domingo, 24 de mayo de 2020

Bélgica y Costa Rica durante la Segunda Guerra Mundial 7 parte / België en Costa Rica tijdens Wereldoorlog 2 deel 7


België en Costa Rica tijdens Wereldoorlog 2 deel 7
Nieuwe oorlogsverklaringen.
De Belgische regering maakte handig gebruikt van het enorme potentieel van haar kolonie Congo, dat na de Belgische nederlaag de militaire strijd verderzette. Congo was vooral belangrijk omwille van grondstoffen zoals koper, zink, goud, tin, rubber en uranium waarmee de Amerikaanse atoombom die in 1945 op het Japanse Hiroshima zou vallen, werd ontwikkeld. De gevolgen van de geallieerde interesse voor de natuurlijke rijkdom van het gebied waren rampzalig voor de Congolese bevolking. Congo groeide uit tot één groot dwangarbeiderskamp ten dienste van de oorlogsindustrie. Op het militaire vlak leverden de Congolese strijdkrachten, de “Force Publique”, een niet te verwaarlozen bijdrage en namen deel aan verschillende militaire operaties in Afrika. In hoofdzaak waren deze gericht tegen Italië, dat op 11 juni 1940 de oorlog had verklaard aan België. De “Force Publique”  bewees zijn nut al in maart 1941 tijdens de slagen om Asosa en Gambela in Abyssinië (het huidige Ethiopië). Op 8 juni 1941 werd meegevochten met de geallieerden en werd door de “Force Publique” Saio ingenomen, een Italiaanse garnizoen stad bij de grens met Soedan (nu Zuid-Soedan). Zo zorgde het samen met de Britten voor het verdrijven van de Italianen uit Ethiopië. 
Op 27 september 1940 tekende Japan het Driemogendhedenpact met Duitsland en Italië. Hierin beloofden de landen elkaar militaire steun in het geval dat één van hen zou worden aangevallen. Het was de bedoeling van Japan om zoveel mogelijk gebieden in Zuidoost-Azië te veroveren zodat het niet meer afhankelijk zou zijn van de invoer van grondstoffen uit het buitenland.  Om de nieuwe Aziatische grootmacht te worden was Japan al begonnen met grote delen van China te veroveren. Na de bezetting van Frans-Indochina in juli 1941, vaardigde president Roosevelt een olie-embargo  uit. Dit voorbeeld werd meteen gevolgd door Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Voor Japan was er nu geen weg meer terug. Er moest zo snel mogelijk aangevallen worden voordat de grondstofvoorraad op was.  Op 7 december 1941 – zonder oorlogsverklaring - viel de Japanse luchtmacht de Amerikaanse vloot aan die voor anker lag in Pearl Harbor (Hawai).  De Amerikanen betreurden 2.400 doden en verloren acht slagschepen en drie kruisers. Maar de drie grote Amerikaanse vliegdekschepen die normaal gezien in Pearl Harbor hadden moeten liggen, bevonden zich elders en ontsnapten aan de vernietiging. Dit zou er op kunnen wijzen dat de Japanse aanval niet helemaal onverwacht was.
Op 8 december 1941 verklaarden de Verenigde Staten, Costa Rica en de meeste andere centraal Amerikaanse landen de oorlog aan Japan. Op 11 december reageerde Duitsland door op zijn beurt de oorlog te verklaren aan al deze landen.
Enkele Costa Ricanen die nog in België verbleven werden door de Duitsers als burgers van een vijandig land in concentratiekampen opgesloten. Eén van hen was Rodrigo Gómez Cordero. Hij werd geboren op 05/09/1906 in Alajuela. Zijn ouders waren Alfredo Gómez en Emilia Cordero. Hij studeerde onder andere aan de Universiteit van Gent en huwde op 30/09/1942 te Brussel met de Belgische Mariette Dussart Decock. Rodrigo overleefde het concentratiekamp en werd later nog commercieel raadgever en vertegenwoordiger van ACEC (Ateliers de Constructions Électriques de Charleroi), een Belgische elektromechanicafabriek in Charleroi. Hij overleed in San José op 12/05/2000.
Entrega de soldados italianos en Saio a la Fuerza Pública/Overgave Italiaanse militairen in Saio aan de Force Publique (foto:War Heritage Institute) 
Medallas para soldados de la Fuerza Pública después de regresar al Congo/Eretekens voor Force Publique militairen na terugkeer in Congo (foto:War Heritage Institute)

