lunes, 4 de octubre de 2021

Costa Rica en Oostende, deel 1 – Costa Rica y Ostende, parte 1

1. Costa Ricanen in Oostende


a) de Markies Manuel de Peralta

Oostende (provincie West-Vlaanderen) ligt ongeveer centraal langs de Belgische kust en wordt de “koningin der badsteden” genoemd omdat de eerste Belgische koningin Louise-Marie  (echtgenote van koning Leopold I) daar in 1850 overleden is. Door deze emotionele band met Oostende hielpen koning Leopold I en diens zoon Leopold II deze stad uitbouwen tot een plek waar aanvankelijk de bourgeoisie zich thuis kon voelen. Het bracht uiteindelijk ook het toerisme naar Oostende.

Op een domein op de grens tussen Oostende en Mariakerke bevond zich de Koninklijke Chalet waar regelmatig diners werden georganiseerd door de koning voor zijn vele gasten. Zo lezen we in de krant “L’Echo de Ostende” dat Markies Manuel de Peralta, diplomaat, gezant, buitengewoon en gevolmachtigd minister van Costa Rica in België, één van de 22 aanwezigen was op het diner van 4 september 1880. 


Koninklijke villa/Villa real (foto website/sitio web Delcampe)  

b) “Liste Officielle des Étrangers” (Officiële lijst der vreemdelingen)

Heel wat badplaatsen gaven in de 19de en begin van de 20ste eeuw speciale krantjes uit die alleen in het seizoen verschenen (van juni tot begin oktober) en waar in elke editie een alfabetische “Liste Officielle des Étrangers” werd gepubliceerd. In dergelijke lijsten werden alle toeristen vermeld, samen met de naam van het hotel waar zij verbleven. Dit werd gedaan om de samenhorigheid onder de toeristen te versterken door hen op de hoogte te houden van het  gezelschap waarin ze  verkeerden. Via de lokale krant “La Saison d’Ostende” krijgen we aldus ook een idee van welke Costa Ricanen er allemaal in Oostende geweest zijn.




De hierboven vermelde Markies Manuel de Peralta heeft nog minstens twee keer in Oostende verbleven: in september 1888 in Hotel Fontaine (Louisastraat 6) en in juni 1895 in hotel Wellington (Zeedijk).


In juli 1890 verbleef Rafael Calderón Muñoz in hotel Pavillon du Rhin (Westwandeling) dat twee jaar later zou gesloopt worden. Dit hotel was gelegen bij het oesterpark van ‘Royon-Bettger & Cie” en waarschijnlijk zal Rafael Calderón in het restaurant van het hotel regelmatig genoten hebben van een portie oesters of een lekkere kreeft. Datzelfde jaar zou hij zijn studies aan de UCL (Katholieke Universiteit Leuven) starten en in 1896 afstuderen als chirurg. In Costa Rica was hij zowel als medicus als politieker succesvol. Hij was onder meer plaatsvervangend president, senator, minister van staat , voorzitter van het Congres en consul van Costa Rica in België.

In augustus 1893 verbleven 3 Costa Ricaanse studenten in het Ship Hotel (Visserskaai 15). Carlos Jiménez werd geboren in Cartago en studeerde aan de UCL (Katholieke Universiteit Leuven) in 1893 Filosofie en Letteren en in 1894 een voorbereidend jaar in Rechten. Hij zou later een succesvol advocaat worden in San José. Amancio Sáenz Clark (1875-1940) studeerde van 1895 tot 1899 voor chirurg aan de UCL en werd een gekend medicus en een baanbreker op het gebied van de anesthesie.  Over de derde student, Alfred Cores (of Cortés ?), hebben we geen informatie teruggevonden.


Ship Hotel (foto website/sitio web Delcampe)  

In september 1893 verbleef Guillermo Echeverría Aguilar in hotel d’Allemagne (Kaaistraat). Hij was dat zelfde jaar afgestudeerd als landbouwingenieur aan de Universiteit van Gembloers (provincie Namen) en was waarschijnlijk nog aan het genieten van een korte vakantie in Oostende alvorens terug te keren naar Costa Rica.

