Guerra. Aristide ganó la confianza del
gobierno y pudo liderar la reorganización del ejército y la redacción de leyes
y reglamentos específicos.
En agosto de 1894, en el rango de teniente
coronel, acompañó a Rafael Yglesias Castro, presidente de Costa Rica, durante
una revisión general de tropas. En esta ocasión, el belga habría salvado la
vida del jefe de estado al criar su propio caballo cuando alguien disparó con
una pistola. Desafortunadamente, faltan más detalles de este incidente.
En 1895, Aristide se casó con Micaela Mora
Montes de Oca, uno de los muchos hijos de José Miguel Mora Porras, quien había
sido presidente interino de Costa Rica durante varios meses en 1849.
Alrededor de 1901 fue nombrado coronel y desde
1906 hasta 1908 estuvo a cargo de la policía de San José. El 26 de septiembre
de este último año, el Consejo Nacional de Costa Rica hizo una excepción a la
Ley y lo nombró brigada general, a pesar de haber conservado su nacionalidad
belga.
De 1908 a 1914 fue director general de la
policía en el que destacó, al igual que en sus otras funciones. Después del
Ministro de Guerra, fue la persona más importante de la milicia de la
República. Reorganizó la policía, introdujo la disciplina y el buen
comportamiento y explicó la higiene y la limpieza en los cuarteles y en las
cárceles.
Era propietario de una granja de ganado bien
establecida en San Carlos, Los Negritos, donde se dedicaba a la cría y el cruce
de ganado de, entre otros, Guernsey (una de las Islas del Canal frente a la
costa de la región francesa del norte de Normandía).
En septiembre de 1914, Aristide regresó a
Bélgica para servir a su tierra natal durante la Primera Guerra Mundial. No se
sabe si él luchó efectivamente como un soldado. Su pasó por la Primera Guerra Mundial hizo que no se supiese
nada sobre el final de la carrera del General Romain en Costa Rica.
Murió en enero de 1917 en Nueva York a la edad
de 60 años. La fecha correcta y las circunstancias de su muerte también son
desconocidas. La gran pregunta sigue siendo lo que hizo Aristide en Nueva York.
¿Se fue de Bélgica a Costa Rica a través de Nueva York pero ya no se le
permitió ingresar al país? ¿O estaba todavía en Costa Rica y fue enviado al
exilio a Nueva York? El Ministro de Guerra y Marina, Federico Tinoco Granados y
su hermano, el comandante del Ejército José Joaquín Tinoco, estaban preparando
su golpe de estado del 27 de enero de 1917, y tal vez Aristide ya no era
bienvenido en Costa Rica. Tal vez lo correcto alguna vez salga a la luz. Lo
cierto es que el general Romain ejerció una influencia muy notable en la
educacón militar. Escribió varios tratados relacionados con ese objeto que
formaron la base de las reformas militares en Costa Rica y ocupó algunos
puestos de confianza durante varias administraciones. Su majestad Leopoldo II
de Bélgica le condecora con la orden de Caballero de Leopoldo I.
Finalmente, el
presidente José Figueres Ferrer abolió el ejército el 1 de diciembre de
1948, después de la victoria en la guerra civil del mismo año.
In september 1888 was Manuel
Peralta, gevolmachtigd minister van Costa Rica in België, op zoek naar een
officier of onderofficier die naar zijn land zou kunnen reizen om aldaar de
functie van artillerie-instructeur uit te oefenen. Tevens moest deze persoon op
de hoogte zijn van de werking van de kanonnen van de merken Krupp en de
Bange. De Belgische minister van
Buitenlandse Zaken contacteerde generaal Raoul Pontus die het Oorlogsdepartement
leidde. Deze stelde onderofficier Aristide Romain voor als kandidaat.
Aristide Amand Joseph werd op 5
maart 1856 geboren te L’Escaillère, een sectie van de stad Chimay in de regio
Wallonië, provincie Henegouwen. Hij was het tweede van in totaal 6 kinderen van
Jean Joseph Romain, een klompenmaker, en van Eugénie Virginie Point. Over zijn
carrière in België is weinig bekend, temeer daar het Centrale Register van het
Ministerie van Nationale Defensie zijn dossier niet meer bezit. Aristide ontving
zijn opleiding in de beste scholen van België en trad in 1876 het leger binnen.
Hij was adjudant van de 7de batterij van het 1ste
artillerieregiment, gekazerneerd te Antwerpen.
Nadat Aristide zijn opdracht aanvaard had, vertrok hij eerst voor een
stage naar Parijs. De werking van de Krupp kanonnen (vernoemd naar de
prominente Duitse dynastie uit Essen) kende hij reeds maar deze van de Bange
kanonnen niet. Charles Ragon de Bange was een Franse polytechnicus die een
wapensysteem ontwierp dat de snelheid van het laden van kanonnen verhoogde.
