België en Costa Rica tijdens Wereldoorlog 2 deel 7
Nieuwe
oorlogsverklaringen.
De Belgische regering maakte
handig gebruikt van het enorme potentieel van haar kolonie Congo, dat na de
Belgische nederlaag de militaire strijd verderzette. Congo was vooral
belangrijk omwille van grondstoffen zoals koper, zink, goud, tin, rubber en uranium
waarmee de Amerikaanse atoombom die in 1945 op het Japanse Hiroshima zou
vallen, werd ontwikkeld. De gevolgen van de geallieerde interesse voor de
natuurlijke rijkdom van het gebied waren rampzalig voor de Congolese bevolking.
Congo groeide uit tot één groot dwangarbeiderskamp ten dienste van de
oorlogsindustrie. Op het militaire vlak leverden de Congolese strijdkrachten,
de “Force Publique”, een niet te verwaarlozen bijdrage en namen deel aan
verschillende militaire operaties in Afrika. In hoofdzaak waren deze gericht
tegen Italië, dat op 11 juni 1940 de oorlog had verklaard aan België. De “Force
Publique” bewees zijn nut al in maart
1941 tijdens de slagen om Asosa en Gambela in Abyssinië (het huidige Ethiopië).
Op 8 juni 1941 werd meegevochten met de geallieerden en werd door de “Force
Publique” Saio ingenomen, een Italiaanse garnizoen stad bij de grens met Soedan
(nu Zuid-Soedan). Zo zorgde het samen met de Britten voor het verdrijven van de
Italianen uit Ethiopië.
Op 27 september 1940 tekende
Japan het Driemogendhedenpact met Duitsland en Italië. Hierin beloofden de
landen elkaar militaire steun in het geval dat één van hen zou worden
aangevallen. Het was de bedoeling van Japan om zoveel mogelijk gebieden in
Zuidoost-Azië te veroveren zodat het niet meer afhankelijk zou zijn van de
invoer van grondstoffen uit het buitenland. Om de nieuwe Aziatische grootmacht te worden
was Japan al begonnen met grote delen van China te veroveren. Na de bezetting
van Frans-Indochina in juli 1941, vaardigde president Roosevelt een
olie-embargo uit. Dit voorbeeld werd
meteen gevolgd door Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Voor Japan was er nu
geen weg meer terug. Er moest zo snel mogelijk aangevallen worden voordat de
grondstofvoorraad op was. Op 7 december
1941 – zonder oorlogsverklaring - viel de Japanse luchtmacht de Amerikaanse
vloot aan die voor anker lag in Pearl Harbor (Hawai). De Amerikanen betreurden 2.400 doden en
verloren acht slagschepen en drie kruisers. Maar de drie grote Amerikaanse
vliegdekschepen die normaal gezien in Pearl Harbor hadden moeten liggen,
bevonden zich elders en ontsnapten aan de vernietiging. Dit zou er op kunnen
wijzen dat de Japanse aanval niet helemaal onverwacht was.
Op 8 december 1941 verklaarden de
Verenigde Staten, Costa Rica en de meeste andere centraal Amerikaanse landen de
oorlog aan Japan. Op 11 december reageerde Duitsland door op zijn beurt de
oorlog te verklaren aan al deze landen.
Enkele Costa Ricanen die nog in
België verbleven werden door de Duitsers als burgers van een vijandig land in
concentratiekampen opgesloten. Eén van hen was Rodrigo Gómez Cordero. Hij werd
geboren op 05/09/1906 in Alajuela. Zijn ouders waren Alfredo Gómez en Emilia
Cordero. Hij studeerde onder andere aan de Universiteit van Gent en huwde op
30/09/1942 te Brussel met de Belgische Mariette Dussart Decock. Rodrigo
overleefde het concentratiekamp en werd later nog commercieel raadgever en
vertegenwoordiger van ACEC (Ateliers de Constructions Électriques
de Charleroi), een Belgische elektromechanicafabriek in Charleroi. Hij overleed in San José op
12/05/2000.
Entrega de soldados italianos en Saio a la Fuerza Pública/Overgave Italiaanse militairen in Saio aan de Force Publique (foto:War Heritage Institute)
Medallas para soldados de la Fuerza Pública después de regresar al Congo/Eretekens voor Force Publique militairen na terugkeer in Congo (foto:War Heritage Institute)
Bélgica y Costa Rica
durante la Segunda Guerra Mundial 7 parte
Nuevas declaraciones
de guerra.
El gobierno belga hizo un uso inteligente del
enorme potencial de su colonia del Congo, que continuó la batalla militar
después de la derrota belga. El Congo fue especialmente importante debido a las
materias primas como cobre, zinc, oro, estaño, goma y uranio que desarrollaron
la bomba nuclear estadounidense que caería sobre Hiroshima en Japón en 1945.