In juli 1894 verbleef Ricardo Kriebel in Maison Werli (gelegen dichtbij het Kursaal). Hij had de tandartspraktijk van zijn vader in Düsseldorf (Duitsland) achter zich gelaten en was op weg naar een nieuw leven in Costa Rica. Daar werd hij al snel één van de meest professionele tandartsen van het land. Vandaag is de “Kriebel Dental Clinic” in San José nog altijd één van de meest toonaangevende van Costa Rica met aan het hoofd een vierde generatie van de familie Kriebel.

c) consul Jorge Aguilar Machado

In 1939 werden de bestaande Costa Ricaanse consulaten in België gereorganiseerd en werd er tevens een consulaat opgericht in Oostende in de Christinastraat nummer 9. Als consul werd Jorge Aguilar Machado (11/06/1901 – 01/04/1958) aangesteld. Hij woonde reeds geruime tijd in Oostende en was gehuwd met de Belgische Magdalena Nuytens Tassan. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de consul, na de oorlogsverklaring van Costa Rica aan Duitsland, door de Duitse bezetter in België als vijand van Duitsland beschouwd en overgebracht naar het gevangenenkamp van Beverlo (Leopoldsburg, provincie Limburg). Daar bevonden zich nog 3 andere Costa Ricanen (Dokter Carlos Gamboa Rodriguez, Rodrigo Gómez Cordero en Pedro Chuptine). Toen in 1944 de Duitse bevelhebber het kamp overdroeg aan de plaatselijke Rijkswacht en het Rode Kruis mochten alle gevangenen huiswaarts keren. Jorge Aguilar Machado weigerde de repatriëring naar Costa Rica en verkoos in Oostende te blijven waar hij in 1958 overleed, vier jaar na zijn echtgenote. Zijn laatste rustplaats bevindt zich nog steeds op de begraafplaats in de Stuiverstraat te Oostende (Perk 15).


Jorge Aguilar Machado (foto:José Rafael Flores Alvarado, Geni)

d) Guillermo Padilla Castro

In de krant “La Saison d’Ostende et du Littoral” kunnen we lezen dat op 16 en 17 juli 1926 het vierde congres van de Latijns Amerikaanse pers plaatsvond in Oostende. Zeventien landen namen deel aan dit Congres en op het programma stond onder andere een diner in het Kursaal (16 juli), een uitstap naar Nieuwport en een ontbijt in het Kursaal (17 juli) en ’s avonds een klassiek concert. Costa Rica werd vertegenwoordigt door advocaat en professor strafrecht Guillermo Padilla Castro voor de krant “El Heraldo”.  Samen met andere congresleden verbleef hij in Oostende in het Hotel de la Plage (westelijke zeedijk 65). Guillermo Padilla Castro, geboren op 21 september 1899 in San José was correspondent voor Midden-Amerika van het Internationaal Arbeidsbureau en was al afgevaardigd geweest door Costa Rica naar perscongressen in Lissabon (Portugal 1924) en in Florence (Italië 1925). Na Oostende volgde ook nog Luik (België, 1927). Verder was hij ook nog docent frans in het “Liceo de Costa Rica”, assistent-manager van de “Caja Costarricense de Seguro Social” (de sociale zekerheidskas van Costa Rica) en Consul-generaal van Costa Rica in Engeland.

e) Miss Costa Rica

Na de Miss Universe verkiezing op 31 juli 1932 in het Casino van Spa (provincie Luik) werden alle deelneemsters een dag later uitgenodigd in Oostende voor een parade en een gala in het Kursaal. Onder hen Carmen de Peralta, de allereerste deelneemster uit Costa Rica aan een Miss Universe verkiezing. Meer hierover kan je lezen in ons artikel van 02/08/2020.

f) John Jairo Ruiz Barrantes

De voetballiefhebbers zullen waarschijnlijk nog John Jairo Ruiz Barrantes kennen, geboren op 10 januari 1994 in Puntarenas. Deze Costa Ricaan begon zijn profcarrière in 2011 bij “Deportivo Saprissa” en ondertekende een jaar later al een contract voor vier jaar bij het Franse “Lille OSC”. In het seizoen 2012-2013 werd hij door deze club uitgeleend aan de Belgische (toenmalige)  tweedeklasser “Royal Mouscron-Péruwelz” en in het seizoen 2014-2015 aan “KV Oostende”. Voor deze club speelde hij in totaal 25 wedstrijden (competitie + beker) en maakte hij 4 doelpunten.


John Jairo Ruiz (Photonews)

*****

1. Costarricenses en Ostende

a) El Marqués Manuel de Peralta

Ostende (provincia de Flandes Occidental) tiene una ubicación a lo largo de la costa belga y se le llama la "reina de los balnearios" porque la primera reina de Bélgica Louise-Marie (esposa del rey Leopoldo I) murió allí en 1850. Debido a este vínculo emocional con Ostende, el rey Leopoldo I y su hijo Leopoldo II ayudaron a convertir esta ciudad en un lugar donde la burguesía inicialmente podía sentirse como en casa. Eventualmente también trajo turismo a Ostende.