Enrique Palacios, de consul-generaal van Costa Rica in Parijs, betaalde het
verblijf van Aristide in de Franse hoofdstad
en gaf hem ook nog de nodige informatie en fondsen voor zijn reis naar
Centraal-Amerika.
Op 10 januari 1889 verliet
Aristide Antwerpen en op de 24ste van dezelfde maand ging hij te
Southampton aan boord bestemming Costa Rica met een arbeidscontract van 3 jaar
op zak. Vanaf zijn aankomst spendeerde hij al zijn tijd aan de training van het
leger en aan het leren van de Spaanse taal.
Hij creëerde een kader van officieren en rangen, hij maakte kaarten van
het gebied aangevuld met plannen van steden en vestingwerken en hij
organiseerde een archief bij het Ministerie van Oorlog. Aristide won het
vertrouwen van de regering en kon leiding geven aan de reorganisatie van het
leger en aan het opstellen van specifieke wetten en voorschriften.
In augustus 1894 vergezelde hij,
in de rang van luitenant-kolonel, Rafael Yglesias Castro, de president van
Costa Rica, tijdens een algemene troepenschouwing. Bij deze gelegenheid zou de
Belg het leven gered hebben van het staatshoofd door zijn eigen paard te laten
steigeren toen iemand met een pistool vuurde. Jammer genoeg ontbreken van dit
voorval meer details.
In 1895 trad Aristide in het
huwelijk met Micaela Mora Montes de Oca, één van de vele kinderen van José
Miguel Mora Porras die in 1849 nog enkele maanden interim President van Costa
Rica was geweest.
Rond 1901 werd hij benoemd tot
kolonel en van 1906 tot 1908 had hij de leiding over de politie van San José. Op
26 september van dit laatste jaar maakte de Costa Ricaanse Nationale Raad een
uitzondering op de Wet en benoemde hem tot brigadegeneraal, niettegenstaande
hij zijn Belgische nationaliteit had behouden.
Van 1908 tot en met 1914 was hij
directeur-generaal van de politie waarin hij uitblonk, net zoals in zijn andere
functies. Na de minister van Oorlog was hij de belangrijkste persoon van de
militie van de Republiek. Hij reorganiseerde de politie, introduceerde discipline
en goed gedrag en legde hygiëne en netheid in de kazerne en in de gevangenissen
op.
Hij bezat een gerenommeerde
veehouderij in San Carlos, Los Negritos, waar hij zich bezighield met het
fokken en kruisen van vee afkomstig van onder andere Guernsey (één van de
Kanaaleilanden voor de kust van de Noord-Franse regio Normandië).
In september 1914 keerde Aristide
terug naar België om zijn vaderland te dienen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Het is niet bekend of hij effectief heeft meegevochten als soldaat. Deze Eerste
Wereldoorlog heeft er wel voor gezorgd dat er over het einde van de carrière
van generaal Romain in Costa Rica niets bekend is.
Hij overleed in januari 1917 in
New York op 60-jarige leeftijd. De juiste datum en de omstandigheden van zijn overlijden
zijn eveneens niet gekend. De grote vraag is nog steeds wat Aristide in New
York deed. Vertrok hij vanuit België naar Costa Rica via New York maar mocht
hij het land niet meer binnen ? Of bevond hij zich toch in Costa Rica en werd
hij in ballingschap gestuurd naar New York ? De minister van Oorlog en Marine
Federico Tinoco Granados en zijn broer, legercommandant José Joaquin Tinoco
waren immers hun staatsgreep van 27 januari 1917 aan het voorbereiden en
misschien was Aristide daarom niet meer welkom in Costa Rica ? Misschien
komt de juiste toedracht ooit nog eens aan het licht. Wat wel vaststaat is dat
Aristide Romain een zeer opmerkelijke invloed heeft uitgeoefend op het
militaire onderwijs. Hij schreef verschillende werken die de basis hebben gevormd
van de militaire hervormingen in Costa Rica en hij bekleedde bepaalde
vertrouwelijke posities tijdens verschillende administraties. Koning Leopold II
onderscheidde hem met het Ridderkruis van de Leopoldsorde.
Uiteindelijk werd het leger door
president Jose Figueres Ferrer afgeschaft op 1 december 1948 na de overwinning
in de burgeroorlog van datzelfde jaar.
Bronnen/Fuentes:
Costa Rica en België, 150 jaar / Costa Rica y
Bélgica, 150 años
Biographie National n° 35, 1969, Académie
Royale de Belgique
Revue Au Pays des Rièzes et des Sarts n° 89,
1982, Marceau Dewelle
Historia de
la Influencia Extranjera en el desenvolvimiento Educacional y Cientifico de
Costa Rica, 1921, Luis Felípe González
Vaderlandsliefde, een Generaal die zich als simpele Soldaat
engageert, De Nieuwe Gazet, 16/09/1914
Foto’s :
Aristide Romain, Revue Au Pays des Rièzes et
des Sarts n° 89, 1982, Marceau Dewelle
No hay comentarios.:
Publicar un comentario