Bélgica y Costa Rica durante la Segunda Guerra Mundial 7 parte
Nuevas declaraciones de guerra.
El gobierno belga hizo un uso inteligente del enorme potencial de su colonia del Congo, que continuó la batalla militar después de la derrota belga. El Congo fue especialmente importante debido a las materias primas como cobre, zinc, oro, estaño, goma y uranio que desarrollaron la bomba nuclear estadounidense que caería sobre Hiroshima en Japón en 1945. Las consecuencias del interés aliado en la riqueza natural de la zona fueron desastrosas para el pueblo congoleño. El Congo se convirtió en un gran campo de trabajos forzados al servicio de la industria de guerra. En el campo militar, las fuerzas armadas congoleñas, la "Force Publique” (Fuerza Pública), hicieron una contribución importante y participaron en varias operaciones militares en África. Éstas se dirigieron principalmente contra Italia, quien declaró la guerra a Bélgica el 11 de junio de 1940. La "Force Publique" ya demostró ser útil en marzo de 1941 durante las batallas de Asosa y Gambela en Abisinia (ahora Etiopía). El 8 de junio de 1941, la "Force Publique" tomó Saio, una ciudad de guarnición italiana cerca de la frontera con Sudán (ahora Sudán del Sur). De esta manera, junto con los británicos, expulsó a los italianos de Etiopía.
El 27 de setiembre de 1940, Japón firmó el Pacto de las potencias de la Trinidad con Alemania e Italia. En él, los países se comprometieron mutuamente a apoyarse militarmente en caso de que uno de ellos fuera atacado. Japón tenía la intención de conquistar tantas áreas en el sudeste asiático como fuera posible para que ya no dependiera de las importaciones de materias primas del exterior. Para convertirse en la nueva superpotencia asiática, Japón ya había comenzado a conquistar grandes partes de China. Después de la ocupación de la Indochina francesa en julio de 1941, el presidente Roosevelt emitió un embargo petrolero. Este ejemplo fue seguido inmediatamente por los Países Bajos y el Reino Unido. Ahora no había vuelta atrás para Japón. Tenía que atacar lo antes posible antes de que se agotara el suministro de materia prima. El 7 de diciembre de 1941, sin una declaración de guerra, la Fuerza Aérea japonesa atacó a la flota estadounidense anclada en Pearl Harbor, Hawai. Los estadounidenses lamentaron 2.400 muertes y perdieron ocho acorazados y tres cruceros de batalla. Pero los tres principales portaaviones estadounidenses que normalmente deberían haber estado en Pearl Harbor estaban en otra parte y escaparon de la destrucción. Esto podría indicar que el ataque japonés no fue del todo inesperado.
El 8 de diciembre de 1941, Estados Unidos, Costa Rica y la mayoría de los otros países centroamericanos declararon la guerra a Japón. El 11 de diciembre, Alemania respondió declarando la guerra a todos estos países.
Algunos costarricenses que todavía permanecían en Bélgica fueron internados en campos de concentración por los alemanes en su condición de ciudadanos de un país enemigo. Uno de ellos fue don Rodrigo Gómez Cordero. Nacido el 09 de mayo de 1906 en Alajuela. Sus padres fueron Alfredo Gómez y Emilia Cordero. Estudió en la Universidad de Gante y se casó el 30 de setiembre de 1942 en Bruselas con la belga Mariette Dussart Decock. Rodrigo sobrevivió al campo de concentración y luego se convirtió en asesor comercial y representante de ACEC (Ateliers de Constructions Électriques de Charleroi), una fábrica electromecánica belga en Charleroi. Murió en San José el 12 de mayo del 2000. 
El presidente Rafael Angel Calderón Guardia con su gabinete, firma las declaraciones de guerra contra las potencias del eje, el día 11 de diciembre de 1941/President Rafael Angel Calderón Guardia ondertekent met zijn kabinet op 11 december 1941 de oorlogsverklaringen tegen de asmogendheden (Foto: El Espíritu de 48)
USS West Virginia (Foto : National Archives and Records Administration, Washington DC)

USS Arizona (Foto : National Archives and Records Administration, Washington DC) 
Monumento en Faradje (Congo) para los caídos de la Fuerza Pública/Monument in Faradje (Congo) voor de gesneuvelden van de Force Publique (Foto: Kris Quanten/War Heritage Institute)

USS Nevada (Foto : National Archives and Records Administration, Washington DC)  
Ford Island (Foto :  U.S. Navy)
Costa Rica está de nuestro lado/Costa Rica staat aan onze kant (Daily News 13/12/1941)

Bronnen/Fuentes:
De Tweede Wereldoorlog, De zomer van 1940, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Costa Rica y Bélgica, 150 años - Costa Rica en België, 150 jaar - Le Costa Rica et la Belgique, 150 ans, Victor Valembois
De Tweede wereldoorlog : De oorlog in de Middellandse Zee, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Geen zee te hoog: Japan en Japanners in de 21e eeuw, Paul Muys

No hay comentarios.:

Publicar un comentario