En la frontera entre Ostende y Mariakerke estaba el Villa real donde el rey organizaba cenas regulares para sus numerosos invitados. Por ejemplo, leemos en el diario "L'Echo de Ostende" que el marqués Manuel de Peralta, diplomático, ministro extraordinario y plenipotenciario de Costa Rica en Bélgica, fue una de las 22 personas presentes en la cena del 4 de septiembre de 1880.


Villa real/Koninklijke villa (foto sitio web/website Delcampe)  

b) “Liste Officielle des Étrangers” (Lista oficial de extranjeros)

En el siglo XIX y principios del XX, muchos balnearios publicaron periódicos especiales de temporada (desde junio hasta principios de octubre) donde se publicaba una “Liste Officielle des Étrangers” alfabéticamente en cada edición. Dichas listas incluían a todos los turistas, junto con el nombre del hotel donde se hospedaron. Esto se hizo para fortalecer la unión entre los turistas, al mantenerlos informados sobre la empresa en la que se encontraban. A través del periódico local "La Saison d'Ostende" también nos damos una idea de qué costarricenses han estado en Ostende.



El mencionado marqués Manuel de Peralta se alojó en Ostende al menos dos veces: en septiembre de 1888 en el Hotel Fontaine (Louisastraat 6) y en junio de 1895 en el Hotel Wellington (Zeedijk).


Manuel de Peralta (de/uit : Costa Rica Illustrada, 1889)

En julio de 1890 Rafael Calderón Muñoz se hospedó en el hotel Pavillon du Rhin (Westwandeling/Paseo del Oeste), que sería demolido dos años después. Este hotel estaba ubicado en el parque de ostras de "Royon-Bettger & Cie" y Rafael Calderón probablemente disfruto de un plato de ostras o una sabrosa langosta en el restaurante del hotel de forma habitual. Ese mismo año comenzaría sus estudios en la UCL (Universidad Católica de Lovaina) y se graduaría en 1896 como cirujano. En Costa Rica tuvo éxito tanto como médico como político. Fue, entre otras cosas, vicepresidente, senador, ministro de Estado, presidente del Congreso y cónsul de Costa Rica en Bélgica.

En agosto de 1893, tres estudiantes costarricenses se alojaron en el Hotel Ship (Visserskaai 15): Carlos Jiménez, nació en Cartago y estudió Filosofía y Letras en la UCL en 1893 y un año preparatorio en Derecho en 1894. Más tarde se convertiría en un exitoso abogado en San José. Amancio Sáenz Clark (1875-1940) estudió como cirujano en la UCL de 1895 a 1899 y se convirtió en un médico reconocido y pionero en el campo de la anestesia. No hemos encontrado ninguna información sobre el tercer estudiante, Alfred Cores (¿o Cortés?).


Ship Hotel en el centro/in het midden (foto sitio web/website Delcampe)  

Amancio Saenz Clark (del album/uit het album Gustavo Adolfo Rojas Calvo’s photos, Geni)

En septiembre de 1893 Guillermo Echeverría Aguilar se hospedó en el hotel d'Allemagne (Kaaistraat). Se había graduado ese mismo año como ingeniero agrónomo de la Universidad de Gembloux (provincia de Namur) y probablemente estaba disfrutando de unas cortas vacaciones en Ostende antes de regresar a Costa Rica.

En julio de 1894, Ricardo Kriebel se hospedó en la Maison Werli (ubicada cerca del Kursaal). Había dejado la práctica dental de su padre en Düsseldorf, Alemania, y estaba en camino a una nueva vida en Costa Rica. Allí se convirtió rápidamente en uno de los dentistas más prominentes del país. Hoy, la “Clínica Dental Kriebel” en San José sigue siendo una de las más destacadas de Costa Rica, encabezada por una cuarta generación de la familia Kriebel.