Las consecuencias del interés aliado en la riqueza natural de la zona fueron
desastrosas para el pueblo congoleño. El Congo se convirtió en un gran campo de
trabajos forzados al servicio de la industria de guerra. En el campo militar,
las fuerzas armadas congoleñas, la "Force Publique” (Fuerza Pública),
hicieron una contribución importante y participaron en varias operaciones
militares en África. Éstas se dirigieron principalmente contra Italia, quien
declaró la guerra a Bélgica el 11 de junio de 1940. La "Force
Publique" ya demostró ser útil en marzo de 1941 durante las batallas de
Asosa y Gambela en Abisinia (ahora Etiopía). El 8 de junio de 1941, la "Force
Publique" tomó Saio, una ciudad de guarnición italiana cerca de la
frontera con Sudán (ahora Sudán del Sur). De esta manera, junto con los
británicos, expulsó a los italianos de Etiopía.
El 27 de setiembre de 1940, Japón firmó el
Pacto de las potencias de la Trinidad con Alemania e Italia. En él, los países
se comprometieron mutuamente a apoyarse militarmente en caso de que uno de
ellos fuera atacado. Japón tenía la intención de conquistar tantas áreas en el
sudeste asiático como fuera posible para que ya no dependiera de las
importaciones de materias primas del exterior. Para convertirse en la nueva
superpotencia asiática, Japón ya había comenzado a conquistar grandes partes de
China. Después de la ocupación de la Indochina francesa en julio de 1941, el
presidente Roosevelt emitió un embargo petrolero. Este ejemplo fue seguido
inmediatamente por los Países Bajos y el Reino Unido. Ahora no había vuelta
atrás para Japón. Tenía que atacar lo antes posible antes de que se agotara el
suministro de materia prima. El 7 de diciembre de 1941, sin una declaración de
guerra, la Fuerza Aérea japonesa atacó a la flota estadounidense anclada en
Pearl Harbor, Hawai. Los estadounidenses lamentaron 2.400 muertes y perdieron
ocho acorazados y tres cruceros de batalla. Pero los tres principales
portaaviones estadounidenses que normalmente deberían haber estado en Pearl
Harbor estaban en otra parte y escaparon de la destrucción. Esto podría indicar
que el ataque japonés no fue del todo inesperado.
El 8 de diciembre de 1941, Estados Unidos,
Costa Rica y la mayoría de los otros países centroamericanos declararon la
guerra a Japón. El 11 de diciembre, Alemania respondió declarando la guerra a
todos estos países.
Algunos costarricenses que todavía permanecían
en Bélgica fueron internados en campos de concentración por los alemanes en su
condición de ciudadanos de un país enemigo. Uno de ellos fue don Rodrigo Gómez
Cordero. Nacido el 09 de mayo de 1906 en Alajuela. Sus padres fueron Alfredo
Gómez y Emilia Cordero. Estudió en la Universidad de Gante y se casó el 30 de
setiembre de 1942 en Bruselas con la belga Mariette Dussart Decock. Rodrigo
sobrevivió al campo de concentración y luego se convirtió en asesor comercial y
representante de ACEC (Ateliers de Constructions Électriques de Charleroi),
una fábrica electromecánica belga en Charleroi. Murió en San José el 12 de mayo
del 2000.
El presidente Rafael Angel Calderón Guardia con su gabinete,
firma las declaraciones de guerra contra las potencias del eje, el día 11 de
diciembre de 1941/President Rafael Angel Calderón Guardia ondertekent met zijn kabinet op 11 december 1941 de oorlogsverklaringen tegen de asmogendheden (Foto: El Espíritu de 48)
USS West Virginia (Foto : National Archives and Records Administration, Washington DC)
USS Arizona (Foto : National Archives and Records Administration, Washington DC)
Monumento en Faradje (Congo) para los caídos de la Fuerza Pública/Monument in Faradje (Congo) voor de gesneuvelden van de Force Publique (Foto: Kris Quanten/War Heritage Institute)
USS Nevada (Foto : National Archives and Records Administration, Washington DC)
Ford Island (Foto : U.S. Navy)
Costa Rica está de nuestro lado/Costa Rica staat aan onze kant (Daily News 13/12/1941)
Bronnen/Fuentes:
De Tweede Wereldoorlog, De zomer van 1940, Koninklijk Museum
van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Costa Rica y Bélgica, 150 años - Costa Rica en
België, 150 jaar - Le Costa Rica et la Belgique, 150 ans, Victor
Valembois
De Tweede wereldoorlog : De oorlog in de Middellandse Zee,
Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Geen zee te hoog: Japan en Japanners in de 21e
eeuw, Paul Muys
No hay comentarios.:
Publicar un comentario