Cuando Federico Tinoco llegó a Ostende desde Nueva York en julio de 1890, se hospedó en el Hotel de Londres (Zeedijk) antes de trasladarse a Ixelles para estudiar durante cuatro años en el Royal Athenaeum de Bruselas / Toen Federico Tinoco in juli 1890 vanuit New York arriveerde in Oostende logeerde hij in het Hotel de Londres aan de Zeedijk alvorens naar Elsene te trekken om vier jaar te gaan studeren aan het Koninklijk Atheneum in Brussel (Archivo de fotos/Fotoarchief De Plate)

c) Cónsul Jorge Aguilar Machado

En 1939 se reorganizaron los consulados costarricenses existentes en Bélgica y también se estableció un consulado en Ostende en Christinastraat número 9. Jorge Aguilar Machado (06/11/1901 - 04/01/1958) fue nombrado cónsul. Había vivido en Ostende durante bastante tiempo y estaba casado con la belga Magdalena Nuytens Tassan. Debido al estallido de la Segunda Guerra Mundial, tras la declaración de guerra de Costa Rica a Alemania, el cónsul fue considerado enemigo de Alemania por la ocupación alemana en Bélgica y fue trasladado al campo de prisioneros de Beverlo (Leopoldsburg, provincia de Limburg). Allí estaban otros 3 costarricenses (el doctor Carlos Gamboa Rodríguez, Rodrigo Gómez Cordero y Pedro Chuptine). Cuando en 1944 el comandante alemán entregó el campo a la Gendarmería local y la Cruz Roja, todos los prisioneros pudieron regresar a casa. Jorge Aguilar Machado rechazó la repatriación a Costa Rica y decidió quedarse en Ostende donde falleció en 1958, cuatro años después que su esposa. Su lugar de descanso final todavía está en el cementerio de Stuiverstraat en Ostende (calle 15).


Jorge Aguilar Machado  (foto:La Prensa Libre)

d) Guillermo Padilla Castro

En el diario "La Saison d'Ostende et du Littoral" podemos leer que los días 16 y 17 de julio de 1926 tuvo lugar en Ostende el IV Congreso de Prensa Latinoamericana. Diecisiete países participaron en este Congreso y el programa incluyó una cena en el Kursaal (16 de julio), un viaje a Nieuwport y un desayuno en el Kursaal (17 de julio) y un concierto de música clásica por la noche. Costa Rica estuvo representada por el abogado y profesor de derecho penal, Guillermo Padilla Castro representando el diario “El Heraldo”. Junto con otros congresistas se hospedó en Ostende en el Hotel de la Plage (Zeedijk West 65). Nacido el 21 de septiembre de 1899 en San José, Guillermo Padilla Castro era corresponsal para Centroamérica en la Oficina Internacional del Trabajo y ya había sido delegado por Costa Rica a conferencias de prensa en Lisboa (Portugal 1924) y en Florencia (Italia 1925). Después de Ostende, le siguió Lieja (Bélgica, 1927). También fue profesor de francés en el Liceo de Costa Rica, subdirector de la Caja Costarricense de Seguro Social y Cónsul General de Costa Rica en Inglaterra.

e) Miss Costa Rica

Después del concurso de Miss Universo el 31 de julio de 1932 en el Casino de Spa (provincia de Lieja), todas las participantes fueron invitadas a pasar un día en Ostende para un desfile y una gala en el Kursaal. Entre ellas se encontraba Carmen de Peralta, la primera concursante costarricense en un concurso de Miss Universo. Puede leer más sobre esto en nuestro artículo del 2 de agosto de 2020.

f) John Jairo Ruiz Barrantes

Los aficionados al fútbol probablemente recordarán a John Jairo Ruiz Barrantes, nacido el 10 de enero de 1994 en Puntarenas. Este costarricense inició su carrera profesional en 2011 con el “Deportivo Saprissa” y un año después firmó un contrato de cuatro años con el francés “Lille OSC”. En la temporada 2012-2013 fue cedido por este club al equipo belga (entonces) de segunda división “Royal Mouscron-Péruwelz” y en la temporada 2014-2015 al “KV Oostende”. Para este club disputó un total de 25 partidos (liga + copa) y marcó 4 goles.


John Jairo Ruiz (foto sitio web/website www.footballdatabase.eu)

Bronnen/Fuentes:

Diplomatieke Archieven, FOD Buitenlandse Zaken, Didier Amaury, documentalist

Universiteitsarchief KUL, Sarah Ons, bibliothecaris

Costa Rica en België, 150 jaar / Costa Rica y Bélgica, 150 años, Victor Valembois

Overnachten in Oostende : 1851-1860, Ivan Van Hyfte

https://prabook.com

www.voetbalkrant.com

https://oostende.org

Artikels uit/artículos de  L’Echo de Ostende, La Prensa Libre, Diario de Costa Rica, La Saison d’Ostende et du Littoral en/y Le Carillon. 


No hay comentarios.:

Publicar un comentario